De trek naar de stad.
Nederland in de negentiende eeuw was een land in beweging.
Veel mensen verlieten hun geboortedorp om hun geluk elders te zoeken. In de dorpen verminderde het werk, door de komst van machines. Juist in grote steden nam de vraag naar arbeiders toe door de bouw van fabrieken. De mogelijkheden voor deze binnenlandse migratie namen ook toe. De infrastructuur verbeterde aanzienlijk. Door de bouw van wegen en de aanleg van spoorwegen raakte men mobieler. Verhuizingen waren verre van definitief. Arbeiders volgden de seizoensarbeid en trokken van stad naar stad. Eerst trokken ze vaak naar dichtbij gelegen steden, later legden ze grotere afstanden af. Het waren bovendien niet alleen de mannen die zo reislustig waren, vrouwen verhuisden net zoveel als mannen. Familieleden volgden elkaar vaak wel. Zo belandden soms mensen die elkaar uit het dorp kenden ook weer in dezelfde wijk in de stad. In het tijdperk voordat de krant op grote schaal werd ingevoerd, was dit de manier om te weten of er nog ergens werk was. Men hoorde dat van elkaar. Mensen bleven erg mobiel. Maar zeer zelden bleven ze hun hele leven in dezelfde stad wonen. Ze trokken van stad naar stad. Daar waar maar werk was, trok men heen. Vooral de grote steden in het westen van het land waren in deze tijd zeer aantrekkelijk. De omvang van steden als Amsterdam en Rotterdam nam dan ook enorm toe. De industrialisatie nam hier enorm toe, maar ook de handel en scheepvaart groeide. De grote trek begon pas in de tweede helft van de negentiende eeuw. In zekere zin kun je dus zeggen dat Klaas van Pel, de voorouder van Cilly Dartell, een voorloper was door vanuit Egmond aan Zee naar Amsterdam te vertrekken. Grappig is wel dat er aan het einde van de negentiende eeuw weer een stroom de andere kant op ontstond. De stadse chic ontdekte de geneugten van het strand en dorpjes als Egmond aan zee veranderden van eenvoudige vissersdorpjes in mondaine badplaatsen. Meer info:
|
Engelse epidemie
1529 -
Een in Engeland heersende epidemie breidt zich uit tot de Lage Landen. De slachtoffers van deze Engelse zweetziekte krijgen koorts, gaan zwaar
transpireren, krijgen last van hartkloppingen, hoofdpijn en misselijkheid
en sterven meestal binnen 24 uur. Omdat de ziekte later nooit meer is
voorgekomen, zijn aard en oorzaak ervan onbekend. Waarschijnlijk ging
het om een virusinfectie die hersenenen longen aantastte.
Ondertussen in de... Tweede Wereldoorlog
1940-1945
Het kleine en slecht bewapende Nederlandse leger staat machteloos... |
|