Nederland en de slavernij 1500-1863

Nederland vervoerde tussen 1500 en 1863 zo’n 500 duizend slaven vanuit Afrika.

Slavernij is al zo oud als de mensheid. Er zijn bronnen te vinden waaruit blijkt dat ook de Romeinen al slaven hielden. De koloniale slavernij vanuit Afrika, is echter vooral een fenomeen van de zestiende tot en met de negentiende eeuw.

De koloniale landen die zich hier het meest mee bezig hielden, waren Engeland, Spanje, Portugal, Nederland en Frankrijk.

Nederland vervoerde tussen 1500 en 1863 zo’n 500 duizend slaven vanuit Afrika. Dit gebeurde vooral door de West-Indische Compagnie (WIC). Deze voeren sinds het einde van de zestiende eeuw op de westkust van Afrika. Daar zagen zij de lucratieve handel van slaven door met name de Portugezen, en besloten hier ook aan deel te nemen. Daarvoor werden er overigens al sporadisch slaven verkocht door Nederlandse koopvaarders.

Vanaf 1635 nam de slavenhandel door de WIC een grote vlucht. Toen was Brazilië een aantal jaar veroverd van de Portugezen door Johan Maurits van Nassau. Brazilië bleek een zeer lucratieve plek voor plantages en dus slavernij.

Toen Brazilië weer in Portugese handen kwam, richten de Nederlanders zich op Suriname. Vanaf 1667 werden de meeste ‘Nederlandse’ slaven daarheen gebracht. Een klein deel werd ook naar de Nederlandse Antillen vervoerd.

Plantages
De slaven werden vooral op suiker-, tabaks- en koffieplantages te werk gesteld. Deze plantages werden langs de rivieren gebouwd, omdat de verbouwde goederen dan snel verder konden worden vervoerd. Enkele beroemde plantages zijn ‘Lust en Rust’, ‘Jagtlust’ en ‘Meerzorg’.

Nederland heeft bijzonder veel geld met deze plantages verdiend. Nog steeds zijn in bijvoorbeeld Amsterdam, maar ook bijvoorbeeld Middelburg, overblijfselen te zien van de rijkdom die in deze tijd is vergaard.

Afschaffing
In Suriname ontstond in de loop van de eeuwen een grote gemeenschap ontsnapte slaven, ‘marrons’ genaamd. In de bossen stichtten zij gemeenschappen, die grotendeels zelfvoorzienend waren. Soms hielden zij guerrilla-acties op plantages. Deze acties droegen bij aan het langzaam aanzwellende protest tegen slavernij. Ook de invloed van de Verlichting en het Humanisme zorgde ervoor dat men slavernij steeds minder normaal begon te vinden.

Toen uiteindelijk in 1863 de slavernij werd afgeschaft, betekende dat echter nog niet het einde van de tewerkstelling. Vaak moesten de slaven daarna nog tien jaar werken op de plantages om te betalen voor de kosten die hun eigenaar had gemaakt voor hun overtocht of aankoopbedrag. Middels een wurgcontract konden de slaven dit door arbeid afbetalen.

Meer info: 

Emmer, P.C. (2003), De Nederlandse slavenhandel 1500-1850, Amsterdam, Arbeiderspers.

Fotoboek overblijfselen slavernij in Amsterdam:
Albertus, J. (2005), De kleine geschiedenis van de slavernij. Sporen in Amsterdam, Amsterdam, KIT publishers. 

hysterie

1550 - De in 1515 te Grave geboren Johannes Wier schrijft een boek over hysterie. Hij stelt, heel voorzichtig, dat krankzinnigheid naar alle waarschijnlijkheid een medische of psychische oorzaak heeft en niets te maken heeft met duivel of hekserij.

Gerelateerde artikelen


Ondertussen in de...

Middeleeuwen
Middeleeuwen
400-1555
Historici zijn het niet eens over de afbakening van deze periode...