Glasschilderkunst

In de tijd van Lubbertus Romijn was het beroep van glazenier niet bepaald populair.

De glasschilderkunst zat in een diep dal en pas na de dood van Lubbertus zou deze kunstvorm weer wat van zijn populariteit terugkrijgen.

Sinds de reformatie was de vraag naar gebrandschilderde ramen sterk afgenomen. De heiligenscènes van de katholieken werden door de protestanten gezien als afgoderij en veel gebrandschilderd glas sneuvelde tijdens de beeldenstorm. In de sobere protestante kerken werd gebrandschilderd glas nauwelijks gebruikt.

Door het uitblijven van opdrachten ging er in deze tijd veel vakkennis verloren en het gebrek aan belangstelling werkte de verwaarlozing en het verval van vele oude glazen in de hand. Het verhaal gaat dat toen in 1790 tijdens de storm één van de glazen van de Sint Janskerk in Gouda uit de stijlen werd gerukt, er in heel Europa geen glazenier te vinden was die de ramen kon herstellen.

Dit was in de Middeleeuwen wel anders. Toen werd het brandschilderen op zeer grote schaal toegepast en sierden Bijbelse verhalen en ook Heiligen de ramen in de kerken. Het beroep van glazenier was in deze tijd dan ook een beroep met veel aanzien en het genoot een aantal privileges.

De bloei van de glazenierskunst in de Middeleeuwen was onder andere het gevolg van een aantal technische vernieuwingen in de bouwkunst. Wanden verloren hun dragende functie waardoor ineens hele muurdelen door glas vervangen konden worden. Daarnaast was licht ook belangrijk in de middeleeuwse geloofsbeleving.

Pas rond 1850 kwam er door de neogotiek weer een opleving in de glaskunst. Door oorlogen en revoluties hadden talrijke gotische kerken zwaar geleden en die wilde men weer restaureren. Bovendien waren er in de steden meer kerken nodig doordat mensen door de Industriële Revolutie naar de stad waren getrokken.

Men begon uit (natuur-)wetenschappelijke belangstelling opnieuw te experimenteren met technieken en procedés. In verschillende landen ging men onafhankelijk van elkaar aan de slag om de geheimen van de glasschilderkunst te achterhalen


Meer lezen:
- Hoogveld, C. (1989), Glas in Lood in Nederland, SDU Den Haag

Haringkaken

1300 - Volgens de overlevering vindt Willem Beukelszoon, een visser uit Biervliet, rond het jaar 1300 het haringkaken uit. De techniek wordt omstreeks 1400 alom toegepast. Met eenkaakmes worden kieuwen, hart en het voorste gedeelte van de darmen verwijderd. De alvleesklier van de vis blijft zitten. De hieruit vrijkomende stoffen houden het vlees van de tonharing mals en op smaak.

Gerelateerde artikelen


Ondertussen in de...

Volle middeleeuwen
Volle middeleeuwen
900-1300
Het einde van het Karolingische Rijk komt in zicht...