Schiedam Jeneverstad

Schiedam bloeide op door de jeneverindustrie.

Eind zestiende eeuw waren er 4 korenbranders in Schiedam. Korenbrandewijn diende als basis voor jenever en werd gemaakt van oude wijn uit Frankrijk. Rond 1600 kwam er echter een verbod op de import van wijn uit Frankrijk en gingen de branders over op het gebruik van graan.

De uit graan gestoken jenever won al snel aan populariteit. Dat juist Schiedam zo groot werd, kan worden verklaard uit drie factoren. Schiedam had een haven (handig voor de aanvoer van graan en export van jenever), Schiedam beschikte over natuurlijk, schoon bronwater en het plaatselijke bestuur stimuleerde vanaf het begin het arbeidsintensieve jeneverstoken.

De jeneverindustrie liet de hele stad opbloeien. Want niet alleen de stokers hadden veel werk, ook de zakkendragers, de koperslagers, de glasblazers en de drukkerijen (etiketten) profiteerden van de grote vraag naar de drank.

De industrie had echter ook haar keerzijde. Het voortdurende branden en destilleren zorgde ervoor dat er altijd een donkere waas hing over de stad. Alles had een dun laagje roet. Hierdoor kreeg de stad in de negentiende eeuw de bijnaam ‘Zwart Nazareth’. En in de eerste decennia dat de industrie bestond, moet het enorm gestonken hebben in de stad.

Tot slot was het werk in de industrie erg zwaar. Dag en nacht ging het destilleerproces door en moest het vuur in de branderijen worden aangehouden. Daarvoor moesten altijd een paar mensen ’s nachts werken.

HET RITUEEL VAN DE ZAKKENDRAGERS

Het zwaarste werk werd vermoedelijk verricht door de zakkendragers. Zij hadden zich verenigd in een gilde. Iedere keer als er een nieuwe lading graan in de haven lag, luidde de gildenmeester de bel bij het zakkendragershuisje en keerde hij een zandloper om. Wie die avond brood op de plank wilde, moest zorgen binnen zeven minuten in het gildenhuisje te zijn, want dan kon hij smakken voor werk.

Dat smakken, of dobbelen, ging als volgt: men gooide dobbelstenen in een trechter met een bak eronder. Wie de hoogste ogen gooiden, konden aan het werk. De zakkendragers liepen op en neer tussen de haven en de molens met grote zakken graan op hun rug. Deze wogen wel 70 kilo! De dragerswerkzaamheden hebben de leden van de het gilde nog tot 1940 verricht.


Meer info over zakkendragen:
- http://www.anthonisgilde.nl/

afschaffing lijfstraffen

1854 - Lijfstraffen wordt afgeschaft, met uitzondering van de geseling. In 1870 zal ook deze straf worden verboden. In 1860 vond de laatste openbare terechtstelling in Nederland plaats. Hoewel daarna nog verschillende keren de doodstraf is uitgesproken, verleende de koning in alle gevallen gratie.

Gerelateerde artikelen


Ondertussen in de...

Republiek
Republiek
1600-1795
De periode van de statenbond of federatie van de zeven Noord-Nederlandse provinciën...