Afstammingsreeks Karel de Grote - Karola Koetze

De verste verwant van Karola Koetze werd in 748 geboren en is niemand minder dan Karel de Grote.

I. Karel de Grote, geb. 2 april 748, zn. van Pippijn III en Bertrhada. Na de dood van zijn broer Karloman in 771  werd Karel koning der Franken. Na een geslaagde veldtocht tegen zijn ex-schoonvader, de koning der Longobarden, volgde in 774 zijn proclamatie tot koning der Longobarden.  Op 25 dec. 800 werd Karel door paus Leo III tot keizer gekroond. Karel overl. Aken 28 jan. 814 en werd begr. in de Dom aldaar. Hij had vier echtgenotes en zes concubines.
tr. ondermeer voor 30 april 771 Hildegard,  geb. 758, overl. Thionville (Moselle) 30 april 783, begr. in de kerk van de abdij Saint-Arnould bij Metz, dr. van Gerold I, graaf in de Vinzgouw en Imma, uit het geslacht van de hertogen der Alamannen.

Uit dit huwelijk ondermeer:

II. Lodewijk I, geb. bij Poitiers tussen 16 april en de herfst van 778. Na de dood van zijn oudere broers Karel en Pippijn werd Lodewijk door zijn vader tot keizer gekroond en als mederegent aangesteld te Aken 11 sept 813, werd alleenheerser 28 jan. 814 en liet zich door paus Stephanus IV opnieuw tot keizer kronen te Reims op 28 okt. 816. Lodewijk overleed op een eiland in de Rijn bij Ingelheim 20 juni 840, begr. Saint-Arnould bij Metz, tr. 1e 794 of 795 Irmingard, overl. 3 okt. 818, dr. van Ingram, graaf in de Haspengouw en N.N.; tr. 2e Aken febr. 819 Judith (Welf), geb. ca. 800, overl. Tours 19 april 843, begr. ald. (Saint-Martin), dr. van Welf I, graaf in Beieren en Eigilwich uit Saksen.

Uit het tweede huwelijk ondermeer:

III. Karel II, de Kale, geb. Frankfurt aan de Main 13 juni 823, overl. Maurienne 6 okt. 877, begr. klooster Nantua, later Saint-Denis. Door zijn vader tot koning gekroond en aangesteld tot hertog van Maine, Quierzy en Aquitanië  838, streed na de dood van zijn vader samen met zijn halfbroer Lodewijk de Duitser tegen hun oudste broer Lotharius I, welke zij versloegen bij Fontenoy (bij Auxerre) 25 juni 841, verkreeg West-Francië bij het verdelingsverdrag van Verdun aug. 843, gekroond tot koning van Aquitanië, Orléans 848, liet zich na de dood van zijn neef Lotharius II tot koning van Lotharingen wijden Metz 9 sept. 869, doch moest het oostelijk deel daarvan afstaan aan Lodewijk de Duitser bij het verdrag van Meerssen 8 aug. 870, liet zich na de dood van Lodewijk II door paus Johannes VIII tot keizer kronen, Rome 25 dec. 875, tr. 1e Quierzy 13 dec. 842 Ermentrudis, geb. ca. 830, overl. 6 okt. 869, dr. van graaf Odo van Orléans.

Uit dit huwelijk ondermeer:

IV. Judith, geb. ca. 844, overl. na 870, tr. 1e Verberie 1 okt. 856 Aethelwulf, koning der West Saxen (Wessex), overl. 13 jan. of 13 juni 858, zn. van Egbert koning van Wessex en Kent en van Redburgh, tr. 2e 858 Aethelbald, koning van Wessex, overl. 860, zn. van koning Ethelwulf en diens eerste echtgenote Osburgh, tr. 3e Auxerre 13 dec. 863 Boudewijn I, met de IJzeren arm, graaf van Terwaan 866, bestuurder van de gouwen Kortrijk, Aardenburg en West Vlaanderen en mogelijk Mepiscus (tussen Gent en Kortrijk), verloor na de schaking van Judith van West Francië in 862 zijn graafschappen, maar verzoende zich met Karel de Kale en werd in 864 opnieuw aangesteld tot graaf in de gouwen Vlaanderen, Waas en Gent en na 866 in de streek Sint-Omaars (Ternois), abt van de St. Pietersabdij te Gent 870, toezichthouder en raadgever van kroonprins Lodewijk (de Stamelaar) bij het vertrek van Karel naar Italië, overl. [21 jan.] 879.

Uit het derde huwelijk ondermeer:

V. Boudewijn II van Vlaanderen, naar zijn grootvader bijgenaamd ‘de Kale’, geb. omstr. 864, graaf van Vlaanderen 879-918, usurpeerde na afloop van de invallen van de Noormannen (879-883) grondbezit en rechten in de hele streek tussen Schelde en Artois en gold daarmee als grondlegger van Vlaanderen als territoriaal vorstendom, wisselde herhaaldelijk van partij in de strijd tussen de diverse Westfrankische koningen, waarbij hij zijn tegenstanders aartsbisschop Fulco van Reims (900) en graaf Heribert I van Vermandois (voor 907) liet vermoorden, richtte een groot aantal burchten op ter bescherming van zijn gebied, overl. 10 sept. 918, begr. Gent, tr. omstr. 884 Aelfthryth van Wessex, geb. omstr. 872, overl. 7 juni 929, dr. van Alfred I de Grote, koning van Wessex (Engeland) en Elswitha van Gainsborough.

Uit dit huwelijk ondermeer:

VI. Arnulf I van Vlaanderen, geb. 885/90,  na de dood van zijn vader graaf van Noord-Vlaanderen 918 en na de dood van zijn broer Adalolf (Aethelwulf) ook van het zuidelijk deel 933, veroverde het graafschap Ponthieu, bevorderde in Vlaanderen de kloosterhervormingen van Gerard van Brogne, deed jarenlang grote schenkingen aan de Sint-Pietersabdij te Gent. trof regelingen met de Westfrankische koning Lotharius ter bescherming van zijn jeugdige kleinzoon als opvolger in 962, overl. [27 maart 965], begr. Gent (Sint-Pieters), tr. 933 of 934 Adèle van Vermandois, geb. 910/15, dr. van Heribert II, graaf van Vermandois, Meaux en Soissons en [Adela] van Neustrië, overl. tussen 958 en 960, begr. Gent.      

Uit dit huwelijk ondermeer:

VII. Hildegard van Vlaanderen, geb. 936/37, overl. [11 april 980], begr. Egmond onder één steen met graaf Dirk III, tr. 938 Dirk II van Holland, geb. omstr. 932, zn. van Dirk I (Bis) graaf van Holland en Gerberga (Geva) van Hamalant, graaf in Kennemerland, Texel en Maasland  962-988, deed tal van schenkingen aan de abdij Egmond alsmede in Gent en Trier, overl. 6 mei 988.

Uit dit huwelijk ondermeer:

VIII. Arnulf graaf van Holland, geb. Gent omstreeks 951, vandaar wel bijgenaamd ‘Gandensis’,  graaf van Holland 988-993,  breidde zijn gebied uit naar het zuiden, overl. (gesneuveld) 18 sept. 993, vermoedelijk aan de mond van de Maas, begr. Egmond (abdijkerk), later als heilige vereerd, tr. mei/aug. 980 Liutgard van Luxemburg, dr. van Siegfried van Verdun, graaf van Luxemburg en Hadewig van Lotharingen, overl. 13 mei (na 1005), begr. Egmond (abdijkerk).

Uit dit huwelijk ondermeer:

IX. Dirk III, graaf van Holland, bijgenaamd ‘Hierosolymita’, geb. omstr. 981, volgde zijn vader op als graaf van Holland onder voogdij van zijn moeder 993, stichtte een burcht te Vlaardingen, versloeg aldaar een rijksleger aangevoerd door de hertog van Neder-Lotharingen 1018, maakte een bedevaart naar Jeruzalem,  overl. 27 mei 1039, begr.Egmond (abdijkerk), tr. voor 1019 Othilde von de Nordmark, geb. omstr. 993, dr. van [Bernhard I, markgraaf van de Nordmark en N.N. Vladimirovna van Kiev], vertrok na de dood van haar man naar Saksen (1039), overl. Quedlinburg [31 maart 1044].

Uit dit huwelijk ondermeer:

X. Floris I graaf van Holland, geb. na 1019, volgde zijn broer Dirk IV op als graaf van Holland 1049-1061, trachtte zijn macht uit te breiden in de Bommelerwaard doch werd vermoord bij Nederhemert 28 juni 1061 door een handlanger van bisschop Willem van Cuijk, begr. Egmond, tr. omstr. 1050 Gertrudis (Geertruida) van Saksen, geb. Saksen omstr. 1033, overl. [4 aug. 1115], begr. Veurne (St. Walburgskerk) dr. van Bernard II,  hertog van Saksen (uit het huis Billung) en Eilika van Schweinfurt, zij hertr. 1063 Robrecht I de Fries, graaf van Vlaanderen.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XI. Dirk V van Holland, geb. omstr. 1054, onder voogdij van zijn stiefvader Robrecht de Fries 1061-1071,  overl. 17 juni 1091, begr. Egmond, tr. voor 26 juli 1083 Othelhildis, overl. [18 nov.], begr. Egmond.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XII. Floris II ‘de Vette’ van Holland, graaf van Holland 1091, voerde in 1101 als eerste de titel graaf van Holland als leenman van de bisschop van Utrecht, overl. [2 maart 1122], begr. Egmond, tr. omstr. 1108 Geertruida, geb. ca. 1078, stichtte het nonnenklooster te Rijnsburg (gewijd 15 sept. 1133), overl. 23 mei 1144, begr. Rijnsburg, dr. van Dirk I/II hertog van Opper-Lotharingen en Hedwig van Formbach.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XIII. Dirk VI van Holland, graaf van Holland 1121,  geb. ca. 1109, overl. 5 aug. 1157, deed samen met zijn echtgenote veel schenkingen aan Egmond en ondernam een tocht naar het Heilige Land 1139, begr. Rijnsburg, tr. ca. 1124 Sophia van Rheineck, zeer religieuze vrouw, ondernam een pelgrimstocht naar Santiago de Compostela en herhaaldelijk pelgrimages naar Jeruzalem, overl. ald. (Hospitaal der Duitsers) 26 sept. 1176 en begr. ald., dr. van Otto II graaf van Rheineck, paltsgraaf en Gertrud van Northeim.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XIV. Floris III van Holland, geb. ca. [1128], graaf van Holland,  overl. op kruistocht te Antiochië aan de pest [1 aug. 1190], begr. ald. (St.-Petrus) tr. 1162 Ada van Schotland, (Huntingdon), countess of Ross, overl. [1208], begr. Middelburg, dr. Van Henry van Schotland, earl of Northumberland and Huntingdon en Ada van Varennes.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XV. Willem I van Holland, geb. ca. 1168,  overl. 4 febr. 1222, begr. Rijnsburg, tr. 1e Stavoren 1197 Aleida van Gelre, [geb. ca. 1178], overl. 12 dec. 1218, begr. Rijnsburg, dr. van Otto I graaf van Gelre en Zutphen en Richardis van Scheyern-Wittelsbach.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XVI. Floris IV graaf van Holland, geb. 24 juni 1210, gedood tijdens een steekspel in Frankrijk 19 juli 1234, begr. Rijnsburg, tr. (verloofd Antwerpen 5 nov. 1214) 1224 Machteld van Brabant, geb. ca. 1197, overl. 22 dec. 1267, begr. Loosduinen.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XVII. Aleida van Holland, regentes van graaf Floris V 1258-1263, overl. tussen 1 maart en 9 april 1284, begr. Valenciennes, tr. [sept. 1246] Jan I van Avesnes, geb. Houffalize april 1218, graaf van Henegouwen, overl. 24 dec. 1257, begr. Valenciennes.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XVIII. Jan II van Avesnes, geb. ca. 1247, werd 1280 graaf van Henegouwen en in 1299 ook graaf van Holland en Zeeland, overl. Valenciennes of Bergen [11] sept. 1304, tr. ca. [1270] Philippine van Luxemburg, overl. 6 april 1311 dr. van Hendrik II ‘de Blonde’ van Luxemburg en Margaretha van Bar.

Uit een relatie de volgende bastaard:

XIX. Willem Cuser, huurde land in Noord-Holland 1317, was slotvoogd op de Dullenburg in de Mars bij Rhenen 12 okt. 1319, tochtte zijn (eerste) vrouw met de helft van zijn bezit op IJsselmonde 6 dec. 1327, was baljuw van Waterland en Amstelland 1332 e.v., werd door graaf Willem IV ‘onse neve’ genoemd toen hij hem met het huis Schoten beleende 19 nov. 1339 voor zijn tweede huwelijk met Machteld Reiniersdr van Heemstede die hij op 27 nov. 1339 tochtte, was rentmeester van Kennemerland en West-Friesland 4 febr. 1340 en 7 april 1342, ontving herhaaldelijk land en tienden in leen, voor het laatst vermeld ( als lid van de grafelijke raad) toen Naarden het stapelrecht voor Zuiderzeevis kreeg, Brussel 28 mei 1342, tr. 1e voor 6 dec. 1327 Ida van Oosterwijk, getocht 1327, overl. vóór nov. 1339, dr. van Coen, heer van Oosterwijk.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XX. Coenraad Cuser, ridder, heer van Oosterwijk, Amstelveen, Sloten, Osdorp en Schoterbosch, rentmeester 1354 en baljuw van Amstelland 1368-1370 en Rijnland 1380-1383, ambachtsheer van Amstelveen, houtvester van Holland 1397, kastelein van Teilingen 1400, raad van hertog Albrecht, verbannen 1403, overl. voorjaar 1407, tr. Clemeyns Gerrit Bo(e)lendr, vrouwe van Sloten en Osdorp, overl. na 1402, dr. van Gerrit Boelen en N.N.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXI. Ida Coenen van Oesterwijck, door haar man in 1371 gelijftocht op tienden onder Middelburg,  overl. tussen 15 juni 1392 en 1395, tr. [1370-1371] Jan van Foreest, heer van Foreest, Middelburg, Nieuwkoop en Spoelwijk  1367 tot overl., knaap, schout van Oudewater -(1369), raad in de vroedschap en schepen (1380)-(1403) van Haarlem, hoogheemraad van Rijnland 1392-1407, overl. voor 23 mei 1413, zn. van Herpert van Foreest en N.N.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXII. Adriaan van Foreest, vermeld 1424 en 1428, poorter van Haarlem, bewoonde kasteel Oosterwijk onder Wijk aan Zee en Duin, overl. voor 1433,  tr. Aechte (Gerrits)  Utenhaghe, vermeld als weduwe 1436, overl. na 28 sept. 1458, dr. van Gerrit Utenhaghe en Gheertruyt N.N.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXIII. Dirk van Foreest, vermeld 1458, 1464 en 1482, gegoed o.a. onder Spaarnwoude, overl. voor 20 dec. 1501, tr. voor 1464 Haze Pietersdr, dr. van Pieter Jordansz en Margriet Gijsbrecht Dullertsdr.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXIV. Jordan van Foreest, schepen van Alkmaar 1482 en 1486, kerkmeester ald. 1483, overl. [omstr.1494], tr. Alijt Jansdr, overl. voor 25 april 1509, dr. van Jan Jan Simonsz en Alijt Willem Jacobsdr.

Uit dit huwelijk ondermeer

XXV. Jordan van Foreest de jonge, geb. [Alkmaar] omstr. 1493, raad in de vroedschap van Alkmaar, schepen 1522, 1524, 1531, 1533, 1536, 1539, 1542, 1546, thesaurier 1532, 1543, burgemeester 1534, 1535, 1537, 1540, kerkmeester 1541, 1545, 1547, 1548, 1549, 1557, 1558 ald., baljuw van Bergen (1533-1539), leenman grafelijkheid, heemraad Hondsbossche en Duinen tot Petten 1546),  overl. Alkmaar 28  febr. 1559, tr. Margaretha Nanningsdr, overl. [Alkmaar april 1546], dr. van Nanning Beijersz en Guerte Reijersdr.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXVI. Jan Jordansz van Foreest, geb. Alkmaar 17 okt. 1540, schepen te Alkmaar, schout 1574-1577, gecommitteerde raad 1579, overl. Antwerpen 25 mei 1580, begr. Alkmaar (Grote Kerk) tr. Alkmaar 28 april 1563 Johanna Bollen, geb. Alkmaar ca. 1540, overl. ald. 1582.
 
Uit dit huwelijk ondermeer:

XXVII. Hillegond Jansdr van Foreest, geb. Alkmaar ca. 1576, overl. Amsterdam ca. 1645, tr. Alkmaar 30 sept. 1595 Lucas Claesz Bruyn, geb. ca. 1570, overl. Alkmaar 1604/1605; tr. 2e Alkmaar 11 dec. 1606 Jan Pietersz Hoogwoud, geb. ca. 1574, overl. Amsterdam 1619

Uit het eerste huwelijk ondermeer:

XXVIII. Annetgen Lucas Claeszdr Bruyn, geb. Alkmaar 1596/1597, overl. Amsterdam juni 1644, tr. Amsterdam 17 juli 1621 Aris Lubrands, van Amsterdam, geb. ca. 1594.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXIX. Johannes van Foreest Arisz, geb. Amsterdam 1623/1624, begr. ald.1 maart 1653, tr. (otr. Amsterdam 2 april, Gouda 18 april 1650) Elizabeth van Oostdijck, geb. Den Briel, overl. Amsterdam 23 febr. 1671.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXX. Hillegonda van Foreest, ged. Amsterdam 7 aug. 1651, begr. ald. 11 febr. 1694, tr. (otr. Amsterdam 4 sept. 1671) Jan van der Sluys, geb. Amsterdam 1645/1646, wijnkoopman, winkelier, wijnroeier, overl. na 1699, zn. van Marten van der Sluys en Paulina van Diephout.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXXI. Lambertus van der Sluys, geb. Amsterdam 20 aug. 1677, goudsmid, toneelspeler, kastelein van de schouwburg te Amsterdam, begr. ald. 23 jan. 1728, tr. (otr. Amsterdam 2 mei 1698) Alida Crull, ged. Zwolle 29 jan. 1667, toneelspeelster, overl. Amsterdam 1739, dr. van Joost Crull en Willemina Linders.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXXII. Willemina van der Sluys, ged. Amsterdam 26 nov. 1702, begr. ald. 17 juni 1724, tr. (otr. Amsterdam 27 aug. 1723) Jacob Hendrik van Blijdenbergh, ged. Amsterdam 6 sept. 1702, ontvanger der domeinen, krijgsraad, domeinraad, rentmeester te Kalkar, overl. Kalkar 22 jan. 1748, zn. van Gerard Drijver van Blijdenbergh en Anna Elizabeth Bresser.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXXIII. Anna Aleida van Blijdenbergh, ged. Amsterdam 5 juni 1724, overl. Utrecht 27 jan. 1803, tr. Kalkar 29 mei 1747 Gottfried Thomas (von) Raab, heer van Manhorst 1748-1769, geb. Kalkar 25 sept. 1712, student rechten te Duisburg 1731, kapitein in Statendienst (1747), overl. Wijk bij Duurstede 7 jan. 1786, zn. van Johannes von Raab en [Cornelia Rickers].

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXXIV. Johan Jacob Wilhelm van Raab van Canstein, ged. Kalkar 15 maart 1748, contoleur der convooien en licenten bij de admiraliteit te Amsterdam voor Zeeland, overl. h. Kattelaar, Enterbroek 30 maart 1820, tr. 1e Rotterdam 10 maart 1779 Maria Catharina Baudouin, geb. Rotterdam 2 maart 1761, overl. Kleef 15 jan. 1787, dr. van Jean Baudouin en Marie Marthe Baudouin; tr. 2e Nieuwer-Amstel 25 okt. 1789 Anna Johanna Kinderman, geb. Leeuwarden ca. 1766, ged. Meppel 17 dec. 1790. ‘zijnde geboortig van Mennoniete ouders’, overl. Aalten 2 jan. 1846, dr. van Johannes Kinderman en Sara Heymans.

Uit het eerste huwelijk ondermeer:

XXXV. Anna Godefrida van Raab van Canstein, ged. Wageningen 2 okt. 1779, overl. Aalten 31 jan. 1843, tr. Groningen 5 mei 1799 Wessel Ottenhoff, geb. Groningen 31 juli 1778, onderwijzer Instituut voor Doven en Stommen, kolonist, overl. Ommerschans, gemeente  Ommen 24 jan. 1843, zn. van Albert Ottenhoff en Geesje Kuiter
Uit dit huwelijk ondermeer:

XXXVI. Guillaume (Willem) Ottenhoff, geb. Groningen 6 nov. 1810, boekdrukker, overl. Groningen in het provinciaal stads en academische ziekenhuis 4 jan. 1862, tr. Winschoten 3 mei 1838 Wilhelmina Buining, geb. Winschoten 7 aug. 1815, overl. Groningen in het diaconie gasthuis 29 nov. 1897, dr. van Berend en Abeltje Klaassens van Delden.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXXVII. Nicolaas Ottenhoff, geb. Groningen 7 febr. 1846, schippersknecht, zeeman en arbeider gasfabriek, overl. Groningen 10 maart 1900, tr. Groningen 14 juli 1872 Eltje Schraa, geb. Helpman 16 aug. 1842, overl. Zuidlaren 16 juli 1924, dr. van Hindrik Egberts Schraa en Grietje van Delden.

Uit dit huwelijk ondermeer

XXXVIII. Wilhelmina Ottenhoff, geb. Groningen 18 april 1873, overl. ald. 23 mei 1961, tr. Groningen 9 sept. 1894 Wilhelmus Westerbrink, geb. Leek 9 sept. 1872, schoenmaker, overl. Groningen 2 nov. 1946, zn. van Klaas Westerbrink en Roelfke Croese.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXXIX. Klaas Westerbrink, geb. Groningen 7 dec. 1894, schoenmaker (1916) en trambestuurder, overl. Groningen 23 jan. 1986, tr. Groningen 27 jan. 1916 Sophia Magdalena ten Hove, geb. Groningen 16 jan. 1894, overl. ald. 2 okt. 1995, dr. van Joannes Jacobus ten Hove en Marrigje Gros.

Uit dit huwelijk ondermeer:

1. Wilhelmus Westerbrink, geb. Groningen 3 okt. 1916, volgt XXXXa.
2. Johannes Jacobus Westerbrink, geb. Groningen 6 aug. 1921, volgt XXXXb.

XXXXa. Wilhelmus Westerbrink, geb. Groningen 3 okt. 1916, overl. ald. 1 jan. 1997, tr. Groningen 26 okt. 1942 Anna Maria Julsing, geb. Groningen 1 juni 1919.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXXXIa. Anna Maria Westerbrink, geb. Groningen 15 aug. 1948, financieel administratief medewerker, tr. Albert Teunis Koetze, geb. Marum 17 augustus 1944, medewerker Belastingdienst.

Uit dit huwelijk ondermeer:

XXXXII. Karola Mireille Koetze, geb. Groningen 26 okt. 1972, activiteitenbegeleider.

wilde paarden

1875 - Omstreeks 1875 werd een veiligheidsteugel uitgevonden die het op hol slaan van paarden moest voorkomen. Door middel van een ingewikkelde constructie van haken en riemen die aan de disselboom en de gebitstangen vastzaten, kon de koetsier met een ferme ruk de koppen van de paarden zijwaarts trekken. Zelfs de wildste paarden konden zo tot staan worden gebracht.

Ondertussen in de...

Vroege middeleeuwen
Vroege middeleeuwen
406-925
De Germaanse stammen maken een einde aan de Romeinse tijd...