Bokkenrijders

Deze roversbende maakte het achttiende-eeuwse Limburg onveilig.

De Bokkenrijders waren roversbendes die in de periode van 1730-1774 in Limburg toesloegen. De acties van de Bokkenrijders bestonden uit brandstichten en het overvallen van boerderijen, kerken, winkels, huizen, kapellen en pastorieën. Bij deze overvallen werd soms gebruik gemaakt van geweld, waarbij de slachtoffers werden mishandeld.

Justitie heeft veel Bokkenrijders veroordeeld en die  processtukken zijn bewaard gebleven. Veel van de rechtszaakdossiers bevinden zich in het archief van de schepenbank Heerlen en Hoensbroek die door Rijckheyt (het centrum voor regionale geschiedenis in Heerlen) wordt beheerd. Uit die dossiers komen verhalen van keiharde verhoren en martelpraktijken naar voren. Als de verdachte na lang pijn lijden uiteindelijk bekende, was de straf in de meeste gevallen ophanging. Vele honderden Bokkenrijders hebben hun leven gelaten op het schavot. Het voorkomen van een Bokkenrijder in de familie wierp zelfs nog vele generaties nadien, tot in de 20e eeuw een smet op de familie.

 

De Bokkenrijders hebben altijd erg tot de verbeelding gesproken. Er zijn veel verhalen, legendes en mythes over de roversbende bekend, zo ook over de naamgeving. Overigens werd de naam ‘Bokkenrijders’ pas bekend kort nadat de laatste vervolging in 1774 op de bendes in Limburg op gang was gekomen. In officiële stukken werden de rovers nooit zo genoemd. Streekgenoten gebruikten de naam, omdat ze dachten dat de Bokkenrijders 's nachts op een grote geitenbok op weg gingen om overvallen te plegen. Ook worden de bendes zo genoemd vanwege hun godslasterlijke handelingen, waarover in verhalen wordt gesproken. De bok was het tegenovergestelde van het lam, dat met Christus verbonden was, en stelde dus het kwaad en de Duivel voor.

Ook over de motieven van de Bokkenrijders is veel gespeculeerd. Deze zouden variëren van verzet tegen de Kerk tot hogere idealen die te maken zouden hebben met de Franse revolutie. Maar hier is geen bewijs voor. Het ging hier om een roversbende die uit was op een buit. Dat blijkt ook uit het feit dat de roven vooral opspeelden in tijden van econmische crises.

Meer info:

- Bolk, Anton (1991), De Bokkerijders, roversbenden en geheime genootschappen in de landen van de Overmaas (1730-1774), Prometheus Amsterdam

- Rijckheyt - Centrum voor regionale geschiedenis

 

 


 

rubberen hulpstukken

Rubber toegepast voor valse (borst)vullingen. Tot in de jaren vijftig is een bekende slogan: ‘Wat God niet geeft, heeft Vredestein’.

Gerelateerde artikelen


Ondertussen in de...

Nieuwe tijd
Nieuwe tijd
1960-heden
Nederland barst haast van de welvaart maar er is veel onvrede en de zuilen wankelen...