Hout in fleurige tinten
Elke streek had vroeger haar karakteristieke kleurgebruik. In gebieden met veel hout in de gevel werd dit, ter bescherming tegen houtrot, geteerd of geschilderd in soms uitgesproken tinten.
[klik voor vergroting]
Noord-Holland bijvoorbeeld (de Zaanstreek was in de 18de eeuw een belangrijk centrum van houtzagerij) kende voor houten huizen een verrassend kleurenscala. In de Zaanstreek zelf hadden de gevels verschillende kleuren.
Vaak geel, maar vooral groen waarmee de witgeschilderde daklijsten en kozijnen sterk contrasteerden. Teerzwart bepaalde het beeld van Marken; in Waterland werd meer lichtblauw gebruikt. Tegen het einde van de 18de eeuw kwam in Broek-op-Waterland het chique grijs in de mode. Op het anonieme schilderij is de Westzijde in Zaandam geschilderd. |
Levensmiddelen 'op de bon'
1943 -
Vrijwel alle levensmiddelen gaan ‘op de bon’, van koffie, thee, brood, bloem, vet en vlees tot eieren, koek en gebak. De Nederlanders blijken, naarmate de schaarste toeneemt, inventief in het verzinnen van surrogaten. Koude erwtensoep dient als broodbeleg; in de hongerwinter worden in WestNederland, zij het met lange tanden, tulpenbollen en suikerbieten gegeten.
BouwkunstGerelateerde artikelen
Zelfde periode
Relevante tijdvakken |
|
