Gebouwen van industrie en techniek

In de 19de eeuw, na de komst van de stoommachine, ontstond behoefte aan industriële gebouwen van een nieuw type.

Fabrieken die voor hun productie lange assen gebruikten, om via drijfriemen allerlei machines aan te drijven, waren het meest gediend met langwerpige gebouwen.

De graansilo Korthals Altes in Amsterdam uit 1896 / 1897.
[klik voor vergroting]
Er kwamen hallen waarvan het dak op gietijzeren kolommen rustte. Voor een goede lichtval werd het zogeheten sheddak populair, in zaagtandvorm en met ramen in de opstaande zijde.

Aanvankelijk was de nieuwe industriebouw vooral zakelijk en functioneel. Pas in de tweede helft van de 19de eeuw deed ook op dit terrein de versieringstrend van de neostijlen haar intrede.

Zo zijn er textielfabrieken gebouwd met klassieke frontons en watertorens met middeleeuwse kantelen.

De graansilo Korthals Altes in Amsterdam uit 1896 / 1897, van de architecten J.F.Klinkhamer en A.L. van Gendt op de foto heeft romaanse ornamenten. Het bakstenen gebouw, en de betonnen kolos ernaast, zijn inmiddels verbouwd tot appartementen.

luchtband

1890 - Door de komst van de luchtband wordt de fiets populair en komt Nederland massaal in beweging. In 1899 heeft één op de 53 Nederlanders een rijwiel, in 1901 al één op de 38 en in 1930 één op de drie.

Relevante tijdvakken