Vernieuwing uit Italië

Bordestrap van het stadhuis van Leiden.
[klik voor vergroting]
In Italië was in de 15de eeuw onder invloed van de Renaissance een nieuwe bouwstijl ontstaan. De bouwmeesters uit deze periode bestudeerden de architectuur van de Oudheid en streefden naar een correct gebruik van klassieke verhoudingen en van ornamenten.

Ze waren ervan overtuigd dat door toepassing van de juiste maatverhoudingen als vanzelf schoonheid en harmonie zouden ontstaan. De eerste verhandelingen over de nieuwe architectuur waren geschreven in het Latijn of Italiaans.

Pas aan het begin van de 16de eeuw werden ze in het Nederlands vertaald. Tot die tijd bleven de Nederlanden trouw aan de gotiek.

Tot de eersten die geïnteresseerd raakten in de nieuwe Italiaanse bouwstijl, behoorde de internationaal georiënteerde adel. De beruchte Maarten van Rossem, als krijgsheer in dienst van de hertog van Gelre, liet van zijn buit onder meer het Duivelshuis in Arnhem bouwen.

Het verrees tussen 1539 en 1546 en was voorzien van renaissancistische elementen. De eerste bouwmeesters die in de Nederlanden complete gebouwen in renaissancestijl neerzetten, waren echter twee Italianen: Alessandro Pasqualini en Tommaso Vincidor.

Voor de rest bleef het vooral bij ornamenten, in het begin soms vermengd met gotische motieven.

De Nederlanders hadden blijkbaar nog geen gevoel voor het samenhangende systeem van klassieke regels en ideale verhoudingen. Als hulpmiddel gebruikten ze prenten van renaissance ornamenten. Ze maakten ze na, maar het bouwen bleef nog lang in wezen gotisch.

Op de foto een detail van de bordestrap van het stadhuis van Leiden, dat in 1596 door Lieven de Key, geïnspireerd door de Italiaane bouwmeesters, gebouwd werd.

Chatten of Bataven

40 - Een deel van de Chatten verlaat het Duitse Hessen en vestigt zich in de Betuwe. In de Romeinse geschiedschrijving worden ze Bataven genoemd. Wellicht zijn ze door Romeinen als wegbereiders vooruit gestuurd. In elk geval zijn ze door Drusus en zijn opvolgers ingezet als hulptroepen bij de onderwerping van andere Germaanse stammen. Hun aantal moet tussen de 40.000 en 50.000 hebben gelegen. Na de Bataafse Opstand van 69/70 gaan ze op in nieuwkomers als de Salische Franken.

Relevante tijdvakken