Graan, brood en brij

Van de graansoorten die in de eerste eeuwen van de jaartelling in onze streken werden verbouwd – eenkoorn, emmer, spelt, gerst, haver – was niet zo gemakkelijk brood te maken. Ze werden daarom vooral verwerkt in pap en brij.

Geschikter voor de broodbereiding waren rogge en tarwe die in de 14de eeuw in cultuur werden genomen. Gevolg was dat het eten van brood toenam, al bleef het nog lange tijd een tamelijke luxe. Tarwe werd alleen verbouwd in Zeeland en op de Zuid-Hollandse eilanden; in de rest van Nederland stond vooral rogge op de akkers.

De grens tussen rogge- en tarwebrood lag dan ook in het zuiden van Zuid-Holland. In het noorden aten alleen de rijken tarwebrood. Voor de armen was zelfs rogge te kostbaar. Zij waren meestal aangewezen op haverbrood. Al in de Middeleeuwen waren er broederschappen en andere weldoeners die één of meer keer per jaar brood uitdeelden aan de armen.

Brooduitdeling op een schilderij uit de 17de eeuw. Al in de Middeleeuwen waren er broederschappen en andere weldoeners die één of meer keer per jaar brood uitdeelden aan de armen.

Brooduitdeling op een schilderij uit de 17de eeuw. Al in de Middeleeuwen waren er broederschappen en andere weldoeners die één of meer keer per jaar brood uitdeelden aan de armen.

hugenoten

1685 - Koning Lodewijk XIV van Frankrijk heft het Edict van Nantes op. Tussen de 50.000 en 75.000 protestantse hugenoten vluchten. Onder hen was de architect Daniel Marot. Hij introduceerde de barokstijl in de Republiek en ontwierp onder meer het trappenhuis van Paleis Het Loo bij Apeldoorn, hier op een tekening van L. Scherm uit omstreeks 1700), door stadhouder Willem III bedoeld als tegenhanger van het paleis van Versailles van Lodewijk XIV, zijn grote rivaal in de Europese politiek van die tijd. Marot ontwierp ook een aantal fraaie woonhuizen aan het Lange Voorhout en de Vijverberg in Den Haag en was hij de ontwerper van de Trèveszaal van het Haagse Binnenhof.

Relevante tijdvakken