Eten buiten de deur

Een officieel diner uit het begin van de 20ste eeuw.Buitenshuis tafelen gebeurde vroeger in herbergen en logementen, waar de gast at wat de pot schafte. Pas in de tweede helft van de 19de eeuw werd het aanbod aan eetgelegenheden diverser.

Er kwamen schaftkelders voor arbeiders, gaarkeukens voor armen en herenclubs voor mannen uit de gegoede stand. Uit Frankrijk was inmiddels een nieuw fenomeen overgewaaid, het restaurant.

Kinderen voor een poffertjeszaak in de sinterklaastijd, op een foto uit 1934.Deze chique eetgelegenheid had haar wortels in de Franse Revolutie, toen veel koks werkloos waren geworden nadat hun adellijke werkgever op het schavot belandde of het land ontvluchtte. Sommigen openden eethuizen voor de burgerij, met gerechten waarbij het herbergvoedsel verbleekte.

In Nederland kwamen de restaurants pas in de tweede helft van de 19de eeuw, en dan nog alleen in de grote steden. Hun klantenkring bestond aanvankelijk vooral uit welgestelde burgers, kooplui en hoge ambtenaren.

Het restaurant van het NZH Tramhuisje, dat lange tijd voor het CS Station in Amsterdam heeft gestaan, in de dertiger jaren.

Het restaurant van het NZH Tramhuisje, dat lange tijd voor het CS Station in Amsterdam heeft gestaan, in de dertiger jaren.

vrije zaterdagmiddag

1919 - Invoering per wet van de achturige werkdag en de vrije zaterdagmiddag.

Relevante tijdvakken