Drinkgerei en dolle pret

Een zilveren molenbeker uit de zeventiende eeuw. Zo’n beker moest worden geleegd voordat de wieken – door blazen in beweging gebracht – stil stonden. In de 17de eeuw werd op Nederlandse feesten en partijen regelmatig het glas geheven. De feestvreugde steeg door het gebruik van koddig drinkgerei van aardewerk, glas of zilver.

Bekend waren ‘snakerijen’ als het laarsglas, de molenbeker en de fopkan. Het laarsglas bijvoorbeeld moest in één teug worden geleegd.

Grap was dat de onvoorzichtige drinker de drank over zich heen kreeg op het moment dat er lucht in de voet kwam. Een 'molenbeker' (rechts) moest worden geleegd voordat de 'wieken' – door blazen in beweging gebracht – stil stonden.

Fopkan van aardewerk uit 1768. De hals is sierlijk en zeer bedrieglijk opengewerkt. Zonder morsen drinken kon alleen door de kan voorzichtig schuin te houden, zodat de vloeistof – via het holle handvat – naar de eveneens holle bovenrand van de kan liep. Daarna kon voorzichtig worden gedronken uit de schenktuit. Doorgaans lukte dat niet en was het lachen geblazen.Op de afbeelding links een fopkan van aardewerk uit 1768. De hals is sierlijk en zeer bedrieglijk opengewerkt. Zonder morsen drinken kon alleen door de kan voorzichtig schuin te houden, zodat de vloeistof – via het holle handvat – naar de eveneens holle bovenrand van de kan liep.

Daarna kon voorzichtig worden gedronken uit de schenktuit. Doorgaans lukte dat niet en was het lachen geblazen.

bed, bad en brood

1981 - De Rijksoverheid neemt de opvang van asielzoekers voor haar rekening. Daartoe wordt het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers opgericht. Het COA krijgt tot taak te zorgen voor een medisch onderzoek en voor ‘bed, bad en brood’ in een opvangcentrum. De asielaanvraag wordt vervolgens behandelt door de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Relevante tijdvakken