Al spoedig werd ook in Nederland glas à la façon de Venise gemaakt, onder meer hoge fluitglazen (zie de afbeeldingen). Fluitglazen waren niet alleen sierlijk, maar ook handig in het gebruik bij de lastige plooikragen uit die tijd.

Vooral de elite schafte steeds vaker fraai drinkgerei aan. In de 18de eeuw werd de hoeveelheid pronkgoed zelfs duizelingwekkend. Veel alledaags drinkgerei was in de 17de eeuw van tin, ‘het zilver van de gewone man’. Daarnaast bleven ook aardewerk, steengoed en zelfs hout in gebruik. Delfts aardewerk werd populair als een goedkope vervanger van het kostbare oosterse porselein.

Op de afbeelding een tinnen wijnkan, detail uit het schilderij Vrolijk gezelschap op een terras voor een herberg van Jan Steen (ca. 1663). De 17de-eeuwse tinnen wijnkan (onder) had een deksel en een lange, afsluitbare schenktuit. Omdat dit type veel voorkomt op schilderijen van Steen, wordt het wel ‘Jan Steenkan’ genoemd.