Oudheid en mode

Omstreeks 1800 werd, onder keizer Napoleon (1769-1821), de mode van het Empire geïntroduceerd, geïnspireerd door de Klassieke Oudheid. De jurken à la grecque of à la romaine hadden een eenvoudige snit en waren gemaakt van soepel vallende witte stof: ragfijn tule, mousseline of gaas.
Pierre-Paul Prud’hon schilderde in 1801/02 dit portret van Rutger Jan Schimmelpenninck, zijn vrouw Catharina Nahuys en hun kinderen. Schimmelpenninck was gezant van de Bataafse Republiek in Parijs.
[klik voor vergroting]
In Nederland volgden de dames van stand deze Franse mode pas laat en bovendien schoorvoetend. Erg behaaglijk was de dunne kledij in ons klimaat immers niet. Je kreeg er algauw maladies de mousseline van: ziekten als griep en blaasontsteking.

Om toch mee te kunnen doen, staken de dames zich in vleeskleurige maillots en warme onderrokken. Maar die deden natuurlijk afbreuk aan het beoogde transparante effect.

Pierre-Paul Prud’hon schilderde in 1801/02 dit portret van Rutger Jan Schimmelpenninck, zijn vrouw Catharina Nahuys en hun kinderen. Schimmelpenninck was gezant van de Bataafse Republiek in Parijs. Geen wonder dus dat zijn vrouw al vroeg een modieuze japon in empirestijl droeg.

kunststoffen

1960 - In de jaren '60 vindt een snelle ontwikkeling plaats van allerlei kunststoffen voor de kledingindustrie, zoals lycra en polyster.