Hoosbloccen, tripjes en poulaines

Boeren liepen in de Middeleeuwen vaak op blote voeten, of droegen eenvoudig schoeisel van stof of leer. Ook de klomp dateert uit deze periode; hij werd in die tijd hollebloc of hoosbloc genoemd.
Adel en burgerij droegen in de Middeleeuwen schoenen en laarsjes van stof of zacht leer dat naar de voet was gevormd.
[klik voor vergroting]
Eeuwenlang beschermde de klomp de voeten van boeren, vissers, werkvolk en schrobbende vrouwen. Hij was goedkoop, warm en droog en bovendien goed voor de voetspieren, al is dat pas veel later ontdekt.

In 1995 werd overigens op het nippertje voorkomen dat de klomp door regelgevers in Brussel werd afgekeurd voor verkoop op de Europese markt. Adel en burgerij droegen in de Middeleeuwen schoenen en laarsjes van stof of zacht leer dat naar de voet was gevormd.

Een voorbeeld is het kinderschoentje met aangenaaide veters uit de 14de eeuw op de afbeelding. Schoenen waren niet goedkoop en werden daarom tegen slijtage beschermd met een ‘trip’: een losse houten zool met wreefband.

Er was in die tijd nog geen onderscheid tussen mannen- en vrouwenschoeisel. In de late Middeleeuwen kwamen de puntige poulaines of ‘tootschoenen’ in de mode, vooral onder adel en welgestelde burgerij.

De poulaines kregen vanaf de 12de eeuw steeds langere punten en moesten worden opgestopt of op andere wijze verstevigd.

Op het schilderij Het snijden van de kei van Jeroen Bosch (ca. 1450-1516) staan de klompen van de patiënt onder zijn stoel. De keisnijder draagt hoge trippen.

Op het schilderij Het snijden van de kei van Jeroen Bosch staan de klompen van de patiënt onder zijn stoel. De keisnijder draagt hoge trippen.
[klik voor vergroting]

Onnozele Kinderen

Op deze dag (28 december) kozen de koorknapen een kinderbisschop. Het was een omgekeerde wereld, waar kinderen de baas waren.