Het familieportret van de Amsterdamse burgemeester Dirck Bas Jacobsz en zijn gezin gunt een blik op de mode van de welgestelde burger omstreeks 1635.

Die mode was overigens niet overal in de Nederlanden dezelfde. In Den Haag bijvoorbeeld was de burgerij, onder invloed van het hof van de Oranjes, internationaler georiënteerd en ging ze zwieriger gekleed dan in de koopmansstad Amsterdam.

Jacobsz en zijn vrouw dragen de conservatieve dracht van de regenten: streng en zwart en met de grote ‘molensteenkraag’. Hun kinderen zijn, met hun neergeslagen kraag van Vlaamse kloskant, modieuzer gekleed, al dragen de dochters de typisch Hollandse diadeemmuts.

De ongetrouwde zoon en dochter rechts volgen de Franse mode, maar zonder al te felle kleuren: in de Nederlanden gaf men de voorkeur aan gedekte tinten. Het kind op de voorgrond is een jongetje, al is dat alleen te zien aan de mannenkraag en de muts met veer.

Jongens droegen tot hun vijfde jaar een rokje; een gewoonte die in sommige klederdrachten nog lang is gehandhaafd.