De opmars van de pruik

Aan het einde van de 17de eeuw droeg de Franse koning Lodewijk XIV (1638-1715) lange pruiken met weelderige krullen. Dus schoor iedere modegevoelige man in Europa het haar kort en spoedde zich naar de pruikenmaker voor zo’n zelfde 'allongepruik'.
Het groepsportret op het schilderij toont de regenten van het Utrechtse Stadsambachtskinderhuis in 1731.
[klik voor vergroting]
Zo begon de pruikentijd die tot in de 19de eeuw zou duren. Welgestelde heren kochten een pruik van vrouwenhaar (arme vrouwen verdienden zo een centje bij); mannen met een plattere beurs namen genoegen met een exemplaar van paardenhaar.

In de 18de eeuw volgden allerlei soorten pruiken elkaar in snel tempo op, soms gecombineerd met het eigen haar. Ook werd het mode de pruik met een soort zalf te pommaderen en vervolgens te poederen. Op herenportretten uit de 18de eeuw is daarom op de schouders vaak wat wit rijstpoeder te zien.

Het groepsportret op het schilderij toont de regenten van het Utrechtse Stadsambachtskinderhuis in 1731. De heren zijn geportretteerd door J.M. Quinckhard en dragen een bescheiden allongepruik. Ook vrouwen droegen pruiken. Deze koets, op een spotprent uit de 18de eeuw, is opengeklapt omdat de dames anders hun hoofdtooi niet kwijt konden.

Deze koets, op een spotprent uit de 18de eeuw, is opengeklapt omdat de dames anders hun hoofdtooi niet kwijt konden.
[klik voor vergroting]

sterke verhalen

Invallen van de Noormannen. Hoewel de verhalen over plundering, verkrachting en brandstichting door deze Vikingen waarschijnlijk zijn aangedikt, vormen de invallen een bedreiging voor de prille economie. Op de foto een Vikinghelm.

Relevante tijdvakken