Nood maakt vindingrijk

In augustus 1940 ging in Nederland textiel op de bon. Drie jaar later was vanwege grondstoffentekorten ook mét bon nog maar weinig te koop.
De vrouw op deze foto uit 1942 draagt een mantel van beddenlakens en een jurk die uit diverse couponnetjes is samengesteld.
[klik voor vergroting]
Er kwam dan ook een verbod op het maken van textielverslindende zaken als extra zakken en capuchons. Wie zich behoorlijk wilde kleden, moest vindingrijk zijn.

Overal werden ruilbeurzen georganiseerd; sommigen plukten schapenwol van het prikkeldraad, en in Den Haag breidde een handige huisvrouw een trui uit de haren van haar chowchow. Verbandgaas bleek geschikt voor babyhemdjes; de stevige stof van herenkostuums werd verknipt om er kinderkleren van te maken.

Ook een zuinige traditie uit het verleden werd in ere hersteld: het lostornen en binnenstebuiten keren van kledingstukken.

De vrouw op deze foto uit 1942 draagt een mantel van beddenlakens en een jurk die uit diverse couponnetjes is samengesteld.

Wet op voedselkeuring

1919 - Eerste Wet op de voedselkeuring. Ze zal in 1935 worden gevolgd door de Warenwet, die regels stelt ter controle van de kwaliteit van eet- en drinkwaar. De naleving berust bij de Keuringsdienst van Waren.