Christenen denken dat we door de zondeval tot het kwade zijn geneigd en daarom altijd zullen proberen onszelf te verbeteren ten koste van de ander.
Anderen menen, in navolging van Darwin, dat de mens door de natuur veroordeeld is tot een hard gevecht om het bestaan waarin alleen de sterksten zullen overleven. Weer anderen wijzen op de duistere kanten van de menselijke psyche of, heel modern, op een ongelukkige samenstelling van iemands genetische materiaal.
Hoe dan ook: mensen kunnen in veel gevallen niet met elkaar overweg en dat
is lastig omdat we van nature sociale dieren zijn die, om te kunnen overleven,
op anderen zijn aangewezen. Er zijn daarom regels en afspraken nodig om het
leven in gemeenschap draaglijk te maken.
Maar dan beginnen de problemen. Want wie stelt die regels vast en aan welke
criteria moeten ze voldoen? Wordt dat overgelaten aan één persoon,
aan een kleine groep of aan alle leden van een gemeenschap? En wie moet toezicht
houden op de naleving ervan en stelt vast of de regels zijn overtreden? Moeten
dat dezelfden zijn die ze hebben geformuleerd, of moet het worden overgelaten
aan derden, aan een onafhankelijke instantie? En wat te doen met degenen die
de regels hebben geschonden? Straffen uitdelen is een oplossing maar wie mag
dat doen? Zij die zich benadeeld weten en overtreders met gelijke munt willen
terugbetalen? Of is dat te riskant, omdat eigenrichting nu eenmaal de neiging
heeft uit de hand te lopen? Is het misschien beter het strafmonopolie in handen
te leggen van een instantie die boven de partijen staat? Maar hoe kunnen we
erop vertrouwen dat die haar taak naar eer en geweten vervult?
Straf
en doel
Ander probleem: wat is het doel van een straf? Wraak of vergelding kunnen motieven
zijn om iemand te straffen. Het belang van de groep, of van het slachtoffer,
staat dan voorop. De straf is een soort boetedoening voor de verstoring van
de maatschappelijke orde of voor het leed dat een ander is aangedaan. Andere
mogelijkheid is de dader centraal stellen. Vraag is dan waarom hij zijn misdrijf
heeft begaan, en hoe kan worden voorkomen dat hij in de toekomst opnieuw in
de fout gaat. Uitgangspunt is dat de overtreder zich kan verbeteren en bij
zijn misdrijf niet goed heeft beseft wat hij heeft misdaan.
Straffen heeft
in zo'n geval weinig zin. Beter is het zo iemand op te voeden en hem andere
normen bij te brengen, in de hoop dat hij zijn fout inziet en niet in herhaling
valt. Behalve vergelding en opvoeding hebben straffen nog een andere functie.
Als een foutparkeerder op een bepaalde plaats regelmatig een bon krijgt,
zal hij geneigd zijn de auto voortaan elders neer te zetten. Straffen, kortom,
schrikken ook af. Ze kunnen in sommige gevallen preventief werken en ertoe
leiden dat mensen zich houden aan de regels.
Vraag is altijd hoe ver de overheid met het straffen mag gaan. Tegenwoordig
vinden we dat een straf in het leven van de gestrafte niet verder mag ingrijpen
dan redelijk is ten aanzien van de ernst van de overtreding en moet uit een
oogpunt van algemeen belang dienstig zijn ter voorkoming van verdere strafbare
feiten.
Oog om oog of niet?
W at in dit verband als algemeen belang wordt gezien, is afhankelijk van plaats
en omstandigheden. In de Middeleeuwen werden overtreders zonder veel omslag
voor lichte vergrijpen voor het leven getekend door hen te brandmerken of
te verminken. En wie eind 19de eeuw een brood stal, kon rekenen op minstens
een paar weken gevangenisstraf, ook al stond de dief of zijn gezin op het
punt van honger om te komen.
Tegenwoordig zijn er zelfs bisschoppen die geneigd
zijn zoiets door de vingers te zien. Toen niet; aantasting van het eigendomsrecht,
zelfs al ging het om een simpel brood, was een zware overtreding.
Tweeduizend jaar misdaad en straf betekenen tweeduizend jaar worstelen met
dit soort vragen. In de loop van de eeuwen zijn ze op uiteenlopende wijze beantwoord.
In de Middeleeuwen was het niet ontoelaatbaar dat de benadeelde partij het
recht in eigen hand nam.
Zou iemand dat nu doen, dan loopt hij grote kans daarvoor gestraft te worden
- tenzij hij kan aantonen uit noodweer te hebben gehandeld. In de Middeleeuwen
werd vaak ook uit wraak gehandeld en wogen de belangen van de benadeelde sterker
dan die van de crimineel. Tegenwoordig wordt openlijk geklaagd dat het strafrecht
teveel aan de kant van de veroordeelde staat en te weinig oog heeft voor het
slachtoffer.
Rechts:
Voor alles wat een beul met een gevangenen moest doen, werd hij betaald. Vooral grote terechtstellingen brachten hem veel op. Zo kreeg hij in de 18de eeuw dertig gulden voor het ophangen van een veroordeelde of het afhouwen van een hoofd. Hier is een middeleeuwse beul afgebeeld op een miniatuur uit de Fasciculus temporum, een geïllustreerd handschrift over de wereldgeschiedenis. (Bibliotheek Arnhem)
Onder: In 1970 lag het heersende gezag onder zware druk. Deze politieagent steekt nog braaf zijn hand uit om de Coolsingel in Rotterdam over te steken, maar dergelijke regels werden in het algemeen op grote schaal overtreden.
(GA Rotterdam)