Later in de Middeleeuwen groeide de kennis van de omringende wereld, onder meer door de kruistochten en doordat velen op bedevaart gingen.

Sommige bedevaartplaatsen lagen betrekkelijk dicht bij huis, zoals Amersfoort waar in 1444 een miraculeus beeldje van Maria was gevonden (afbeelding), of Aken, Utrecht, Boxtel, Schiedam en Scherpenheuvel.

De drukst bezochte bedevaartplaatsen lagen echter verder van huis. Zoals het Spaanse Santiago de Compostela (met het veronderstelde graf van de apostel Jacobus), Rome (waar de apostel Petrus was begraven) en uiteraard Jeruzalem.