Massaal op reis

Modern vermaak in Walibi.
[klik voor vergroting]
Eind jaren vijftig kwam Nederland er weer bovenop. Na jaren van hard werken tegen lage lonen was de naoorlogse wederopbouw voltooid en konden de vruchten van de noeste arbeid worden geplukt.

De lonen schoten omhoog; de bomen leken tot in de hemel te groeien. Met honderdduizenden tegelijk gingen fietsen, brommers, scooters en zelfs auto's winkel en showroom uit.

Tegelijkertijd nam het aantal vakantiedagen, in 1945 gemiddeld nog zo’n 12 per jaar, rap toe. Aan alle voorwaarden om er massaal op uit te trekken was dus voldaan. Aanvankelijk gebeurde dat nog met een enkeldaks tentje en vooral in eigen land. De kuststrook, de Veluwe, de Drentse heide, de Brabantse vennen en het Limburgse heuvelland (met Valkenburg als centrum) waren het meest in trek.

Anders dan vóór 1940, toen de Nederlander doorgaans in georganiseerd verband op pad ging, trokken in de jaren vijftig steeds meer gezinnen er op uit. Om deze nieuwe doelgroep te gerieven, ontstonden vanaf deze tijd grote attractieparken zoals de Efteling, Madurodam, Ponypark Slagharen, de Beekse Bergen, Avifauna, de Flevohof en het Dolfinarium te Harderwijk.

Geleidelijk echter werden de eisen hoger. De tent moest plaatsmaken voor de caravan; de brommer voor het vliegtuig; een weekje aan zee voor de Eifel, de Ardennen, de Ardèche en ten slotte voor de kusten van de Middellandse Zee, Indonesië en zelfs het Paaseiland bestemmingen die tot voor kort alleen de allerrijksten zich konden veroorloven.

Holle Bolle Gijs in het door Anton Pieck in 1952 ontworpen sprookjesbos van de Efteling.
[klik voor vergroting]

Bintje

1905 - Schoolmeester K. de Vries uit het Friese Suameer, die in zijn vrije tijd experimenteert met aardappelrassen, kweekt een nieuw ras dat hij naar een van zijn leerlingen ’Bintje’ noemt.

Relevante tijdvakken