Trek naar buiten

Halverwege het voorjaar, zo in de loop van mei, was in de 17de eeuw in veel steden sprake van een nerveuze drukte. Schuiten, koetsen en karren werden volgeladen met meubels, serviesgoed en kleding.
Halverwege het voorjaar, zo in de loop van mei, was in de 17de eeuw in veel steden sprake van een nerveuze drukte. Schuiten, koetsen en karren werden volgeladen met meubels, serviesgoed en kleding.
[klik voor vergroting]
Het was een zeker teken dat de zomer op komst was en de welgestelde burgerij zich opmaakte voor het vertrek naar haar buitenplaatsen.

Het buitenleven had in deze eeuw een hoge vlucht genomen. In deftige families was het mode een buitenhuis te hebben, ver van de stinkende en benauwde stad. Het meest in trek waren buitenplaatsen langs een rivier (Vecht, Spaarne of Amstel) of in een lommerrijke omgeving zoals het Gooi, Kennemerland of Oost-Gelderland.

Van de meer dan zestig buitenplaatsen die langs de Amstel gestaan hebben, zijn er nog drie over. Eén ervan is Amstellust. In de buitenplaatsen kun je in steen de welvaart van de Amsterdamse kooplieden en reders zien. De buitenplaatsen waren vaak omgeven door een park en de eigenaren hadden een hele hofhouding in dienst. De buitens langs de Amstel waren overigens nog relatief bescheiden. Langs de Vecht en in Kennemerland werd nog groter uitgepakt en woonden de allerrijksten.  

C. Huygens dichtte in de zeventiende eeuw:

Het landhuis
er ligt een landhuis aan de stroom, verlaten
met donk’re luiken staart het blind,
en laat de stroom, die voortglijdt, praten
en luistert niet naar ’t fluist’ren van de wind

maar vroeger, toen hoogmogenden der staten,
daar in de zomer poosden van’t bewind
en staat en krijg, voor huis en vree vergaten
en kind’ren stoeiden over ’t melkwit grint,
toen lééfde ’t huis, en op de bevolkte stroom
wiegden de schepen, die blankzeilig gleden
vredig van gang, naar ’t schatrijk amsterdam

nu droomt ’t landhuis zijn eeuw’gen droom
van eind’loos heimwee
naar die langvervlogen,
glorievolle tijd,
die nimmer wederkwam
 

kindersterfte

1975 - Nieuw onderzoek toont aan dat, op Zweden na, Nederland het laagste kindersterftecijfer ter wereld heeft: 10,3 sterfgevallen op 1.000 geboorten.

Relevante tijdvakken