‘t Nut in de bres voor het onderwijs

De Maatschappij tot Nut van het Algemeen, kortweg ‘’t Nut’ genoemd, was sterk beïnvloed door de ideeën van de Verlichting. De vereniging was in 1784 opgericht door Jan van Nieuwenhuyzen, een doopsgezinde predikant te Edam.
Gekalligrafeerde zinneprent op de Maatschappij tot Nut van het Algemeen.
[klik voor vergroting]
In 1796 publiceerde de Maatschappij het rapport ‘Algemeene denkbeelden over het nationaal onderwijs’.

Volgens de samenstellers was het met het onderwijs in het land treurig gesteld. Onderwijzers genoten weinig aanzien en waren nauwelijks voor hun taak berekend, vooral omdat ze slecht werden betaald en geen pensioen hadden.

Daarom moesten ze bijklussen en gingen de meesten door met lesgeven tot ze erbij neervielen. Bovendien waren de meeste lokalen smerig en ongezond.

Ook het lesprogramma deugde van geen kanten, omdat alles draaide om godsdienst- en bijbelkennis.

‘t Nut hoopte dat de net aangetreden nationale regering van de Bataafse Republiek verregaande hervormingen zou doorvoeren.

Rechts een fraai gekalligrafeerde zinneprent op de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. In de bovenste rand een portret van oprichter Jan van Nieuwenhuyzen.

cholera

1832 - Een cholera-epidemie eist zo’n 10.000 slachtoffers. De eerste slachtoffers waren enkele Scheveningse vissers die ziek thuis kwamen: ze gaven een vuilwit vocht op, hun huid kreeg een gele kleur en onder hun ogen verschenen blauwe kringen. In 1848 wordt Nederland opnieuw door cholera getroffen. Eén op de 70 Nederlanders raakt besmet. De epidemie van 1853 eist ongeveer 9000 doden. Bij de laatste grote cholera-epidemie, in 1866 vallen circa 20.000 slachtoffers. Toen in 1883 de cholerabacil werd ontdekt, bleek ze vooral te gedijen in vervuild en stilstaand water. Pas toen werd bewezen dat het gebruik van water uit grachtjes zoals hier afgebeeld, in de Amsterdamse Jordaan, uiterst gevaarlijk kon zijn.