Mammoet door de muren

Onderwijsminister Jos van Kemenade (1973)
[klik voor vergroting]
In 1888 hield HBS-directeur J. Renssen een opmerkelijke rede ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van Thorbeckes Wet op het Middelbaar Onderwijs.

Volgens Renssen was de Nederlandse onderwijswereld een ondoorgrondelijk geheel. Omdat de verschillende schooltypen los van elkaar stonden, was het praktisch onmogelijk van het ene type door te stromen naar het andere. Hij vond dat een schande omdat vooral kinderen uit de lagere klasse het slachtoffer waren van dit categorale systeem; ze kregen weinig kansen hun kwaliteiten te ontplooien.

Hoewel de aanwezigen precies wisten wat Renssen bedoelde, gebeurde er lange tijd niets. Ook de zogeheten 'ineenschakelingscommissie', in 1903 ingesteld om te onderzoeken of de verschillende onderwijsinstellingen geïntegreerd konden worden, leidde tot niets.

Hetzelfde gold voor de plannen van de ministers Bolkenstein en Rutten uit 1939 en 1951 die hetzelfde beoogden. In de praktijk kwam het merendeel van de kinderen uit de arbeidersklasse niet verder dan de lagere school, de MULO of het lager beroepsonderwijs; gingen de kinderen uit de middenstand naar HBS of MMS, en kwam alleen het kroost van de elite bijna vanzelfsprekend terecht op lyceum of gymnasium en vervolgens op de universiteit.

Pas de invoering, in 1968, van de Wet tot regeling van het voortgezet onderwijs maakte aan deze situatie een einde. In de wandelgangen werd ze de Mammoetwet genoemd, naar de opmerking van een tegensputterend Kamerlid dat de ingrijpende operatie het gehele voortgezette onderwijs in één wet regelen afdeed met de woorden 'Laat die mammoet maar in het sprookjesleven voortbestaan'.

De nieuwe wet kende voortaan drie soorten onderwijs: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (gymnasium, atheneum, lyceum), algemeen voortgezet onderwijs (LAVO, MAVO en HAVO) en beroepsonderwijs (LBO, MBO en HBO).

Ze regelde bovendien de doorstromingsmogelijkheden tussen de drie, introduceerde tal van nieuwe elementen (zoals de brugklas) en vakken (zoals handvaardigheid en maatschappijleer) en beperkte het aantal eindexamenvakken.

Op de foto uit 1973 de toenmalige onderwijsminister Jos van Kemenade.

de eerste dorpen

Boeren hebben zich inmiddels gevestigd in kleine dorpjes, verspreid over ons land. Belangrijke vondsten zoals in het Gelderse Kootwijk, laten aan de hand van paalsporen de indeling van een vroeg-middeleeuws dorp zien.

Relevante tijdvakken