Immigreren naar de natie

Neville D. Goldsmid reageert op klachten...
[klik voor vergroting]
In 1815 begon in het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden een proces van natievorming. Gedurende het grootste gedeelte van de 19de eeuw bleef de immigratie beperkt tot trekarbeiders (Hollandgänger) uit Westfalen en een enkeling die actief was tijdens het begin van de industrialisatie van het land.

Het aantal vreemdelingen nam dan ook geleidelijk af. Aan het einde van de 18de eeuw had de bevolking nog voor zes procent uit vreemdelingen bestaan; in 1870 was dat nog maar twee procent. In het laatste kwart van de 19de eeuw begon ook in Nederland de Industriële Revolutie.

Vooral in de steden nam de werkgelegenheid explosief toe. De Engels ingenieur Neville D. Goldsmid werd in Den Haag bijvoorbeeld directeur van de zeer moderne Compagnie d’éclairage au Gaz des Pays Bas (Nederlandse Maatschappij voor Gasverlichting).

Op de afbeelding reageert Goldsmid in de krant op de klachten over de prijs en kwaliteit van door hem geleverde diensten. Door de Industriële Revolutie waren er nieuwe wegen en kanalen nodig voor de aan- en afvoer van grondstoffen en producten, en nieuwe wijken voor het huisvesten van de duizenden arbeiders.

De groeiende werkgelegenheid leidde echter vooral tot een massale binnenlandse migratie. Wel groeide het aantal joden uit Oost-Europa, tot 140.000 aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.

De 20ste eeuw zou de échte periode van de immigratie worden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bood Nederland onderdak aan bijna een miljoen Belgische vluchtelingen, van wie de meesten na 1918 naar hun land zouden terugkeren.

In de jaren dertig, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, kwamen in Duitsland de nationaal-socialisten aan de macht en begon in dat land de vervolging van joden en politieke tegenstanders van het nazibewind.

Velen van hen kwamen naar Nederland. Maar daar waren vooral joodse vluchtelingen nòg minder welkom dan hun voorgangers in de 17de eeuw.

22 februari - Sint Pieter

22 februari - Sint Pieter De naamdag van de apostel Petrus wordt van oudsher gezien als de scheiding tussen winter en zomer. Dienstboden en knechten verlaten hun oude dienst om een nieuwe te beginnen. In het Friese Dorp Grouw wordt tot op de dag van vandaag Sint Pieter in plaats van Sinterklaas gevierd.