Nederland krijgt vorm

A. Arentse: Rivierlandschap met zigeuners (17e eeuw)
[klik voor vergroting]
In de 9de en 10de eeuw begon het Frankische Rijk uiteen te vallen en bedreigden invallen van de Noormannen de prille economische infrastructuur. In de 10de eeuw werd het wat rustiger.

Er ontstonden krachtige vorstendommen; nieuwe steden als Tiel aan de Rijn en Deventer aan de IJssel gingen een hoofdrol spelen in de West- en Midden-Europese handel, en grote gebieden werden ontgonnen en permanent bewoond.

De meerderheid van de bevolking woonde op boerenhoeven van de koning, de graaf van Holland en zijn leenmannen of de abdijen. Het wegblijven van de Noormannen leidde tot een stabielere situatie en dat stimuleerde de ontginning van moerassen en woeste gronden.

Tussen de 11de en de 14de eeuw werd het middenwesten van Holland ontgonnen; ruwweg het gebied dat wordt begrensd door Leiden, Utrecht en Schoonhoven. Deze ontginningen brachten een langdurige migratie op gang, vooral uit de kop van Noord-Holland en Friesland.

De steden, met hun groeiende geldeconomie, trokken ook buitenlanders aan: kooplui, kredietverschaffers en wisselaars van vreemde valuta. De Nederlanden kregen in die tijd een bevolkingsstructuur die tot ver in de 16de eeuw nauwelijks zou veranderen.

Op het schilderij van de 17de-eeuwse schilder A. Arentse een rivierlandschap met zigeuners, een bevolkingsgroep die in eerste instantie gastvrij werd ontvangen, maar later niet meer welkom was.

energiecrisis

1973 - De energiecrisis maakt duidelijk dat er zuiniger met energie moet worden omgegaan. In 1979 worden de eerste flats met zonnepanelen gebouwd in de wijk Waardhuizen in Amstelveen.