De kromme lijn van Crommelin

De eerste trein in Nederland reed in 1839, tussen Haarlem en Amsterdam. Niet lang daarna werd begonnen aan het traject Haarlem-Leiden en wat later aan Leiden-Rotterdam.

Mr. Aarnoud Hendrik van Wickevoort Crommelin woonde op het landgoed Berkenrode bij Heemstede en wilde graag een station in Heemstede, omdat het tot dan toe voor hem een uur reizen was per koets om bij een station te komen. Bovendien dacht hij dat een station goed zou zijn om het toerisme naar Zandvoort wat meer op gang te laten komen.  

In 1842 weigerden de spoorwegen echter een halte te maken in Heemstede, want ze wilden de trein niet te vaak laten stoppen tussen Haarlem en Leiden. Groot was de ontzetting van Crommelin, toen bleek dat de trein op vijf andere heel kleine stations wel stopte.

Crommelin liet dit niet op zich zitten. Toen het spoor werd doorgetrokken naar Rotterdam, kocht hij, samen met wat vrienden een stuk land bij Delft, het Laantje van Van der Gaag. Dit stuk land wilde hij wel verkopen aan de spoorwegen, voor maar liefst 20.000 gulden (dat is de prijs van een locomotief!), terwijl de waarde van het stuk land was geraamd op 100 gulden. Of, er moest een halte komen bij Heemstede.

De spoorwegen lieten zich echter niet chanteren. Ze hadden al zoveel weerstand gehad op dit traject, dat ze zich nu niet lieten dwarsbomen door een opstandige baron. Ingenieur Conrad fabriceerde in 1847 een heel slim hulpspoor, helemaal om het landje heen. Met veel kunst en vliegwerk kon er zo tóch gereden worden.     

Na vier dagen zag Crommelin de onzin van de situatie in. En ook de publieke opinie speelde mee. Mensen mopperden dat het hem om persoonlijk gewin te doen was, terwijl Crommelin zei ‘het voor heel Heemstede’ te doen. Hij bood het stukje land gratis aan aan de Spoorwegen, in ruil voor de halte bij Heemstede, maar hij had het bij de spoorwegen helemaal verbruid: er kwam geen deal. Uiteindelijk gaf Crommelin het landje op. Diezelfde nacht trok ingenieur Conrad de lijn door en ’s ochtends kon er al weer gereden worden. Op een rechte lijn dit keer.

De hoofdrolspelers uit dit verhaal zijn niet vergeten. Ingenieur Conrad, baron Crommelin en landeigenaar Van der Gaag zijn vereeuwigd in straatnamen in Delft, precies op de plek waar het hulpspoor gelegen moet hebben. En iedere spoorwegliefhebber kent het verhaal van de ambitieuze baron van Wickevoort Crommelin en het laantje van Van der Gaag.    


Meer info:

  • Bomans, J. A. 1989: 'Het kromme lijntje van Crommelin en de Heerweg zonder Heren' in: Nieuwsbrief VOHB, nummer 59, februari 1989, pagina 13-19.
  • Krol, Hans 1989: 'Het Cromme Lijntje van Crommelin', in: Nieuwsbrief VOHB, nummer 62, pagina 12-15.
  • G.van Duinen 1977: 'De geschiedenis van de Heerlijkheid Berkenrode.' In: Nieuwsbrief VOHB, blz. 24-26.
  • Nordex BV: Berkenrode. Heerlijkheid, landgoed en huis.
  • Reeuwijk, G.F. van 1985: De breedspoorlocomotieven van de HSM, Alkmaar.
  • Originele stukken Wickevoort Crommelin zijn te vinden in het Kennemerarchief in Haarlem: www.avk-haarlem.nl, nummers 196-201.
  • Op zoek naar het “Laantje van Van der Gaag”, NS-maandblad, p. 10-12 op www.spoorzoeker.nl
  • Website spoorwegmuseum www.spoorwegmuseum.nl

Romaanse kerken

De Romaanse bouwstijl is de eerste algemeen geldende stijl in Europa. Karakteristiek zijn de massieve muren, de kleine rondboogramen, het tongewelf en het kruisgewelf (twee halve tonnen die elkaar snijden). Sommige Romaanse kerken hebben een crypte: een (half-) onderaardse ruimte waarin relikwieën van heiligen worden bewaard. Op de afbeelding van boven naar onder: een tongeweld; een kruisgewelf met rondboog en een kruisribgewelf met spitsboog.

Relevante tijdvakken