‘Konstige meesters’

Ook in de 17de en 18de eeuw had de medische stand hinder van rondreizende kwakzalvers. Zij zagen zichzelf als ‘konstige meesters’, met meer praktijkervaring dan de opgeblazen medicinae doctores.
Op het doek van Jan Steen vertoont een ‘reizende meester’ zijn kunnen.
[klik voor vergroting]

Als bewijs van hun kunnen toonden zij quasi-officiële stukken waarin lieden van onbesproken gedrag de meester aanbevalen. Hun komst op kermis of jaarmarkt werd vaak aangekondigd door mensen die zogenaamd door hem waren genezen en dat luidkeels uitbazuinden.

Ook met strooibiljetten werd klandizie getrokken. Begin 18de eeuw werd de bevolking zo de komst aangezegd van de breukzetter en steensnijder J. Francken, ‘wiens werck is eerstelijk blinde menschen op een nieuwe en gemakkelijke wijze te cureren, deels in twee of drie minuten. Ten tweeden, snijd diegeene die met den steen in de blaes beladen zijn. Ten derde geneest alle gebrookene menschen, deels door een klijne snee en deels met bequame handen’.

Op het doek van Jan Steen vertoont een ‘reizende meester’ zijn kunnen.

sterke verhalen

Invallen van de Noormannen. Hoewel de verhalen over plundering, verkrachting en brandstichting door deze Vikingen waarschijnlijk zijn aangedikt, vormen de invallen een bedreiging voor de prille economie. Op de foto een Vikinghelm.

Relevante tijdvakken