Nederlandse Jodenjagers

Niet alleen Duitsers zoeken naar joodse onderduikers. Ze kregen hulp van Nederlandse premiejagers van het Amsterdamse Bureau voor Joodse Emigratie die ongeveer 15.000 Joden oppakten.

Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 55 sec.)

Media:

  • Nederlandse Jodenjagers
    Nederlandse Jodenjagers
    Niet alleen Duitsers zoeken naar joodse onderduikers. Ze kregen hulp van Nederlandse premiejagers van het Amsterdamse Bureau voor Joodse Emigratie die ongeveer 15.000 Joden oppakten.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 55 sec.)
    Hollandse Schouwburg
    Hollandse Schouwburg
    In Amsterdam opgepakte Joden werden voor hun deportatie naar Westerbork door de SS bijeen gebracht in de Hollandsche Schouwburg. Klaartje de Zwarte beschrijft in haar dagboek hoe het daar toeging.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 12 sec.)

Colonne-Henneicke

De medewerkers van Hausraterfassung, ook wel Colonne-Henneicke genoemd, naar hun chef, zijn een half jaar actief geweest als Jodenjagers.
Zij hebben hard en effectief gewerkt. Tussen maart en september 1943 hebben ze tussen de 8000 en de 9000 Joden gearresteerd en bij de Klaartje de Zwarte-Walvisch en haar man..

Ze moesten daar een handtekening van een Duitse bewaker zien te krijgen onder een bewijs van inlevering van een of meer Joden. Op vertoon daarvan konden ze later bij hun chef, Willem Henneicke, een statenloze zoon van een Duitse immigrant, de premie incasseren.

Henneicke schreef daarvoor een kwitantie uit, waarop namen, adressen en geboortedata van arrestanten waren vermeld, plus het uitbetaalde bedrag. Daarvan zijn er na de oorlog een paar teruggevonden.

Henneicke hield kantoor bij de Zentralstelle, in een gevorderde school aan het Adama van Scheltemaplein in Amsterdam-Zuid. Daar gebruikte hij de gymnastiekzaal om arrestanten zolang op te bergen. In verschillende lokalen konden Joodse mensen worden verhoord.

De leden van de Colonne Henneicke – ongeveer 30 op contractbasis, en een stuk of twintig als een soort freelancers daaromheen – hadden daarbij maar één doel: uit de gearresteerde Joden zoveel mogelijk nieuwe namen en adressen te peuren.

Daarbij gebruikten ze vaak grof geweld. In juni 1943 trok een deel van de afdeling naar een pand aan de Noorder Amstellaan, waar dezelfde praktijken werden toegepast.


Bron:
*Ad van Liempt, 'Kopgeld, Nederlandse premiejagers op zoek naar Joden' (Amsterdam, 2002)
*Nationaal Archief