Wat valt er nog te kiezen? door Jonathan Maas
Dik een eeuw na invoering van het kiesrecht klagen we over graaiers en zakkenvullers en zijn we cynisch over de politiek. Hebben we te veel democratie en te weinig goed bestuur?
In de Amerikaanse tv-serie House of Cards waaraan ik verslingerd ben zien we de hyperambitieuze Frank Underwood door roeien en ruiten gaan om president te worden – en te blijven. Tegenstanders ruimt hij vakkundig uit de weg, in het Witte Huis wordt gemanipuleerd bij het leven en achterkamerdealtjes zijn niet van de lucht. De scenarioschrijvers Beau Willimon en Michael Dobbs (van de gelijknamige Britse serie) hebben beiden voetsporen in de politiek en moeten in en in cynisch zijn geworden over wat zij daar aantroffen. In een andere politieke tv-serie, het Deense ‘Borgen’, zien we Birgitte Nyborg als premier worstelen met haar idealen en de weerbarstige politieke realiteit, hier ook niet al te fris in beeld gebracht. Veelzeggend, deze zwarte kijk op de westerse democratie?
In de negentiende eeuw wordt het kiesrecht beetje bij beetje uitgebreid totdat begin twintigste eeuw alle burgers, ook vrouwen, hun volksvertegenwoordiging mogen kiezen. Een verworvenheid zou je zeggen, een groot goed, een systeem waar je blij mee mag zijn. Hoe zijn we in 2015 dan zo cynisch geworden, dat zelfs de meest genuanceerden onder ons moeten toegeven dat populisten af en toe een punt hebben wanneer ze over politici spreken als ‘graaiers’ en ‘zakkenvullers’? Valt er nog wel ècht iets te kiezen wanneer politici vooral met zichzelf en hun eigen carrière bezig zijn in plaats van met het algemeen belang? Wanneer ze hun principes uitruilen om maar aan de macht te blijven?
Vroeger stemde je als kiezer op het algemeen belang, nu kies je voor jezelf’, zegt Meeus. ‘Politici zijn trendvolgers, producten van de maatschappij
Dat er genoeg te kiezen valt, staat buiten kijf: Groen Links en D66 denken wezenlijk anders over Europese eenwording en immigratie dan PVV en SGP en ChristenUnie heeft echt andere opvattingen over abortus en euthanasie dan de liberale partijen. Maar de kiezer kiest tegenwoordig puur op individuele gronden, los van traditie. En ondertussen zijn de wetten van de reclame en microtargeting zijn bij de politieke partijen aangekomen. Zij bepalen steeds fijnzinniger hun doelgroep, neemt politiek redacteur van het NRC Tom-Jan Meeus waar.
‘Vroeger stemde je als kiezer op het algemeen belang, nu kies je voor jezelf’, zegt Meeus. ‘Politici zijn trendvolgers, producten van de maatschappij. Ook zij hebben nog weinig aanvechting om in hun individuele gedrag het algemeen belang tot uitgangspunt te nemen.’ Bovendien is niets menselijks politici vreemd. Eerzucht hoort bij de mens, hoezo zou een politicus daarvan verschoond zijn? Gelukkig zijn er naast verkiezingen in onze democratie ook juridische correctiemechanismen ter bescherming tegen machtsmisbruik, stelt politicoloog Wouter van der Brug, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. In ons land nog geen Chinese taferelen. Van der Brug: ‘Als mijn huis afgebroken dreigt te worden omdat een politicus wat anders met mijn straat van plan is, heb ik allerlei wettelijke mogelijkheden om in verzet te komen.’
Het vertrouwen in de democratie is groot in ons land, het opkomstpercentage bij de Tweede Kamerverkiezingen ligt rond de 75 procent. Nederlanders hebben het vertrouwen dat hun stem er toe doet, destilleert Meeus hieruit. Het vertrouwen in politici echter is alleen niet al te groot. ‘We hebben een goed systeem om alle stemmen in de Kamer te brengen’, zegt Meeus, ‘maar dat dreigt het bestuur onmogelijk te maken. We hebben te veel democratie en te weinig goed bestuur.’ Hoe komt dat?
De kiezer wil helderheid, stelt Meeus. Wordt er overwegend links gestemd, dan wil de kiezer een linkse regering. Stemt ‘ie rechts, moet er maar een paar jaar rechts worden bestuurd. Meeus: ‘De polariteiten laten samenwerken, zoals nu met PvdA en de VVD, is funest voor het vertrouwen in de politiek, zeker onder laag opgeleiden. Naarmate de onvrede over dit paarse regeren groeit, neemt het populisme toe. Het probleem: om echt iets te kunnen bereiken moet de coalitie een meerderheid hebben in de Eerste Kamer. Populistische partijen als SP en PVV zijn niet beschikbaar voor steun aan de coalitie, dus kom je er op uit dat traditionele rechtse en linkse partijen moeten samenwerken. Ons stelsel is verlammend en verouderd en schreeuwt om verandering.’
Tussentijdse verkiezingen leiden tot strategisch gedrag van politici, geeft onrust en is onwenselijk. Eens in de vier jaar verkiezingen en verder geen gezeur.
Wat zijn mogelijke alternatieven? Een kiesdrempel invoeren - vergroot de bestuurbaarheid maar verkleint de democratie. Een districtenstelsel waarbij een partij in de praktijk vaak een automatische meerderheid behaald, zoals in Engeland, leidt tot minder keuze maar tot meer duidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor het gevoerde beleid. ‘Toch hebben we in Engeland ook te maken met kiezers die teleurgesteld zijn in politiek beleid’, nuanceert Van der Brug. Verwacht daar dus ook niet het walhalla van. Daar komt bij dat Nederlandse kiezers voortdurend stemmen op partijen die het onmogelijk maken om ons kiesstelsel te veranderen, zegt Tom-Jan Meeus. De populistische partijen, die geen heil zien in verandering omdat het voor henzelf nadelig is (zij delven bij een districtenstelsel het onderspit tegen grotere partijen), hebben een kwart van de Kamers in bezit en voor verandering van het stelsel is een meerderheid van tweederde nodig over twee kabinetsperioden.
Is er dan nog hoop voor de kiezer die een heldere keuze voorgelegd wil krijgen: links of rechts? De meest praktische oplossing is dat de bestaande partijen zelf fuseren, concludeert Meeus. Van der Brug zou vooral de situatie rond de Eerste Kamer willen veranderen. Dat die bijna evenveel macht heeft als de Tweede Kamer, ‘maar zonder direct mandaat’, is hem een doorn in het oog. ‘Volksvertegenwoordigers die een parttime baan hebben en bij lobbyorganisaties belangen behartigen is natuurlijk vrij dubieus’, zegt hij terecht. Ook wil hij af van tussentijdse verkiezingen. Van der Brug: ‘Valt een kabinet, jammer dan, formeer maar opnieuw. Tussentijdse verkiezingen leiden tot strategisch gedrag van politici, geeft onrust en is onwenselijk. Eens in de vier jaar verkiezingen en verder geen gezeur.’
Aanbevelingen die het onderzoeken waard zijn. Ondertussen moeten we het doen met wat we hebben en alle tot ons beschikking zijnde middelen gebruiken om de macht kritisch te volgen. En maar hopen dat de door House of Cards voorgeschotelde politieke realiteit omwille van de dramaturgie enigszins gechargeerd is, en dat Mark Rutte [Spoiler] kritische journalisten niet zomaar voor de metro gooit.