3 Stoom

basic

Thorbeckes warme band met Twente door Marja Ros

Brieven van Jan Rudolf Thorbecke aan Twentse industriëlen

p.onbekend---NL-HaNA_2.21.161_65_18540627_Van_2.jpg

Jan Rudolf Thorbecke. Geboren op de drempel van de negentiende eeuw in Zwolle 14 januari 1798. Hij overlijdt bijna drie kwart eeuw later in Den Haag en is in die periode uitgegroeid tot de grootste staatsman van de eeuwThorbecke is verantwoordelijk voor de grondwetsherziening in 1848 waarmee de grondslag werd gelegd voor een moderne parlementaire democratie. Drie maal heeft hij leiding gegeven aan een regering en hij was 9 jaar lang minister van Binnenlandse zaken, in die tijd veruit het belangrijkste departement. Een jurist, vlijmscherpe meester in het debat. Persoonlijke vriendschappen waarvan hij er vele had waren voor hem van ondergeschikt belang in zijn politieke leven. Die steile manier van handelen heeft hem in de loop der jaren ook veel vijanden opgeleverd.. In de regio Twente onderhield hij warme banden met een groot deel van de Twentse elite. Vooral met de familie Stork en van Heek waren er nauwe contacten. Dat blijkt onder meer uit de correspondentie die hij met hen onderhield. Brieven waaruit een beeld naar voren komt van de snelle industriële groei die Twente doormaakt.

Uit de brieven blijkt ook dat Thorbecke niet alleen maar de steile, formele politicus was waarvoor hij door velen werd gehouden. Hij had een buitengewoon gevoelige en emotionele kant. Bij zijn Twentse vrienden vindt hij troost in moeilijke tijden zoals bij het overlijden van zijn geliefde vrouw Adelheid Solger, in zijn vele brieven aan haar aangeduid als mijn lief, mijn engeltje of mijn madonnaatje.

Thorbecke bezoekt Twente verschillende malen.

Hooggeachte heer en vriend! Huiswaarts gekeerd, ben ik nog geheel vervuld van wat ik bij u hoorde en zag. Indien Holland soms sukkelig en verouderd kan schijnen, Twente is een land in de eerste kracht van jeugdige ontwikkeling. Zo als natuurlijk is gaan in Twente vrijheidsgevoel en constitutionele moed met het voortbrengend vermogen te samen. In uw gastvrij huis vond ik de aangenaamste ontvangst. 
(…) Blijf mijn vaderlijke vriend, aan wie ik van mijn zijde steeds met innige erkentelijke hoogachting blijf denken. Thorbecke

Aan B.W Blijdensteijn sr, juni/juli 1854

Het ongunstige weer, dat ons op de terugreis overviel, heeft weinig indruk op ons gemaakt; geest en gevoel waren nog te zeer bezig met de velerlei genoegens die we bij u smaakten(..) een schoon , huiselijk genot, een viering van welwillendheid en vriendschap paarde zich aan het gezicht op een moedige maatschappij vol leven en handeling. Het vertrouwen op onze toekomst , dat men hier wel eens moeite heeft om vast te houden , wordt in Twente bevestigd. (...). Van ouds en op nieuw de uwe T

Aan C.T. Stork, 26 augustus 1861
p.wiki - Johan_Rudolf_Thorbecke_par_Adrien_Canelle.jpg

In het najaar van 1865 ontstaat er in het kabinet Thorbecke een conflict tussen Thorbecke enerzijds en de minister van Koloniën Fransen van der Putte. Formeel een juridisch conflict, maar feitelijk is het een strijd om de macht. De andere ministers kiezen de kant van Van der Putte en januari 1866 dient Thorbecke het ontslag in van zijn regering en schrijft hij zijn Twentse vriend:

Heden, waarde vriend dien ik aan de koning mijn verzoek om ontslag in. Zodra ik ontheven zal zijn zou ik gaarne een dag of acht alvorens verder te gaan , in stilte bij u doorbrengen. Met het eerste ogenblik van vrijheid verlang ik buiten het gewoel van de residentie te geraken. Wilt gij mij zeggen , of gij mij dan in uw stil, aangenaam kwartier kunt ontvangen? Vooral of een zo onverwachte inkwartiering uw zuster niet ontrieven zal? Van harte de uwe T

Aan H.J. van Heek, 24 januari 1866

In 1870 treft Thorbecke de zwaarste slag die hem kon treffen; na een korte ziekte overlijdt op 26 maart zijn zeer geliefde vrouw Adelheid op 53-jarige leeftijd. Thorbecke is diep geschokt en trekt zich terug in Twente.

Waarde vriend, na de slag, die ons gisteravond plotseling trof kan ik noch denken noch schrijven. Het leven heeft geen waarde meer voor mij. Intussen moet ik , zolang God wil, leven voor mijn kinderen. Zal ik echter , althans in de eerste tijd het hier kunnen uithouden? Wat zou gij zeggen, indien een gebroken hart stilte en vrije lucht bij u zocht? Waarheen ik mij elders zou kunnen wenden, overal smartelijke herinnering en verdubbeling van smart. Het is een eerste opwellende gedachte, die ik onderwerp, zo als zij kwam. De uw T

Aan H.J. van Heek, 27 maart 1870

De gehele collectie brieven van Thorbecke is te vinden op de site van het Huygens instituut. www.huygens.knaw.nl