Mannen weggevoerd

De volgende dag, maandag 2 oktober 1944, werden alle mannen tussen de 18 en de 50 jaar, voorzover geen lid van de NSB, apart gezet en geteld.
Het was duidelijk dat ze zouden worden afgevoerd. De oudere mannen en ook een groep vrouwen werden nog enige tijd in de kerk vastgehouden.

Ze werden lange tijd in onzekerheid gelaten, tot Fullriede op een gegeven moment zei dat de beslissing was gevallen: het dorp zou in brand worden gestoken. Een verpleegster, zuster Heystek, verklaarde later:

‘Het moment dat ik dit alles hoorde, zal ik nooit vergeten. Ik had het gevoel dat de grond onder me wegviel, het was zo verschrikkelijk ineens. De mannen weg, Putten verbrand, die angstige vrouwen en kinderen, ik dacht aan niets meer en wilde maar één ding, weg uit de kerk.’

Die middag werden de geselecteerde mannen afgevoerd, naar het naburige kamp Amersfoort. In het dorp kregen de overige bewoners de tijd hun spullen te pakken en hun huizen te verlaten.

Ouderen, zieken en vrouwen met kleine kinderen konden een wit laken uit hun raam hangen, dan zou hun huis worden gespaard. Ook kregen 250 mensen een papier om aan te plakken, waaruit bleek dat er een reden was hun huis ook ongemoeid te laten – NSB’ers.

Duitsgezinden, politieagenten en mensen die iets hadden kunnen regelen. Vanaf half zes gingen ongeveer 100 huizen in brand, lang niet het hele dorp dat ongeveer 2000 huizen telde. Zuster Heystek had ook een plakkaat naast de deur, maar ze was er niet gerust op:

‘Ze hebben echt om het huis gesprongen om het ook in brand te steken. Een politieagent heeft hen er van weerhouden om alles te verbranden, Het was erg moeilijk, want de huizen met de briefjes stonden midden tussen de andere en de moffen waren half-dol.

Ik heb zowat de hele avond op straat gestaan, de moffen kwamen joelend voorbij, ze hadden er zo’n plezier in. Ze deden wie het eerst elk vuur aan had, het was een heel gejoel, verschrikkelijk.’


Bronnen:
*Madelon de Keizer, 'Putten, de razzia en de herinnering' (Amsterdam, 1998)
*dr. L.de Jong, 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog', deel 10b 1981.
*Klaas Friso, 'Putten 1940/45 Kroniek'