Pruiken werden steeds hoger, groter en ingewikkelder.
Onder invloed van de trends aan het Franse hof, werd het in Nederland in de achttiende eeuw mode om een pruik te dragen. De pruik werd zelfs een statussymbool: hoe duurder de pruik hoe aanzienlijker de drager. Geleidelijk aan werden de pruiken steeds groter, hoger en ingewikkelder. Complete zeeslagen, amuletten, portretjes en andere attributen werden in de pruiken verwerkt. Vooral in Frankrijk was heel het heel deftig om je met een zo ingewikkeld mogelijke pruik in het uitgaansleven te begeven. De pruik werd gemaakt door een pruikenmaker. De kapper zorgde daarna voor het onderhoud; het was dan ook in deze periode dat het kappersberoep opkwam. Hij kwam dagelijks bij de rijke regenten langs om de pruik te zetten, te krullen en te poederen. De pruiken werden bepoederd met meel en bij elkaar gehouden met vet. Aan het einde van de achttiende eeuw raakten de overdreven pruiken langzaam uit de mode. Het modebeeld werd vanaf toen soberder. Meer info: Darly, Matthew, en Mary (1999), High heads; spotprenten over haarmode in de 18e eeuw, Rijksmuseum Twente, Enschede. Michel, H. (1994) Uiterlijk schoon: Haardracht en opsmuk door de eeuwen heen, 1994.
|