(spelling 1995)
Titel: De paden op!
Onze verkeerswegen zijn in deze hectische naoorlogse tijd langzaamaan dichtgeslibd met kilometerslange files; geavanceerde hogesnelheidstreinen moeten hiervoor te zijner tijd enig soelaas bieden.
Geen wonder dat Jan en alleman bij tijd en wijle snákt naar een ontspannende wandeling; stoïcijns en relaxed schrijdt de anders zo veelgeplaagde wandelaar voort langs beemd en bosschage, `s zomers bij zonneschijn alleen gekleed in T-shirt en kakibroek.
De een wandelt graag in een dichtbegroeid bos waar haviken huizen en vliegezwammen welig tieren; de ander trekt met evenveel plezier midden door weidse weilanden, het walhalla van de groengevlekte graspieper en een eldorado voor dartele veulens die vrolijk hinnikend in de rondte galopperen.
In de Middeleeuwen werden de kasseiwegen bevolkt door sjofel geklede pelgrims, met hun wijdvallende pelerines en hun onafscheidelijke jakobsstaf; zij prevelden hun onzevaders en overnachtten soms in een cisterciënzerklooster tijdens hun pelgrimage naar een ver weg gelegen bedevaartsoord.
Begin deze eeuw trokken enthousiaste socialisten met veel elan erop uit, gekleed in robuuste manchesterkledij; zij werden nogal eens beschouwd als de risee van hun tijd, maar toch is dankzij deze wereldverbeteraars in spe de nieuwe mens onloochenbaar naderbij gekomen.
Heden ten dage wordt de verwoede wandelaar getrakteerd op een wijdvertakt netwerk van bontgekleurde paaltjes ter grootte van een hockeystick; ze wijzen zo nodig de weg in het labyrint van kant-en-klare wandeltracés, van het Noord-Groningse Pieterburen tot het Zuid-Vlaamse Roeselare.
In steden is de culturele wandeling een rage geworden; zo kent de sinjorenstad Antwerpen ter wille van haar bezoekers een toeristische route langs parels van de Oudvlaamse gotiek, Rubens' gracieus gereconstrueerde woonhuis én het gerenommeerde Plantijn-museum met zijn fraaie façade en rijk geïllustreerde publicaties.
Soms trekken de wandelaars als moderne heerscharen in colonnes rechttoe rechtaan over de paden; tot nu toe is het meestal goed toeven in Gods vrije natuur, maar wanneer maakt ook hier die vermaledijde filevorming een chagrijnig einde aan deze aanlokkelijke vorm van vrijetijdsbesteding?