Thuis voor de buis
Die tintelende nazomerdag was de luie, gesubsidieerde bohémien zich al 's morgens vroeg te buiten gegaan aan een dolce far niente op zijn aftandse tweezitscrapaudtje.
De antiheld deed alles op zijn elfendertigst en leverde de op z'n jan-boerenfluitjes in elkaar geflanste genreschilderijen steevast te elfder ure voor de subsidiëring af bij de mecenassen.
De luiwammesende vrijeberoepsbeoefenaar keek naar het tv-kanaal van de op reclame-inkomsten gedijende supercommerciële pulpzender; daar werd net het eerste tête-à-tête van een twee-eiige tweeling vastgelegd.
De door treiterijen geteisterde anchorman die in beeld kwam, was het door Jan en alleman voor overgelopen farizeeër versleten kijkcijferkanon; hij werd door onze kunstenmaker beschouwd als bijdetijdse ambassadeur van de jansaliegeest die het janhagel abusievelijk voor excentriciteit verslijt.
''Waar blijft mijn croque-monsieur?'', blèrde de aquarellist naar zijn eega, een voormalige heroïneprostituee, die een half dozijn dictees terug, toen zij nog een frêle spring-in-'t-veld was, op de vip-plaats van de parkeerfaciliteit de reputatie van een promiscue oud-Tweede-Kamerlid te gronde had gericht.
Zelf was dit op zijn eigen idee-fixe terende product van de bohème ook geen casanova meer; maar zoals zijn muze in een geforceerd up-tempo de wijnfles en de kurkentrekker binnenbracht, deed zij hem verlangen naar de nymfomane gepiercete lolita naast wie hij zich kortgeleden nog terneervlijde.
Alleen de T-vormige accessoires van haar telkenmale geüpdatete gsm'etje verlenen haar nog een fractie sex-appeal, bedacht hij toen hij de etiketloze fles als een pasgeboren baby dodijnde in zijn elleboogholte.
''Dat je als een houten klaas de reclameomzet van de nieuwe zender opvijzelt, is tot daar aan toe'', zei het in een feeërieke boerka gehulde ex-seksobject terwijl zij wat gemorste tuttifrutti onder het smyrnatapijt wegwerkte, ''maar je kunt tenminste toch je schoenen uittrekken!''