De winnaar van de 25e editie van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal is de 21-jarige Randy van Halen uit Dordrecht. Hij is student Algemene Cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij maakte 7 fouten in de tekst, die was geschreven door schrijver/dichter Bart Chabot.
De tweede plaats is voor Pepijn Hendriks, 37 jaar, afkomstig uit Leiden en in het dagelijks leven eindredacteur. De derde plaats wordt ingenomen door Madeleine van der Hoff uit Utrecht, 52 jaar en werkzaam als DTP-er in een ziekenhuis. Ex-aequo op de derde plaats staat de 49-jarige Iris Hensel uit Den Haag, vertaler Nederlands/Duits op het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Beste prominenten
Bij de prominenten behaalde de Vlaming Christophe Vekeman de eerste plaats met 11 fouten. Vekeman is auteur van diverse romans en was ook winnaar bij de prominenten in 2002. Björn Soenens, hoofdredacteur van Het Journaal op de VRT, is de eennabeste prominent met 12 fouten. Hij bleef NOS-weerman Peter Kuipers Munneke voor, die 13 fouten maakte.
Uitslag
- Randy van Halen (Ned) 7 fouten
- Pepijn Hendriks (Ned) 8 fouten
- Madeleine van der Hoff (Ned) 10 fouten
- Iris Hensel (Ned) 10 fouten
Beste prominenten
- Christophe Vekeman (Vla) 11 fouten
- Björn Soenens (Vla) 12 fouten
- Peter Kuipers Munneke (Ned) 13 fouten
Fouten
De 65 deelnemers maakten gezamenlijk 1538 fouten. Een gemiddelde van 23.
De 23 Nederlandse prominenten maakten gezamenlijk 716 fouten, een gemiddelde van 31. De bekende Vlamingen (11 in totaal) maakten 279 fouten, een gemiddelde van 25.
Bij de lezers maakten de 21 Volkskrant-deelnemers 374 fouten. Gemiddeld 18 fouten. De 10 lezers van de Vlaamse krant De Morgen maakten 169 fouten, een gemiddelde van 17.
Jury
- Oud-premier Dries van Agt is dit jaar de juryvoorzitter van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal. De voormalig CDA-politicus is bekend om zijn opvallende taalgebruik met zorgvuldig geformuleerde volzinnen.
- Professor dr. Anneke Neijt. Zij studeerde Nederlands, Theoretische Literatuurwetenschap en Algemene Taalwetenschap in Utrecht. Sinds 1992 is zij hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
- Ludo Permentier, auteur van de Leidraad van Het Groene Boekje en werkzaam bij de Nederlandse Taalunie.
- De wisselplaats in de jury wordt ingenomen door de auteur van het dictee. Dat is in 2014 Bart Chabot.
Student uit Dordrecht wint Groot Dictee!
De winnaar van de 25e editie van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal is de 21-jarige Randy van Halen uit Dordrecht. Hij is student Algemene Cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij maakte 7 fouten in de tekst, die was geschreven door schrijver/dichter Bart Chabot.
De tweede plaats is voor Pepijn Hendriks, 37 jaar, afkomstig uit Leiden en in het dagelijks leven eindredacteur. De derde plaats wordt ingenomen door Madeleine van der Hoff uit Utrecht, 52 jaar en werkzaam als DTP-er in een ziekenhuis. Ex-aequo op de derde plaats staat de 49-jarige Iris Hensel uit Den Haag, vertaler Nederlands/Duits op het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Beste prominenten
Bij de prominenten behaalde de Vlaming Christophe Vekeman de eerste plaats met 11 fouten. Vekeman is auteur van diverse romans en was ook winnaar bij de prominenten in 2002. Björn Soenens, hoofdredacteur van Het Journaal op de VRT, is de eennabeste prominent met 12 fouten. Hij bleef NOS-weerman Peter Kuipers Munneke voor, die 13 fouten maakte.
Uitslag
- Randy van Halen (Ned) 7 fouten
- Pepijn Hendriks (Ned) 8 fouten
- Madeleine van der Hoff (Ned) 10 fouten
- Iris Hensel (Ned) 10 fouten
Beste prominenten
- Christophe Vekeman (Vla) 11 fouten
- Björn Soenens (Vla) 12 fouten
- Peter Kuipers Munneke (Ned) 13 fouten
Fouten
De 65 deelnemers maakten gezamenlijk 1538 fouten. Een gemiddelde van 23.
De 23 Nederlandse prominenten maakten gezamenlijk 716 fouten, een gemiddelde van 31. De bekende Vlamingen (11 in totaal) maakten 279 fouten, een gemiddelde van 25.
Bij de lezers maakten de 21 Volkskrant-deelnemers 374 fouten. Gemiddeld 18 fouten. De 10 lezers van de Vlaamse krant De Morgen maakten 169 fouten, een gemiddelde van 17.
niemendalletje
blankebabybilletjesprivilege
het Dictee
De Telegraaf
zwezeriken
medoc
parlementariërsruimte
bij dezen proficiat
koning Willy de Tweede
brossel
havelock
BN’ers
Eerste Kamer der Staten-Generaal
rodelopergevoel
halfuurtje
kokospalm
zee-egels
Middellandse Zeegebied
kasuaris
nochtans
apensoort
apenrots
apekool
houtenjassenpark
vanbinnen
vanbuiten.
oe’s en a’s
gillendekeukenmeidenvertoon
ongelooflijk
aanwensel
bespioneren
ge-sms’t
kippenragout
bollebozen
trubbels
uitentreuren
hawaïshirt
gestrest
rock-‘n-rolllegende
in goeden doen
Kinderdictee
vergastte
bollewangenhapsnoeten
oeioeimachine
perubalsempopulier
West-Australische
penseelstaartbuidelmuis
gribbelgrabbel
Dikke Van Dale
de Dikke
brougham
Ali Babataalschatkamer
turbe
turco
Noord-Afrikaanse
tirailleur
jubileumdictee
dicteeën
Hoe tellen we fouten?
We tellen één fout per woord. Bijvoorbeeld: medoc is zonder hoofdletter en zonder accent, maar de twee fouten in Médoc tellen we als een enkele fout.
Wanneer iemand dezelfde fout nogmaals maakt, dan wordt dat als één fout gerekend.
Tussen niemendalletje en blankebabybilletjesprivilege
1.
Geef het Dictee terug aan de kijker, kopte De Telegraaf vorig jaar. Daar schrok het Dictee wel even van. De genuttigde zwezeriken lagen plotseling zwaar op de maag. Maar na een medoc te hebben gedronken, toog het Dictee alsnog welgemoed aan de slag.
2.
Dames en heren thuis en in deze parlementariërsruimte, bij dezen proficiat: u hebt, onder toeziend oog van koning Willy de Tweede, nog steeds nul fouten in uw brossel!
3.
O, als gisteren herinner ik me het eerste Dictee: na aankomst in een havelock met andere BN’ers bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal bekroop me het rodelopergevoel. Een halfuurtje later kwam een kokospalm voorbij, en zee-egels uit het Middellandse Zeegebied en een kasuaris en nochtans; en apensoort, apenrots en apekool: een taalkundig houtenjassenpark, en kookte ik vanbinnen want ik kende de Van Dale niet vanbuiten.
4.
De oe’s en a’s waren niet van de lucht tijdens dat gillendekeukenmeidenvertoon van het Nederlands.
5.
Sindsdien hebben we ongelooflijk veel geleerd: aanwensel, bespioneren, ge-sms’t en kippenragout kennen voor ons bollebozen geen trubbels meer, en ook uitentreuren, hawaïshirt of gestrest en een rock-‘n-rolllegende in goeden doen spellen wij foutloos.
6.
Ooit mocht ik het Kinderdictee schrijven en vergastte de bollewangenhapsnoeten op de oeioeimachine, een perubalsempopulier en een tafa of West-Australische penseelstaartbuidelmuis; een gribbelgrabbel van woorden, alle uit de Dikke Van Dale, de toverballenautomaat van onze taal.
7.
Sla de Dikke willekeurig open en ontdek de geheimenissen van de brougham, een gesloten rijtuig voor twee personen getrokken door één paard; blader door die Ali Babataalschatkamer en ontdek dat een turbe een menigte is, en een turco een Noord-Afrikaanse inlandse tirailleur in Franse krijgsdienst.
8.
Dat was het jubileumdictee. Rest de vraag: wilt u de komende jaren meer of minder dicteeën? Het antwoord moet wel luiden: ‘Meer! Meer! Meer!’
JURYRAPPORT
Tussen niemendalletje en blankebabybilletjesprivilege
1. Anneke Neijt
Geef het Dictee terug aan de kijker, kopte De Telegraaf vorig jaar. Daar schrok het Dictee wel even van. De genuttigde zwezeriken lagen plotseling zwaar op de maag. Maar na een medoc te hebben gedronken, toog het Dictee alsnog welgemoed aan de slag.
Wie denkt dat niemendalletje en privilege geschreven moeten worden zoals niemand en privé heeft het mis. Niemendal moet met een e in de tweede lettergreep, omdat dit woord is ontstaan uit het Middelnederlandse ‘niet met allen’. En privilege, dat ‘voorrecht’ betekent, komt van het Franse privilège.
blankebabybilletjesprivilege zonder spaties, want dit is een samenstelling, te vergelijken met wittebroodsweken.
Dictee is de aanduiding van dit unieke dictee, dat Het Groot Dictee der Nederlandse Taal wordt genoemd, met hoofdletters. In de verkorte vorm, het Dictee, schrijven we daarom een hoofdletter. Ook Het Dictee, met twee hoofdletters zoals De Telegraaf, keuren we goed.
zwezeriken met enkele k, zoals monniken en leeuweriken.
medoc met kleine letter, omdat het hier de naam van een drank is, niet de naam van een streek. In het Frans heeft médoc een accent; in het Nederlands niet.
2. Dries van Agt
Dames en heren thuis en in deze parlementariërsruimte, bij dezen proficiat: u hebt, onder toeziend oog van koning Willy de Tweede, nog steeds nul fouten in uw brossel!
parlement, parlementslid, parlementariër en dus ook parlementariërsruimte schrijven we met een kleine letter. De Ridderzaal schrijven we met een hoofdletter, want het is de naam van een unieke plaats, maar bij parlementariërsruimte is dat niet het geval. Op de derde e van parlementariërs moet een trema staan, omdat daar een klinkerbotsing plaatsvindt.
bij dezen: betekent ‘bij deze gelegenheid’. Het is een vaste, archaïsche verbinding met een naamvals-n.
proficiat ‘geluk gewenst’. Dit woord betekent in het Latijn ‘moge het baten’. We herkennen er het werkwoord ‘profiteren’ nog in.
u: met kleine letter. Alleen in heel plechtige teksten, bijvoorbeeld een brief aan een vorst, gebruiken we nog U met hoofdletter. Hier staat u achter een dubbele punt, ook dat is geen reden voor een hoofdletter.
koning Willy de Tweede: koning, prins, kapelaan, sergeant en andere functietitels schrijven we met een kleine letter. Willy met hoofdletter omdat het een voornaam is. Het is een variant van Willem. We hebben ook Willie, met ie, goedgekeurd. Tweede met hoofdletter omdat het behoort tot de naam.
brossel: betekent ‘stukje’ of ‘brokje’. Het woord komt voor in de Dikke Van Dale, maar er staat bij dat het gewestelijk is.
3. Ludo Permentier
O, als gisteren herinner ik me het eerste Dictee: na aankomst in een havelock met andere BN’ers bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal bekroop me het rodelopergevoel. Een halfuurtje later kwam een kokospalm voorbij, en zee-egels uit het Middellandse Zeegebied en een kasuaris en nochtans; en apensoort, apenrots en apekool: een taalkundig houtenjassenpark, en kookte ik vanbinnen want ik kende de Van Dale niet vanbuiten.
een havelock kan op twee kledingstukken slaan: 1. een mantel zonder mouwen, zoals Sherlock Holmes droeg, met een cape over de armsgaten, die de drager niet verhinderde om snel een wapen te trekken; 2. een lap aan een hoofddeksel, die dient om de nek te beschermen tegen de zon.
Het Dictee is in de winter, hier gaat het dus om de mantel.
BN’ers zijn bekende Nederlanders. BN en BV (bekende Vlaming) zijn initiaalwoorden: we spreken ze als de namen van de letters uit en in gevallen zoals deze schrijven we ze met hoofdletters. Als er een uitgang achter een initiaalwoord komt, zoals ’ers achter BN, dan gebruiken we een apostrof.
de Eerste Kamer der Staten-Generaal: met vier hoofdletters omdat het in z’n geheel een naam is. Bij deze naam wordt het lidwoord niet met een hoofdletter geschreven. Tussen Staten en Generaal een koppelteken omdat het hier om een bijzondere nabepaling gaat.
rodelopergevoel: een samenstelling met als eerste deel een woordgroep (rode loper), die dan zijn spatie verliest.
halfuurtje: aan elkaar vast volgens het Groene Boekje.
kokospalm niet met c’s maar met k’s.
zee-egels: als er een klinkerbotsing is tussen twee delen van een samenstelling die we kennen als aparte woorden, dan gebruiken we geen trema maar een koppelteken.
Middellandse Zeegebied: samenstelling met Middellandse Zee aan de ene kant en gebied aan de andere kant. Omdat het eerste deel uit twee woorden met een hoofdletter bestaat, schrijven we die niet aan elkaar vast. We plaatsen ook geen koppelteken. Het tweede deel, gebied, wordt wel aan het eerste vast geschreven. Middellandse is met dubbele l, omdat middel en land hier zijn samengevoegd.
de kasuaris is een loopvogel uit Nieuw-Guinea. Het woord is met k.
nochtans is zonder h achter de t, in tegenstelling tot thans.
apensoort, apenrots: in normale samenstellingen schrijven we apen zoals het woord ook buiten een samenstelling voorkomt. Apekool is een speciaal geval: apekool is geen kool voor apen. Het woord is waarschijnlijk ontstaan uit een Duits woord Kohl dat onzin betekende of uit het West-Vlaamse kalle, dat praat betekent en dat versterkt werd door het woord aap.
een houtenjassenpark is een kerkhof.
vanbinnen en vanbuiten: er is een rijtje aaneengeschreven bijwoorden die met van beginnen.
4. Bart Chabot
De oe’s en a’s waren niet van de lucht tijdens dat gillendekeukenmeidenvertoon van het Nederlands.
oe’s en a’s: meervouden geschreven met apostrofs.
iets is niet van de lucht als het de hele tijd te horen is.
gillendekeukenmeidenvertoon: het vertoon van gillende keukenmeiden. Zo’n samenstelling met drie of vier elementen schrijven we als één woord, ook al wordt het in dit geval een woord van 27 letters.
5. Anneke Neijt
Sindsdien hebben we ongelooflijk veel geleerd: aanwensel, bespioneren, ge-sms’t en kippenragout kennen voor ons bollebozen geen trubbels meer, en ook uitentreuren, hawaïshirt of gestrest en een rock-‘n-rolllegende in goeden doen spellen wij foutloos.
ongelooflijk of ongelofelijk: je kunt het allebei zeggen en we hebben het allebei goedgekeurd.
aanwensel: komt van aanwennen. Heeft dus niet met wenden te maken. Daarom zonder d.
bespioneren: met enkele n. Alleen als een toonloze lettergreep volgt, verdubbelen we de n, bijvoorbeeld in spionnetje.
ge-sms’t: sms is weer een initiaalwoord, maar we schrijven het met kleine letters. Net zoals bij BN’ers schrijven we tussen de initialen en het achtervoegsel een apostrof. Vóór de initialen gebruiken we een koppelteken.
kippenragout: het meervoud van kip is kippen, dus daar hoort een n te staan. Ragout is een stoofpotje. Het woord komt van het Frans, waar er een dakje op de u staat. Dat is niet nodig voor de uitspraak in het Nederlands, daarom schrijven wij het niet.
bollebozen: is een Nederlandse samenstelling die ontstaan is uit het Jiddisje baal habojes ‘heer des huizes’.
geen trubbels: een vernederlandsing van het Engelse troubles, een nevenvorm van troebelen, narigheden.
uitentreuren: tot vervelens toe. Was oorspronkelijk uit den treuren. De d is door assimilatie weggevallen. We schrijven het met één t achter de eerste lettergreep.
hawaïshirt: met kleine letter omdat dat hemdje niet per se uit Hawaï hoeft te komen. Met trema op de i wegens de klinkerbotsing.
gestrest: is van het werkwoord stressen. Dat is helemaal vernederlandst en we schrijven het voltooid deelwoord dus volgens de regels voor onze werkwoordspelling. We nemen de vorm voor de eerste persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd: ik stres, zoals we ook schrijven ik les (mijn dorst). Dat is met enkele s. Voor het voltooid deelwoord komt daar een t bij: gestrest.
rock-’n-rolllegende: met tweemaal een koppelteken en apostrof + n, wat staat voor and. Legende schrijven we vast aan rock-‘n-roll. We krijgen daar dus drie l’en achter elkaar.
in goeden doen: weer een archaïsche vaste uitdrukking met een naamvals-n.
6. Dries van Agt
Ooit mocht ik het Kinderdictee schrijven en vergastte de bollewangenhapsnoeten op de oeioeimachine, een perubalsempopulier en een tafa of West-Australische penseelstaartbuidelmuis; een gribbelgrabbel van woorden, alle uit de Dikke Van Dale, de toverballenautomaat van onze taal.
het Kinderdictee: hebben we goedgekeurd met een of twee hoofdletters.
vergastte met dubbel tt. Het gaat om het werkwoord vergasten. De stam eindigt dus op –t. Daar komt voor de onvoltooid verleden tijd –te bij.
bollewangenhapsnoeten: koosnaampje voor kinderen.
oeioeimachine vinden we bij Van Dale met en zonder koppelteken in oeioei. We hebben ze allebei goedgekeurd. De oeioeimachine of het hoeihoutje is een speelgoedje met een propellertje dat oeioei zegt als het draait.
de perubalsempopulier: de landnaam Peru verliest de hoofdletter omdat het geheel geen geografische naam meer is, maar de naam van een plant. Het is een samenstelling, dus ook hier weer: alle delen aan elkaar vast.
West-Australische: afleidingen van geografische namen behouden hun hoofdletters. Vergeet ook het koppelteken niet.
penseelstaartbuidelmuis: een samenstelling, dus als één woord geschreven.
gribbelgrabbel: zonder koppelteken tussen de herhalende delen. Dit woord komt eigenlijk alleen voor in een gewestelijke uitdrukking ‘op de gribbelgrabbel’ wat betekent ‘te grabbel’.
alle: zonder n aan het eind, want de n schrijven we alleen als het om personen gaat.
de Dikke Van Dale: drie hoofdletters, want ook Van Dale noemt zijn woordenboek tegenwoordig zo. De naam van de uitgeverij is altijd met hoofdletter V, hoewel het logo een kleine v laat zien. Die komt van de handtekening van Johan Hendrik van Dale.
7. Ludo Permentier
Sla de Dikke willekeurig open en ontdek de geheimenissen van de brougham, een gesloten rijtuig voor twee personen getrokken door één paard; blader door die Ali Babataalschatkamer en ontdek dat een turbe een menigte is, en een turco een Noord-Afrikaanse inlandse tirailleur in Franse krijgsdienst.
de Dikke: met hoofdletter als verkorting van de volledige naam.
brougham: zoals in het Engels geschreven, genoemd naar de eerste lord Brougham (1778-1868). De hoofdletter vervalt omdat het geen persoons- of plaatsnaam meer is, maar een voorwerp.
één paard: met uitspraak- of nadruktekens, omdat je anders ‘een paard’ zou kunnen lezen.
een Ali Babataalschatkamer: zoals Middellandse Zeegebied: een samenstelling met eerst een tweedelig element met twee hoofdletters: Ali Baba. We gebruiken dan geen koppelteken. Het tweede element van de samenstelling (taalschatkamer) schrijven we vast aan dat eerste.
turbe: komt uit de Franse rechtstaal: een enquête met een groot aantal getuigen, die tegelijk gehoord worden.
turco: een Frans woord, afkomstig uit een Algerijnse mengtaal. Het betekende oorspronkelijk ‘Turk’ en vervolgens ‘inlands soldaat’. Algerije was Turks tot 1830.
Noord-Afrikaanse: twee hoofdletters en een koppelteken.
tirailleur: een soort infanterist. Wordt geschreven zoals in het Frans.
8. Bart Chabot
Dat was het jubileumdictee. Rest de vraag: wilt u de komende jaren meer of minder dicteeën? Het antwoord moet wel luiden: ‘Meer! Meer! Meer!’
jubileumdictee: dit is geen eigennaam, daarom zonder hoofdletter.
dicteeën: is een werkwoord. Het zelfstandig naamwoord, dat eindigt op –ee, wordt aangevuld met –en. Om de klinkers uit elkaar te houden gebruiken we een trema op de derde e.
Toelichting bij hoofdletters
Aan het begin van een zin en na een dubbele punt gevolgd door aanhalingstekens gebruiken we hoofdletters. Vandaar dat …: ‘Meer! Meer! Meer!’ met drie hoofdletters moet. Op andere plaatsen in het dictee wordt de dubbele punt niet gevolgd door een aanhalingsteken. Dan volgt geen hoofdletter.
Eigennamen schrijven we gewoonlijk met een hoofdletter. Bij een woordgroep die als eigennaam gebruikt wordt, kan de naamgever beslissen hoeveel hoofdletters de naam krijgt. Bijvoorbeeld: De Telegraaf met twee maal een hoofdletter, terwijl de Volkskrant met maar één hoofdletter geschreven wordt. De naam van het Groot Dictee vinden we in twee varianten: Het Groot Dictee der Nederlandse Taal en het Groot Dictee der Nederlandse taal. Vandaar dat zowel de verkorte vorm Het Dictee als het Dictee goede spellingen zijn.
Wanneer een eigennaam deel is van een samenstelling, dan schrijven we hoofdletters zolang het verband met de eigennaam nog duidelijk gevoeld wordt. Wanneer het verband met de eigennaam verzwakt is, schrijven we geen hoofdletters. Ali Baba is volgens de jury niet verzwakt In Ali Babataalschatkamer.
Geen hoofdletter wanneer een eigennaam gebruikt wordt om een soort aan te duiden. Een voorbeeld daarvan is medoc, een wijnsoort die genoemd is naar de Médoc, een streek in Frankrijk.