NPO
NTR
4 juni 2014

(Voorkeurspelling 1954)

 

Titel: Uit eten

 

Onze eetgewoonten blijven niet ten eeuwigen dage dezelfde. Het geijkte menu in menig Nederlands gezin bestond vroeger in de winter uit sukadelappen, hachee en savooiekool; 's zomers kwamen postelein of prinsessenbonen en varkensfricandeau op tafel.

 

Het leeuwedeel van onze maaltijden was simpel en solide; dat men zich te goed deed in een restaurant was nauwelijks usance, terwijl de Vlamingen van oudsher ook buitenshuis al lucullisch genot kenden.

 

Tegenwoordig kijkt niemand meer bevreemd op van een klein bistrootje waar omeletten en zwezeriken in een koperen kasserol worden opgediend.

 

In prestigieuze etablissementen, feeëriek geïllumineerd en bloemrijk getooid met hyacint of chrysant, vinden zakendineetjes plaats, waar weinig tirannieke obers bij de foeragering soms ware Sisyfusarbeid moeten verrichten.

 

Vroeger ontaardden zulke partijen wel eens in ongebreidelde orgieën; tegenwoordig vermijdt men die choquerende bacchanalen liever, omdat de deelnemers aan zo'n gelag na afloop als langs een liniaal naar huis willen rijden.

 

Veel mensen zien rigoureus ervan af met Kerstmis zelf te koken, omdat zij opzien tegen het monnikenwerk in de keuken.

 

Hoewel het geen aanwensel mag worden, vinden zij de kerstvakantie de periode bij uitstek om delicatessen in een restaurant te nuttigen, waar de gerant sliptong aanbeveelt of kalfsfricassee met een uitgelezen bordeaux.

 

Specerijen als karwijzaad, tijm en rozemarijn, vruchten als ananassen en kiwi's alsmede maïskolven worden sinds lang niet meer tot de exceptionele buitenissigheden gerekend.

 

Wie genoeg heeft van kipperagoût en toost met kruidenboter neemt zijn toevlucht tot de barbecue, althans als hij of zij een liefhebber is van gegrild vlees, overgoten met exotische sauzen.

 

Hotellerie en restaurantwezen kunnen feilloos inspelen op de meest exorbitante eisen van hun verwende gasten, die echter soms sikkeneurig kunnen zaniken en koeioneren.

 

Patrijzebout met kastanjepuree, diverse pâtés en soufflés, desserts met compote, confituren of ijscoupes - het vormt allemaal geen probleem.

 

Heel in de verte is het gesudder van het versmade osselapje nog hoorbaar.

3 juni 2014

(voorkeurspelling 1954)

 

Titel: Het decembergevoel

 

December is sinds mensenheugenis een maand van nerveuze verwachting. Door de ongegeneerde activiteiten van de commercie word je de lang verbeide komst van Sinterklaas tegenwoordig al ruim van tevoren gewaar, terwijl ook de serene geneugten van het kerstfeest al vroeg tot vermoeiens toe worden tentoongespreid.

 

Vroeger trad de steile gestalte van de filantropische bisschop met minzame nijgingen de huiskamer binnen, waar hij met veel egards werd ontvangen; hij werd steevast geëscorteerd door een frêle Zwarte Piet, die met een takkenbos van rijshout olijk dreigde slechteriken te kastijden.

 

Kinderen, die zich eerst vermeiden met ganzenborden of bij het kaartspel elkaar halsstarrig de zwartepiet trachtten toe te spelen, plachten doodstil te worden; ze wachtten lijdzaam af of zij getrakteerd zouden worden op saffraangeel suikergoed, frambozerood marsepein of minuscule pakketjes.

 

Op sinterklaasavond regende het dure cadeaus: portefeuilles van slangeleer, porseleinen eau-de-cologneflesjes, esthetisch gevormde bonbonniëres, cameeën met reliëfs, sjaals van shantoeng of kasjmier.

 

Tegenwoordig lijkt de goedheilig man het veld te moeten ruimen ten gunste van de kerstman; deze schrijdt steeds vaker ten aanschouwen van velen door drukke winkelcentra, tenzij buiig weer dat ten enenmale verhindert.

 

Deze ontwikkeling kan de doodsteek betekenen voor het collectieve dichterschap in dienst van het Sint-Nicolaasrijm - o droefenis! Wat hebben wij niet, in onze puberteit en nog lang daarna, ons best gedaan om een woordenbrij te creëren vol zoetgevooisde clichés en uitentreuren herhaalde rijmelarijen!

 

Het feest van Kerstmis, eens allerwegen een devoot festijn met dennetakken en mistletoe, wordt steeds meer naar Noordamerikaans voorbeeld gemodelleerd - een hard gelag voor sensibele asceten en puriteinen, die nooit ofte nimmer willen meedoen aan te veel nieuwlichterij. Mijter en tabberd, hulstguirlandes en engelenhaar - zij bepalen het decembergevoel, maar hoe lang nog?

3 juni 2014

(voorkeurspelling 1954)

 

Titel: De dicteetor

 

Te midden van de diersoorten die in onze contreien met uitsterven worden bedreigd, neemt de dicteetor een curieuze plaats in; we zullen daarom de leefwijze van dit minuscule, maar agressieve insekt nader onder de loep nemen.

 

Normaal leidt dit ravezwarte diertje een rustig, zo niet vadsig bestaan midden in zijn natuurlijke biotoop; als een volleerde meester in de mimicry kan het zich tegen elk vijandelijk komplot teweerstellen - daarmee heeft het een duidelijk prae boven zijn soortgenoten.

 

Maar heden ten dage wordt het leeuwedeel van de bewoners der Lage Landen eenmaal 's jaars van zijn apropos gebracht, als de dicteetor plotseling haastje-repje te voorschijn komt en zich met veel aplomb ontpopt als een dictatoriaal kruidje-roer-mij-niet.

 

We zullen ervan afzien ellenlang uit te weiden over de hebbelijkheden van dit bijdehante beestje, maar één ding is duidelijk: doordat de dicteetor extreem consciëntieus is, komt hij slechts bij weinigen in het gevlij.

 

Zodra de dicteetor met veel elan en bravoure de kop opsteekt, ontstaat onmiddellijk trammelant; met zijn vaak boude boutades bruuskeert hij nietsvermoedende stervelingen, want het is onloochenbaar dat tact niet zijn sterkste kant is.

 

Tegen zijn choquerend gedrag is meestal geen kruid gewassen; woorden schieten tekort om de calamiteiten te beschrijven die hij met zijn vaak geëxalteerde teksten teweeg heeft gebracht.

 

Maar velen houden niet van dit gejeremieer over de dicteetor; zij vinden dat faliekant verkeerd en applaudisseren maar al te graag voor zijn zegenrijk werk, dat geschraagd wordt door een ongebreidelde passie voor splijtende beitels, rijzende pijlers, stijgende steigers en vermaledijde balkenbrij - o ijselijk abracadabra!

 

Alles tezamen ziet de wereld er dankzij de hocus-pocus van de dicteetor een beetje florissanter uit, maar of we hem ten langen leste van een tragische ondergang kunnen redden - daar kunnen we geen peil op trekken.

3 juni 2014

(voorkeurspelling 1954)

 

Titel: Uitzicht op zee

 

In deze te veel door storm en verraderlijke ijzel geteisterde tijden vermeit menigeen zich 's avonds in het uitzoeken van een attractieve vakantiebestemming.

 

Consciëntieus bijeengeraapte toeristische paperassen bieden een caleidoscopisch mozaïek van stereotiepe beelden: weidse panorama's, onvermoede strandtaferelen, pittoreske dorpsstraatjes - de hele santenkraam.

 

Velen prefereren verre, avontuurlijke reizen; de een zet zijn zinnen op een tournee kriskras door de woestijn van Saudi-Arabië, de ander kijkt reikhalzend uit naar de steilten van het Costaricaanse hooggebergte, een derde zoekt zijn heil te midden van de pinguïns in het antarctisch gebied.

 

Nochtans stellen veel luieriken zich halsstarrig teweer tegen exotische uitstapjes met alle risico's van dien; zij zijn volmaakt gelukkig wanneer zij zich bij een temperatuur van zo'n dertig graden Celsius kunnen neervlijen op een zonovergoten strand, ver weg van de gevaren van de tseetseevlieg.

 

In vroeger eeuwen was het strand in onze contreien meestentijds het domein van strandjutters, die bij nacht en ontij erop uittrokken; alleen als een potvis het loodje had gelegd, kwamen op sensatie beluste pottekijkers in groten getale erop af om het kolossale kadaver minutieus in ogenschouw te nemen.

 

Negentiende-eeuwse romantici ontdekten het strand als een fascinerende locatie; her en der ontstonden badplaatsen die met gepavoiseerde promenades en prestigieuze hotelaccommodaties een geneeskrachtig verblijf boden aan geprivilegieerde logés van goeden huize.

 

Heden ten dage worden de stranden op zomerse dagen bevolkt door horden partieel of compleet ontblote zonaanbidders, de ravissant gebronsde lijven ingesmeerd met beschermende crèmes; velen vinden dit plebejische schouwspel gênant en onoorbaar.

 

Tengevolge van het massatoerisme heeft de strandliefhebber onloochenbaar concessies moeten doen; maar desondanks is er niets idyllischer dan een prachtige ovale kamer met wijd openslaande deuren, een majestueus balkon en bovenal een feeëriek uitzicht op de eindeloos deinende zee.

3 juni 2014

(spelling 1995)

 

Titel: De paden op!

 

Onze verkeerswegen zijn in deze hectische naoorlogse tijd langzaamaan dichtgeslibd met kilometerslange files; geavanceerde hogesnelheidstreinen moeten hiervoor te zijner tijd enig soelaas bieden.

 

Geen wonder dat Jan en alleman bij tijd en wijle snákt naar een ontspannende wandeling; stoïcijns en relaxed schrijdt de anders zo veelgeplaagde wandelaar voort langs beemd en bosschage, `s zomers bij zonneschijn alleen gekleed in T-shirt en kakibroek.

 

De een wandelt graag in een dichtbegroeid bos waar haviken huizen en vliegezwammen welig tieren; de ander trekt met evenveel plezier midden door weidse weilanden, het walhalla van de groengevlekte graspieper en een eldorado voor dartele veulens die vrolijk hinnikend in de rondte galopperen.

 

In de Middeleeuwen werden de kasseiwegen bevolkt door sjofel geklede pelgrims, met hun wijdvallende pelerines en hun onafscheidelijke jakobsstaf; zij prevelden hun onzevaders en overnachtten soms in een cisterciënzerklooster tijdens hun pelgrimage naar een ver weg gelegen bedevaartsoord.

 

Begin deze eeuw trokken enthousiaste socialisten met veel elan erop uit, gekleed in robuuste manchesterkledij; zij werden nogal eens beschouwd als de risee van hun tijd, maar toch is dankzij deze wereldverbeteraars in spe de nieuwe mens onloochenbaar naderbij gekomen.

 

Heden ten dage wordt de verwoede wandelaar getrakteerd op een wijdvertakt netwerk van bontgekleurde paaltjes ter grootte van een hockeystick; ze wijzen zo nodig de weg in het labyrint van kant-en-klare wandeltracés, van het Noord-Groningse Pieterburen tot het Zuid-Vlaamse Roeselare.

 

In steden is de culturele wandeling een rage geworden; zo kent de sinjorenstad Antwerpen ter wille van haar bezoekers een toeristische route langs parels van de Oudvlaamse gotiek, Rubens' gracieus gereconstrueerde woonhuis én het gerenommeerde Plantijn-museum met zijn fraaie façade en rijk geïllustreerde publicaties.

 

Soms trekken de wandelaars als moderne heerscharen in colonnes rechttoe rechtaan over de paden; tot nu toe is het meestal goed toeven in Gods vrije natuur, maar wanneer maakt ook hier die vermaledijde filevorming een chagrijnig einde aan deze aanlokkelijke vorm van vrijetijdsbesteding?