Wonen volgens de wet

De Woningwet van 1901 gaf een belangrijke aanzet voor nieuwe bouwactiviteiten. De wet maakte het mogelijk dat de overheid geld voor woningwetwoningen beschikbaar stelde.
Bouwvakkers uit 1923.
[klik voor vergroting]
Dit geld kon door de gemeenten worden geleend, die het op hun beurt weer ter beschikking stelden aan erkende woningbouwverenigingen. Ondeugdelijke woningen konden op grond van dezelfde wet worden afgebroken.

Het duurde tot na de Eerste Wereldoorlog voor er sprake was van een heuse bouwwoede en de slechte woonomstandigheden begonnen te verdwijnen. Het totale woningenbestand van ongeveer 1 miljoen woningen in 1900 groeide van 1,8 miljoen huizen in 1930 naar meer dan 3,8 miljoen huizen in 1970.

Op de foto zijn bouwvakkers uit 1923 te zien.

melaats

1413 - Graaf Willem IV van Holland en Zeeland verordonneert dat ieder die verdacht wordt van melaatsheid zich officieel moet laten schouwen (onderzoeken) in het Haarlemse leprozenhuis. Was het onderzoek positief, dan kreeg de zieke een ‘vuilbrief’ mee. die gaf hem het recht te bedelen of een gratis verblijf in een leprozenhuis. Melaatsen moeten voreger opvallend gekleurde kleding dragen - vaak geel, in de Middeleeuwen de kleur van schande - en met een klepper hun nadering aankondigen zodat iedereen zich snel uit de voeten kon maken. Bovendien moest hij een stok meevoeren, daarmee kon hij aanwijzen wat hij wilde hebben; aanraken mocht hij niets.

Relevante tijdvakken