[1a/7]: Sethembile Msezane (1991) is een Zuid-Afrikaanse kunstenaar die in Kaapstad woont en werkt. In haar werk creëert ze krachtige beelden waarin ze reageert op de erfenis van het kolonialisme en het ontbreken van beeltenissen van het zwarte vrouwenlichaam in publieke ruimtes.
[1b/7]: Een foto van één van haar performances tijdens het sleutelmoment van de studentenbeweging #RhodesMustFall ging in 2015 de wereld rond. We bezochten haar thuis en in haar studio en spraken over een verschillende onderwerpen: van kunst tot de academie, van taxi standplaatsen tot studentenprotesten.
[2a/7]: Tijdens haar performances is Sethembile gekleed in zelfgemaakte outfits, vaak geïnspireerd door zowel haar culturele achtergrond als populaire modetrends. Ze poseert in symbolische publieke ruimtes, soms urenlang met bedekt gezicht om een dialoog aan te gaan met haarzelf, de ruimte en af en toe de onverwachte toeschouwer.
[2b/7]: “Ik wil dat mensen in Zuid-Afrika bewuster omgaan met de symbolen in de publieke ruimte. Het viel me op dat er nauwelijks zwarte vrouwen in voorkomen. Er zijn niet genoeg beeltenissen van heroïsche of succesvolle figuren waar jonge vrouwen een voorbeeld aan kunnen nemen. Ja we hebben onze moeders, maar hoe zien we vrouwen buiten ons eigen huis?“
[3/7]: “Toen ik acht jaar geleden uit Johannesburg naar Kaapstad kwam, vielen mij de standbeelden van witte koloniale figuren steeds vaker op. Ik dacht: ‘Prima, maar waar zijn alle zwarte vrouwen in dit landschap?’. Wanneer er beeltenissen zijn van vrouwen dan zijn dat altijd vrome en deugdzame figuren zoals engelen. We hebben een gelijkwaardige afspiegeling van de geschiedenis nodig. En vrouwengeschiedenis, ook die van zwarte vrouwen, hoort in het algemene verhaal terug te komen. Koloniale geschiedenis en de geschiedschrijving uit de Apartheid hebben lang centraal gestaan, maar ik heb het gevoel dat de ‘andere verhalen’ langzaam maar zeker weer tevoorschijn komen.”
[4a/7]: Sethembile kiest de plekken waar ze performances geeft heel bewust en reageert daarmee op het feit dat vrouwen zich vaak ongemakkelijk of onveilig kunnen voelen in publieke ruimtes. Eén van haar performances was bij een taxistandplaats.
[4b/7]: “In Zuid-Afrika zijn taxistandplaatsen vaak kleine marktjes voor van alles, informatie, of wat je ook nodig zou hebben onderweg naar of van werk. Ik haal er vaak vers fruit of materiaal voor mijn kunst. Maar de standplaatsen kunnen ook gewelddadige plekken zijn. Met geweld dat zich vooral richt op vrouwen. Jonge vrouwen kunnen lastig gevallen of zelfs verkracht worden vanwege hun kleding. Dat moet echt veranderen.”
[5a/7]: We bezochten Sethembile’s studio in de kunstacademie op de University of Cape Town om een idee te krijgen van hoe zij te werk gaat. Ze bereidde zich voor op haar eindexamenexpositie en overal lag materiaal: koloniaal antiek en allerlei bundeltjes haar.
[5b/7]: “Een min of meer constante factor in mijn werk is het gebruik van haar. Vaak is het nep haar, dat ik in kleding verwerk. Al vrij vroeg begon ik me af te vragen waar haar voor staat. Wat betekent het vandaag ten opzichte van vroeger in de Zoeloe cultuur? Toen was het een vorm van versiering voor hoofd en lichaam. Mannen droegen het aan hun armen en benen. Soms werden er rokken van gemaakt. Getrouwde vrouwen droegen het op hun hoeden. Haar was nog niet zo aan gender verbonden als tegenwoordig.“
[6/7]: In 2015 verspreidde zich op universiteiten in heel Zuid-Afrika de #FeesMustFall studentenbeweging. Studenten eisten een algemene verlaging van het collegegeld zodat universiteiten toegankelijker zouden worden voor (vaak zwarte) mensen uit gezinnen met lagere inkomens. Sethembile was actief op haar campus op de University of Cape Town met de ambitie alle vormen van economische apartheid tegen te gaan. “We vonden dat er zo veel moet veranderen. Als je naar het verleden kijkt, dan zie je dat elke vrijheidsstrijd gepaard gaat met een sociale revolutie. We pleegden ruimtelijke interventies en probeerden allerlei vormen van activisme op de universiteit. We vergaderden met alle op de campus betrokken partijen omdat de problemen, de onderdrukking overal op de campus te vinden waren. Van de schoonmakers en de beveiliging tot de studenten. Overal was een duidelijke, oneerlijke hiërarchie. Zo bitter, zo fout. Dus wij zeiden: vanaf nu moeten dingen anders!”
[7/7]: “Er is in Kaapstad sprake van een duidelijk verschil in rassen. Als je op straat loopt merk je dat sommige mensen vinden dat ze meer recht hebben op de ruimte dan anderen. Hoe langer je in Kaapstad woont, hoe meer van dat soort kleine raciale spanningen je opvallen. Het is bijvoorbeeld vrijwel onmogelijk voor een gemiddeld zwart persoon om een appartement in de stad te krijgen. Je moet of heel rijk zijn of een witte vriend hebben die je kan helpen. Dankzij de hulp van een witte vriend kon ik dit appartement krijgen.”