‘Beweeglijke dierkens’

Jan Swammerdam, Antonie van Leeuwenhoek, Frederik Ruysch en Herman Boerhaave hebben in de 17de en 18de eeuw een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de medische wetenschap.

Swammerdam (1637-1680) ontraadselde de werking van de ademhaling en de bouw van de vrouwelijke geslachtsorganen; met de door Antonie van Leeuwenhoek (1632-1723) ontdekte microscoop werd vastgesteld dat mannelijk zaad niet louter vloeistof is maar krioelt van ontelbare ‘beweeglijke dierkens’.

Het bracht hem op de (bijna juiste) gedachte dat zo’n dierke in de baarmoeder van de vrouw uitgroeit tot een embryo. Ruysch (1638-1731) is vooral bekend geworden door zijn anatomische werk en de wijze waarop hij erin slaagde lichaamsdelen te prepareren. Toen tsaar Peter de Grote de collectie van Ruysch zag, was hij zo onder de indruk dat hij voor 30.000 gulden alles opkocht en meenam naar Rusland.

Boerhaave (1668-1738) was één van de beroemdste geneesheren uit zijn tijd en had een vooraanstaande artsenpraktijk in Leiden, waar hij ook o.a. hoogleraar en botanicus was. Zijn hoogleraarschap trok veel buitenlandse studenten naar de universiteit van Leiden. Hij werd geprezen om zijn didactische gaven en vond het belangrijk zijn studenten ook aan het ziekbed van zijn patiënten te onderwijzen. 

Op de afbeelding rechts een anoniem portret uit 1590 van de Delftse dokter Pieter van Foreest, lijfarts van Willem van Oranje.

Op de onderstaande afbeelding: begin 18de eeuw schilderde A. de Gelder het gezin Boerhaave.

remigratiewet

1999 - De Remigratiewet maakt het allochtonen die onder het minderhedenbeleid vallen gemakkelijker naar hun land van herkomst terug te keren. Wie binnen een jaar spijt krijgt, mag terugkomen.

Gerelateerde artikelen


Relevante tijdvakken