NPO
NTR
3 juni 2014

De ladder naar lust

 

Na het verorberen van de laatste schep hete bliksem – een brijige stamppot, in den beginne gecreëerd door een chef-kok die ten eeuwigen dage het ovenvuur na aan de schenen moet worden gelegd – nam mijn vader zijn bijbel ter hand.

 

‘Jakobs droom te Betel, Genesis 28 vers 12. De jakobsladder. Jakob gaat slapen met zijn hoofd op een steen en ziet in zijn droom een ladder waarover engelen op en neer gaan’, zei hij onderwijzend tegen de kleintjes.

 

‘God staat boven aan de ladder en belooft hem het land waarop hij ligt. Daarna wordt de steen door Jakob geolied.’ Mijn oudste broer fluisterde: ‘Die zevenslaper heeft zo dadelijk geen brillantine meer nodig.’

 

Ik stelde me intussen voor dat ik neergevlijd, doezelend in de exquise, zurige sfeer van winterkost, met mijn hoofd boven op de grote kei lag die in onze schuur het vat afdekte waarin melkzuurbacteriën tekeergingen in fijngesneden wittekool.

 

Jaren later, toen mijn vaders Schriftlezing allang was verstomd, zag ik de oudtestamentische scène luchthartig geïnterpreteerd terug in een plafondschildering in het bisschoppelijk paleis van Udine.

 

In Tiepolo’s Bijbelse werk ‘De droom van Jakob’ ontwaarde ik wat ik van jongs af aan al vermoedde: dat deze gedweeë wezens allerminst onzijdig zijn, maar beschikken over mollige vrouwenkuiten.

 

Bij een enkele vieve engel zag je zelfs, klip-en-klaar in de roze schemer van de opwaaiende gewaden, dat het soigneren van het schaamhaar nog niet tot het koninkrijk der hemelen was

doorgedrongen.

 

Het waren geen Godsgezanten, maar bacchanten, ladderzat op weg naar de furieuze, in het uitdeinend heelal weerkaatsende geluidsorgie van Jimi Hendrix, de meester van de gitaarriff, die ziel en zaligheid uit zijn schrepele lichaam perste.

 

---

 

UITLEG

 

Het Groene Boekje noemt naast boerenkool, bloemkool en dergelijke ook rodekool. Van Dale heeft ook wittekool.

 

Al deze woorden moeten volgens de jury aaneen worden geschreven als je ze uitspreekt als één woord, dat wil zeggen: met één woordaccent.
Je kunt dat horen als je de woorden in een zin zet.

 

Er is een verschil tussen 'een hele wittekool' en 'een heel witte kool'. (de beklemtoonde lettergrepen zijn onderstreept)

 

3 juni 2014

 

Het eerste dictee heette nog het Nationaal Dictee der Nederlandse Taal. De Vlamingen deden niet mee. Het was een initiatief van NOS-programma Lopend Vuur, de Volkskrant en de Nederlandse Taalunie. "Een vriendelijke spellingtest voor uw en ons taalplezier", zei Philip Freriks. Hij presenteerde toen ook al, zij het in zijn eentje. Het was 15 december 1990.

 

De tekst, van de hand van Kees Fens, had als onderwerp dierentuin Artis. Dat maakte 'przewalskipaard' mogelijk, maar ook 'casuaris' en 'het oude berenpaleis'. Echte spelvalkuilen. Thuis deden een kwart miljoen mensen aan dit eerste televisie-dictee mee.

Meer over namen van dier-, planten- en fruitsoorten vindt u hier.
En bekijk ook het sympathieke przewalskipaard eens van dichtbij! (Is de schrijfwijze wel correct?).

 

De Eerste Kamer bestond 175 jaar in 1990 en dat was een mooie gelegenheid het dictee daar onder te brengen.

Vijfentwintig prominenten, waaronder Heinz Polzer (drs. P), Frits Korthals Altes, Marijke Höweler, Maarten Biesheuvel, Annemarie Oster, Herman Wigbold, Renate Dorrestein, Jasperina de Jong, Thom Hofmans, Liesbeth List, Yvonne Kroonenberg, Pia Dijkstra, Peter Winnen,Willem van Kooten ("moet nablijven omdat hij heeft afgekeken - met anderen heeft overlegd"), Bart Chabot en Gregor Frenkel Frank. Vijfentwintig deelnemers kwamen uit de "moordende voorronde" in de Volkskrant.

 

De norm was nog het Groene Boekje uit 1954, de voorkeurspelling. Je mocht toen zowel 'bureau' als 'buro' spellen, maar 'bureau' genoot de voorkeur. Net als 'kultuur' en 'cultuur', waarbij 'cultuur' geprefereerd werd. Er werden 943 fouten in totaal gemaakt, gemiddeld 19 à 20 fouten per kandidaat, en er was niemand met 0 fouten.

Sinds het eerste televisiedictee in 1990 zijn er tweemaal wijzigingen in de officiële Nederlandse spelling doorgevoerd.

 

3 juni 2014

 

Voor het eerst hebben we te maken met het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Dat kwam door de samenwerking met de Vlamingen: de BRT en de Belgische krant De Standaard.

De tekst werd geschreven door Kees Fens.

De voorronde van De Volkskrant leverde tot ontzetting van de redactie 13.000 reacties op. Daaruit kwamen twintig Nederlandse kandidaten voort. In de voorronde van De Standaard werden tien Belgische deelnemers geselecteerd.

De uitgenodigde prominenten moesten echt iets met taal van doen hebben: presentatoren, acteurs, schrijvers, journalisten etc. Er waren er twintig uit Nederland en tien uit België. Onder hen:

 

Bart Chabot - auteur, Clous van Mechelen - musicus, Birgit van Mol - presentatrice, Martin Ros - uitgever, Jules Deelder - dichter en schrijver, Diane Ozon - dichter en kunstenaar, Dieuwertje Blok - presentatrice, Griselda Visser - journaliste, Willem Duys - presentator, Anja Winter - actrice, Paul Cockx - taaldeskundige, Ethel Portnoy - schrijfster, Koos Postema - journalist, Erik van Muiswinkel - cabaretier, Eugène Berode - 'taalbewaker' bij de BRT.

3 juni 2014

Hartenpijn

 

Nadat ik jarenlang zielenknijpers had geconsulteerd voor een aandoening die in negentiende-eeuwse traktaten als spleen wordt omschreven, besloot ik mijn heil niet langer in antidepressiva te zoeken.

 

Ik zocht een Mariaheiligdom waar ook steilorige vroegeenentwintigste-eeuwse niet-gelovigen zich konden neervlijen om de genezing af te smeken van levercirrose, ontstoken bronchiën, X-benen of een acuut accres van genitale wratten.

 

Op advies van Chaucer, Groot-Brittanniës meest gelauwerde laatmiddeleeuwse dichter, plande ik mijn pelgrimstocht in april, de uitgelezen maand om naar een bedevaartsoord te trekken, of dat nu ligt in mediterraan of Saharaans gebied.

 

Als fan van Hugo Claus’ Oostakkerse gedichten lokte mij het Oost-Vlaamse Oostakker met zijn neogotische Onze-Lieve-Vrouwekerk, al spelen de pennenvruchten van onze betreurde bard veelal in een rabelaisachtig sodom en gomorra.

 

Ik hing een schapuliermedaille om, speldde wat blingbling op mijn revers, leerde het Onzevader uit mijn hoofd, boekte overnachtingen in een x-aantal lowbudgetkloosters en sloot me aan bij een colonne ultradevote adellijke pelgrims.

 

Hoewel ik me had voorgenomen alleen bij het ecclesiastische en eschatologische stil te staan, bezweek ik voor de seduisante elixers, de eau des carmes en de geuzelambiek die rooms-katholieke monniken ’s avonds serveerden.

 

Overdag bestreed ik gênante katers en werd mijn queeste nu ook door een pernicieuze zondelast bezwaard, zodat ik rozenhoedjes mompelend voortsjokte naar mijn eindbestemming, die als een eldorado almaar elusiever werd.

 

Kon een jozefshuwelijk me verlichten, wilde ik weten van een getonsureerde benedictijnerabt, waarop hij me in zijn gebronsde armen sloot en mijn larmoyante weltschmerz godzijdank eindelijk voorgoed vervloot.

3 juni 2014

 

De derde editie van de 'koningin der taaltoetsen', het Groot Dictee der Nederlandse Taal. De tekst was van Han van Gessel.
Heel wat politici en schrijvers lieten het trouwens afweten; ze namen de uitnodiging om mee te doen niet aan (uit angst om af te gaan?). Philip Freriks noemde daarom de prominenten die er wel waren 'gladiatoren van de taal'. Aan de voorronde van De Volkskrant deden 15.000 mensen mee. Het dictee werd een instituut. Het Ministerie van Financiën organiseerde ook een dictee, waarvoor zich 1500 ambtenaren aanmeldden.

 

Er waren net als in 1991 dertig 'gewone' deelnemers uit België en Nederland en dertig prominenten. Onder de laatsten bevonden zich Jan des Bouvrie - ontwerper, Gert en Hermien - artiesten, Appie Baantjer - schrijver, Gerard Cox - acteur, Fred Benavente - acteur, Nellie Cooman - sportvrouw, Martin van Amerongen - journalist, Luk De Koninck - acteur, Maurice de Hond - opiniepeiler, Bavo Claes - presentator Belgisch journaal, Joop van Zijl - presentator Nederlands journaal en Hugo Camps - journalist.

Marga van Praag maakte een reportage op een school met veel Marokkaanse en Turkse kinderen over de moeilijkheden die deze kinderen hadden met het Nederlands. "Thermometer kan je toch ook zonder h schrijven?".