NPO
NTR
3 juni 2014

Telefoon!

 

Peinzende treinreizigers worden heden ten dage in hun gecapitonneerde coupés frequent lastiggevallen; zij horen medereizigers sans gêne en met bravoure telefonisch tekeergaan over intieme zielenroerselen en particuliere aangelegenheden.

 

Zelfs in de weidsheid van een rijke concertzaal wordt de ascetische klavecinist die geconcentreerd en consciëntieus een cantate begeleidt, rauwelijks gestoord door gedownloade riedels van een hinnikend paard of een hit uit de toptien; je krijgt er welhaast het heen-en-weer van.

 

Mobiel bellen is inmiddels tot in de jongste leeftijdscategorieën doorgedrongen; in scholen is het usance dat slimmeriken en apenkoppen de godganse dag sms'en om met elkaar te communiceren over efemere activiteiten en exotisch gedachtegoed.

 

Het intermenselijk contact is rigoureus veranderd; het robuuste bakelieten telefoontoestel en de somtijds langverbeide conversatie zijn verdrongen door te veel geë-mailde lariekoek en mobiel gewauwel, waarop meestentijds geen peil valt te trekken.

 

Nooit ofte nimmer had de negentiende-eeuwer Graham Bell kunnen voorzien wat zijn avant-gardistische inventiviteit teweeg zou brengen; het product van zijn visionaire exercities was indertijd prestigieus gerei van de geprivilegieerde bourgeoisie en puissant rijken van adellijken huize.

 

Thans is het mobieltje een financieel interessant hebbedingetje voor velen; wie kan het zich ten langen leste nog permitteren op pad te gaan zonder dat minuscule apparaatje in zijn precieuze ovale etuitje?

 

Decennialang was de telefoon een zegen; nu echter fronsen niet weinigen de wenkbrauwen wanneer zij kantje boord het vege lijf redden na weer eens te zijn gebruuskeerd door een druk pratende automobilist, die strijk-en-zet beweert dat hij ondanks dat frenetieke gebel veilig rijdt.

 

Aan de onoorbare praktijken van gsm-junks valt nauwelijks meer te ontsnappen; nochtans lijkt dit de plaats om de autistische wildbeller te kapittelen: beëindig als de wiedeweerga dat nietsontziende gekoeioneer van de toch al veelgeplaagde medemens!

3 juni 2014

De hittegolf

 

In deze dagen van buiig sinterklaasweer en goeddeels illusoire kerstpakketten gaan de gedachten van velen terug naar de voorbije recordzomer; wekenlang zaten we bekaf onderuitgezakt bij onhollandse temperaturen, een daarbijbehorend colaatje binnen handbereik.

 

Bij tijd en wijle werden we getrakteerd op ten minste eenendertig graden Celsius; sommigen vielen dientengevolge abrupt in katzwijm en apocalyptische tv-beelden uit New York illustreerden hoe gestrande metropassagiers in het pikkedonker langs fluorescerende noodverlichting huns weegs gingen.

 

Niettemin wilden tallozen hun geplande  exodus naar het zuiden voltooien; chauffeurs van beiderlei kunne wachtten in hun luxueuze carrosserieën in eindeloze files soms tot sint-juttemis, terwijl blèrende dreumesen in pyjamaatjes achter in de auto met hun geëtter slapstickachtige taferelen aanrichtten.

 

's Middags, nadat ten langen leste in het Middellandse-Zeegebied de turkooizen zee was bereikt, kwamen de minuscule bikinietjes tevoorschijn; alras vlijden gepiercete, half ontblote of van indiaanse mocassins en flatteuze tanga's voorziene lijven zich dicht opeen.

 

In dierentuinen legden de gelouterde langoest, de onthechte kaketoe alsook de doorgaans flegmatieke kapucijneraap alledrie bijkans het loodje; op de Veluwe daarentegen gedijde de exotische koninginnenpage en in lommerrijke stadstuinen zocht de heidevlinder nijver naar nectar.

 

Ten gevolge van de weersgesteldheid verspreidden zich afgelopen zomer plantensoorten die we in onze contreien ternauwernood kenden; ongebreideld floreerden allerwegen acacia, eucalyptus en apebroodboom - nog even en veldleeuweriken kunnen hun nesteldrift botvieren in hoog opgeschoten pampagras.

 

Majesteitelijk trok de zonnegod Helios in zijn door galopperende paarden voortgesleurde wagen langs het azuurblauwe zenit; langgeleden gebrevetteerde meteorologen bepeinsden of twijfels over rigoureuze klimaatschommelingen niet ijlings moesten worden gelogenstraft.

 

Goedbeschouwd snakten we kortgeleden nog naar Siberische vrieskou, maar inmiddels wordt je door een bijdehante havo-leerling die halverwege juli nog spectaculair in de rondte skateboardde, alweer ontactisch  toegesnauwd dat hij een zonovergoten pinksterdag verbeidt; het is ook nooit goed!

3 juni 2014

Normen en waarden

 

Ondanks zijn chronische ingewandsziekte  begon de comicus zijn dagelijkse cadans met een eigenzinnige gedachte-exercitie over normen en waarden, oftewel gedragingen die hij graag geïmplanteerd zag bij vreemde vogels in zijn niet-geseculariseerde santenkraam.

 

Een desperate zwaluw zwenkte zonder egards rakelings langs zijn rechterooglid; wat behelsde deze even precieze als steile duikvlucht van dit creatuur, gracieus als een libellenkind?

 

De gecraqueleerde deur van zijn werkkamer ging open; het was drs. Mallebrootje, Tweede-Kamerlid uit Elst, tevens uitvinder van de geluiddemper tegen gerommel in de maag, die een exceptioneel goed humeur op 's mans gelaat fourneerde.

 

Het was ijzingwekkend  kil in het in Oudhollandse stijl gedecoreerde vertrek; het jonge ding uit de achterban gooide nog wat antraciet in de kachel, vooraleer zij de hooggeplaatste confrères met hun modieuze molières meetroonde naar de catacomben waar gebruuskeerde armlastigen bijkans voor pampus lagen.

 

In deze macabere ambiance klonk in een sinistere hoek opeens een ridicuul gerijmel: een kwetterende kwibus sms'te met een vinkenslag een geïmproviseerde rap naar het mobiele nummer van de primus inter pares onder de pleitbezorgers voor onze normen en waarden.

 

'Verifieer en royeer, linieer en prioriteer, maar ik interrumpeer; ik stuur jou naar het hellevuur, jij komische karikatuur met je quasi-boeddhistisch surrogaat in je correlerend cosmetisch internaat.'

 

De heren keken beiden uit hun ogen als paleozoën die op het internet waren terechtgekomen; zij deden schielijk een schietprevelementje en deleteten onverwijld  pats-boem het vileine sms'je uit het elektronische bestand.

 

Het jonge ding droeg ook een steentje bij aan de resuscitatie van de sfeer en friemelde wat aan haar kousenband, zodat vanonder haar plissérok een glimp van haar verleidelijk getatoeëerde dijtje tevoorschijn kwam; Mallebrootje verijsde, de comicus hield op met prakkiseren en de wereld was weer een heerlijke likkepot!

3 juni 2014

Thuis voor de buis

 

Die tintelende nazomerdag was de luie, gesubsidieerde bohémien zich al 's morgens vroeg te buiten gegaan aan een dolce far niente op zijn aftandse tweezitscrapaudtje.

 

De antiheld deed alles op zijn elfendertigst en leverde de op z'n jan-boerenfluitjes in elkaar geflanste genreschilderijen steevast te elfder ure voor de subsidiëring af bij de mecenassen.

 

De luiwammesende vrijeberoepsbeoefenaar keek naar het tv-kanaal van de op reclame-inkomsten gedijende supercommerciële pulpzender; daar werd net het eerste tête-à-tête van een twee-eiige tweeling vastgelegd.

 

De door treiterijen geteisterde anchorman die in beeld kwam, was het door Jan en alleman voor overgelopen farizeeër versleten kijkcijferkanon; hij werd door onze kunstenmaker beschouwd als bijdetijdse ambassadeur van de jansaliegeest die het janhagel abusievelijk voor excentriciteit verslijt.

 

''Waar blijft mijn croque-monsieur?'', blèrde de aquarellist naar zijn eega, een voormalige heroïneprostituee, die een half dozijn dictees terug, toen zij nog een frêle spring-in-'t-veld was, op de vip-plaats van de parkeerfaciliteit de reputatie van een promiscue oud-Tweede-Kamerlid te gronde had gericht.

 

Zelf was dit op zijn eigen idee-fixe terende product van de bohème ook geen casanova meer; maar zoals zijn muze in een geforceerd up-tempo de wijnfles en de kurkentrekker binnenbracht, deed zij hem verlangen naar de nymfomane gepiercete lolita naast wie hij zich kortgeleden nog terneervlijde.

 

Alleen de T-vormige accessoires van haar telkenmale geüpdatete gsm'etje verlenen haar nog een fractie sex-appeal, bedacht hij toen hij de etiketloze fles als een pasgeboren baby dodijnde in zijn elleboogholte.

 

''Dat je als een houten klaas de reclameomzet van de nieuwe zender opvijzelt, is tot daar aan toe'', zei het in een feeërieke boerka gehulde ex-seksobject terwijl zij wat gemorste tuttifrutti onder het smyrnatapijt wegwerkte, ''maar je kunt tenminste toch je schoenen uittrekken!''

3 juni 2014

Een soapopera

 

De vrouw die het hippe grand café binnenliep, een miss twiggy aan de goede kant van de veertig, was smaakvol uitgedost in een bordeauxrode deux-pièces en een blouse met ovale vlakken, het precieuze gezicht perfect in de make-up.

 

Op de bühne van het horeca-etablissement stond een diskjockey die deathmetal en francofone hiphopnummers mixte tot een eclectische brij; een amuzikaal karweitje waarvan nochtans al menige liveopname was gemaakt. Enfin.

 

Te midden van de pret makende jongelui leek praten ten enenmale onmogelijk, maar ondanks de tenhemelschreiende herrie wist de bij de ober in het gevlij gekomen vrouw een breezer en een schaaltje petitfours te bemachtigen.

 

Ze keek welhaast smachtend naar de deur, maar werd bijwijlen afgeleid door een slecht afgerichte dobermannpincher die niet alleen stonk, maar eens te meer met continu geblaf het beatjuggelen versjteerde.

 

Daardoor miste ze de entree van een fijngebouwde, wat oudere man – harrypotterbrilletje onder een cabareteske coupe van witte krullen – die bij de bar zijn stereotiepe caipirinha bestelde voordat hij haar ontwaarde.

 

Hij zoende haar vluchtig en begon haar op even onheuse als dedaigneuze wijze toe te spreken: dat gedoe van Cupido met zijn pijl-en-boog was over en uit; het verplichtte hem hun ontwrichte latrelatie te beëindigen.

 

Zij wist zo een-twee-drie geen ad remme riposte te bedenken, maar verkocht hem een volmaakt kletsende oorvijg; hij belandde op de grond zodat hij, klem geraakt tussen het meubilair, eruitzag

 

als een knock-out geslagen bokser.

 

Hij kreunde, en terwijl de muziek uitfadede, haastte zij zich verdwaasd de zaak uit – onder applaus, dat wel, en toen zij de drempel overging en half buitenstond, was nog net te horen dat zij hem halfluid uitmaakte voor guppy.

 

UITLEG
Bloes staat zowel in het Groene Boekje als in Van Dale als vormvariant vanblouse. Het is dus correct gespeld en het zou niet als fout mogen worden aangerekend.