5 Sekse

basic

Koninginnen mogen niet fietsen door Jurryt van den Vooren

Wilhelmina op schaats en fiets

p.gvn---wilhelmina-fietsen

Wilhelmina op de fiets

Bron: Geheuven van Nederland

De Nederlandse vrouw had in de negentiende eeuw bijzonder weinig bewegingsruimte, wat in het geval van sport en lichaamsbeweging bijna letterlijk moet worden genomen. Zelfs prinses Wilhelmina, vanaf 1898 koningin, ontsnapte niet aan deze beperkingen. Behalve als ze wilde schaatsen.

p.na---schaatsen-wilhelmina

Eerste schaatsen van koningin Wilhelmina, 1888

Bron: Nationaal Archief

Het kortebaanschaatsen in Friesland is uitzonderlijk, omdat er ook ‘famkes’ mogen meedoen aan wedstrijden – zolang ze maar niet in een clubbestuur willen. In sporten als tennis, golf en gymnastiek staat men aan het eind van die eeuw langzaam toe dat er vrouwen aan meedoen. Maar bij het voetbal en wielrennen blijven vrouwen taboe, tot diep in de twintigste eeuw.

Dat onderscheid is tot op koninklijk niveau te zien, want Wilhelmina mag wél schaatsen, maar niet fietsen. Nota bene de Nederlandse minister-president zelf verbiedt haar in 1898 om op een fiets te stappen. Toen koning Willem-Alexander vorig jaar hoorde van dit koninklijke fietsverbod wist hij niet wat hij hoorde. Andere tijden, andere koninklijke gewoontes.

Prinsesje wil schaatsen leren

Dat het schaatsen geen probleem is voor de piepjonge prinses Wilhelmina – zes jaar oud - blijkt in januari 1887 uit een bericht van dagblad De Tijd.

De kleine prinses Wilhelmina heeft aan Z. M. den Koning den wensch kenbaar gemaakt om het schaatsenrijden te leeren. In dien wensch heeft Z. M. toegestemd. De eerste oefeningen zullen plaats hebben binnen een besloten terrein.

De Tijd, 1887
p.na---wilhelmina-schaats

Koningin Wilhelmina op de schaats in het Haagse bos, 1893

Bron: Nationaal Archief

Het is klein nieuws, maar desondanks is het opvallend dat het koningshuis het nodig vindt om de Nederlandse kranten te informeren over de prille schaatsliefde van de prinses. Ook de dagen erna schrijven kranten hierover, zodat we zelfs weten dat de schaatsen zijn besteld bij ‘den heer K. T. Hoekstra te Warga’. In de jaren erna worden de zogenaamde Koninginneschaatsen als speciaal model op de markt gebracht, verwijzend naar de schaatsliefde van Wilhelmina. De vrouwelijke leden van het Koninklijk Huis grijpen vanaf die tijd elke gelegenheid aan om in het openbaar te schaatsen: koningin-regentes Emma, koningin Wilhelmina en later prinses Juliana.

De maatschappelijke boodschap is duidelijk: schaatsen is voor vrouwen een fatsoenlijke sport. Zelfs voor vrouwen van Koninklijke bloede.

Het koninklijke fietsverbod

Die vrijheid bestaat niet voor fietsende vrouwen – ook al zijn ze lid van het Koninklijk Huis. Op 20 juli 1898 citeert het Algemeen Handelsblad een buitenlandse krant, waarin staat dat de Nederlandse regering heeft besloten dat koningin Wilhelmina niet in het openbaar mag fietsen, ‘met het oog op de toekomst’.

v.033 - fietsen

Het ANWB-blad De Kampioen beschrijft dat jaar de discussie tussen minister-president Pierson en Wilhelmina, waarin de vorstin wil aantonen dat fietsen juist gezond is, ook voor vrouwen van haar stand. “Dit kan waar zijn,” antwoordt Pierson, “maar geen van die vrouwen, die U noemt, heeft de verantwoordelijkheid voor het welvaren van zovelen als Uwe Majesteit. Wij moeten dus Uwe Majesteit vriendelijk verzoeken van Haar voornemen af te zien, ook al is het gevaar, dat in wielrijden ligt, zeer gering.'

Het koninklijk verbod is onverbiddelijk en dat moet Wilhelmina niet leuk hebben gevonden. In 1897 heeft ze in Wenen al een rijwiel gekocht en ze heeft als toeschouwer fietswedstrijden bezocht. En dan houdt ze ook nog eens van schaatsen, waarbij ze de ene sport wél in de openbaarheid mag doen en de andere niet – allemaal vanwege de heersende opvattingen over sekse en sport.

Zij houdt van beweging. Zij rijdt paard, ment, roeit, speelt tennis, fietst uitstekend.

Vlissingsche Courant, 1900

Wilhelmina legt zich lang neer bij de beperking, want in de decennia daarna neemt geen enkele onderdaan haar ooit op een fiets waar – in ieder geval niet in de openbare ruimte. Pas in 1933 doet ze dat voor de eerste keer, waarbij Katwijk de primeur heeft. De inwoners kijken met open mond toe.

Dat de koningin zóó typisch-nationaal zich zou gedragen door een fiets te bestijgen en een toertje om te maken, hadden wij niet verwacht. Het zal zeker bij de Nederlandsche bevolking in goede aarde vallen, dat de koningin is gaan fietsen – nog wel op een fiets met belastingplaatje…

Leidsche Courant