Mina Kruseman: “Ik leef naar mijn principes” door Femke Deen
Feministische artieste wordt ongehuwd moeder
De spraakmakende artieste en feministe Mina Kruseman is teruggekeerd naar Europa na een zesjarig verblijf in Indië. Gaat ze voor evenveel opschudding en sensatie zorgen als voor haar vertrek? We vragen het haar in Napels, waar ze zich heeft gevestigd met haar twintig jaar jongere minnaar. Haar afkeer van de pers heeft ze opzij gezet om terug te blikken op haar tumultueuze leven.
Uw plotselinge vertrek uit Indië was behoorlijk spraakmakend. Het verhaal ging dat u Frits Hoffman, uw veel jongere partner, zou hebben ontvoerd. Wat was er aan de hand?
‘Ontvoerd, ha! Alsof Frits niet uit eigen vrije wil met mij mee zou willen gaan! De waarheid is dat ik in verwachting was. Niet dat ik me daarvoor schaamde – integendeel. Maar Frits en ik zijn ongehuwd en in Soerabaja zou de geboorte van ons kind tot teveel opschudding hebben geleid. Hier in Napels trouwens ook – toen ik zelf aangifte ging doen van de geboorte wisten de ambtenaren niet wat ze moesten denken! Ze begrepen er niets van dat we om principiële redenen niet waren getrouwd. Als ik een arm meisje was geweest, hadden ze me ongetwijfeld weggestuurd, maar een trotse vrouw in een fluwelen sleepjapon aan de arm van haar man, die konden ze niet aan!’
U bent dus niet gehuwd? De kranten schreven namelijk vol leedvermaak dat u uiteindelijk door de knieën was gegaan, ondanks al uw bezwaren tegen het huwelijk.
‘Nee zeg. Ik hou zielsveel van Frits en wij zullen stellig altijd samen blijven, maar trouwen zullen we nooit. Een vrouw die voor de wet trouwt, verliest haar onafhankelijkheid, haar recht op arbeid, op eigen leven en op haar kinderen. Dat heb ik altijd gezegd en daar zal ik ook naar blijven leven. Het huwelijk wordt gezien als de kroon op een opvoeding die erop is gericht meisjes en vrouwen dom en volgzaam te houden. Als koeien worden we naar de slachtbank geleid. Zodra we worden geboren wordt het vonnis uitgesproken: ‘Een meisje – een huishoudster!’ Of beter nog, een machine!’ Ik heb altijd geweigerd daaraan mee te doen.’
U was er inderdaad jong bij: op uw negentiende schreef u al een opstel over het gebrek aan zelfstandigheid van meisjes.
‘Dat klopt, en ik sta nog steeds vierkant achter wat ik toen ook al zei: juist naar zelfstandigheid moeten vrouwen streven. Vrouwen moeten hun eigen brood kunnen verdienen. Als meisjes en jongens geboren worden, zijn ze hetzelfde en beschikken ze over dezelfde verstandelijke vermogens. Maar vervolgens is de gehele opvoeding van meisjes gericht op het volgzaam en afhankelijk maken van meisjes. Meisjes krijgen een opvoeding voor hun huwelijk, terwijl jongens een opvoeding krijgen voor zichzelf. Meisjes leren dat zij slechts aan zijn zijde gelukkig kunnen zijn, dat zij alleen door hem waarde heeft. Zij is afhankelijk van hem, omdat men zijn verstand heeft gescherpt en het hare heeft onderdrukt. Omdat men hem heeft leren denken en haar heeft leren gehoorzamen. Omdat men hem vrijheid geeft tot handelen en haar gebiedt te volgen. Daar verzet ik me tegen met alle kracht die ik in me heb!’
Ik verlang geld als schrijfster, geld als actrice, geld als zangeres, altijd en altijd geld voor alles wat ik als artieste zal doen. Ik wil mezelf kunnen onderhouden.
U heeft zelf altijd uw geld verdiend met een leven als artieste. Dat lijkt me niet de gemakkelijkste weg.
‘Ik heb altijd gezegd dat vrouwen gewoon betaald moeten worden voor het werk dat ze verrichten. Ik wil dat er werk is voor elk mens dat werken kan, en voor dat werk eis ik betaling, onverschillig door wie het wordt verricht. Ikzelf heb er voor gekozen mijn geld te verdienen als artiest – als zangeres, actrice, voordrachtskunstenares en schrijfster. Dat was niet altijd vanzelfsprekend, want vrouwen zijn niet gewend zich te laten betalen voor het werk dat ze doen. Alsof het niet kies zou zijn betaling te vragen! En kunstenaars, de andere groep waar ik me voor inzet, vinden geld ook een vies woord. Allemaal onzin. Ik verlang geld als schrijfster, geld als actrice, geld als zangeres, altijd en altijd geld voor alles wat ik als artieste zal doen. Ik wil mezelf kunnen onderhouden. En als ik daarmee mijn kameraden kan inspireren en het gratis werken in de kunstensector voor altijd kan worden geschrapt – graag!’
U zocht eerst uw heil in Amerika – daar heeft u geprobeerd carrière te maken als zangeres, zonder succes. Dat moet een gevoelige nederlaag zijn geweest.
‘Een nederlaag? Dan toch zeker voor de Amerikanen, die een talentvolle artieste zijn misgelopen. Ik was te onafhankelijk voor de Amerikaanse muziekwereld. Ik heb altijd geweigerd een dure manager te nemen – de meeste tussenpersonen en managers maakten trouwens alleen maar amoureuze avances. Omdat ze mijn sterke karakter niet konden waarderen, hebben ze me op alle vlakken actief tegengewerkt waardoor ik niet geboekt werd voor concerten. Terwijl het publiek laaiend enthousiast was, als ik wel optrad! Ach, je had het moeten meemaken: zodra ik het podium betrad, begon men spontaan te applaudisseren, en ik moest toegift op toegift geven. Hoeveel huwelijksaanzoeken heb ik wel niet afgewezen? Ja, ik heb echt een aantal glorieuze optredens gegeven. Niemand was beter geschikt dan ik om daar succes te hebben. Maar de muziekwereld in Amerika kan niet tegen onafhankelijke artiesten. Dat heeft me de das om gedaan.’
Het lag dus niet aan uw zangkwaliteiten?
‘Absoluut niet! Aan mijn zangkwaliteiten mankeert niets, iedereen die mij hoort zingen is het daarover eens. Ik heb daar trouwens nog wel een mooi verhaal over. Onder mijn artiestennaam Karcilla Réna werd ik tegengewerkt, dus besloot ik net te doen alsof Karcilla Réna Amerika zou verlaten. Ik heb mijn hele zanggarderobe te koop gezet via een advertentie. En onder een andere naam, Stella Oristario di Frama, heb ik vervolgens auditie gedaan, met een blonde pruik op. Ik heb me uiterst zielig voorgedaan en gezegd dat ik geld nodig had. Dat is natuurlijk precies wat mannen willen horen. En ziedaar: ik kon op tournee door het Zuiden van Amerika! Helaas liep het weer fout. Ik had zoveel succes, en dat wekte zoveel jaloezie op, dat men mij weer begon tegen te werken. In het Zuiden van Amerika domineren schijnheiligheid en fanatisme, terwijl in het Noorden alles draait om geld en onbeschaamdheid. In zo’n land verkies ik niet te wonen.’
Zij preekt emancipatie, terwijl ik emancipatie bén. Zij klaagt over tegenwerking en ik kom door tegenwerking vooruit. Zij gaat gebukt onder haar eigen stichtingen, terwijl ik, vrij als een vogel, alle stichtingen uitlach.
Uiteindelijk bent u bij het Nederlandse publiek erg bekend geworden door uw tournee met Betsy Perk, de beroemde en beruchte feministe. Die samenwerking verliep niet vlekkeloos.
‘Tja, die ellendige Betsy Perk, waaruit kan mijn bewondering voor haar ooit hebben bestaan? Misschien ontfermde ik me juist wel over haar omdat ze overal werd verguisd. Ik haat niets ter wereld meer dan alles dat men ‘gewoon’ noemt. Ik bewonder elke vrouw die de moed heeft zich boven het middelmatige te verheffen, vooral in Nederland. Maar uiteindelijk was zij een zwakke en vervelende stumperd. Uiteindelijk bleken we in alles elkaars tegenpolen. Zij preekt emancipatie, terwijl ik emancipatie bén. Zij klaagt over tegenwerking en ik kom door tegenwerking vooruit. Zij gaat gebukt onder haar eigen stichtingen, terwijl ik, vrij als een vogel, alle stichtingen uitlach. Ik laat haar nu over aan haar ezeltjes. Het was trouwens al snel duidelijk voor wie de mensen naar onze voorstellingen kwamen. Je weet vast dat de pers vol lof was voor mijn sublieme voordrachtskunst, terwijl Betsy werd neergesabeld. Dat is ook niet goed voor een werkrelatie.’
Ook uw werkrelatie met Multatuli eindigde in een fikse ruzie.
Alles dat ik daarover te zeggen heb staat in mijn boek ‘Mijn leven’.
Daarin staan inderdaad een hoop brieven van u en Multatuli, maar hij beweert dat die brieven niet echt zijn. Ik zou graag van u persoonlijk horen wat er misging.
‘Hij liegt. Alle brieven die ik heb opgenomen in mijn boek zijn authentiek. Laat hem maar met bewijzen komen. Maar goed, ik zal voor een keer nog mijn verhaal vertellen. Multatuli had kritiek op mijn acteren in Vorstenschool, het toneelstuk dat hij schreef. Die kritiek was natuurlijk onzin, want pers en publiek waren zeer enthousiast over mij. Eerder hadden we al aanvaringen gehad over het uitbetalen van de acteurs – hij vond dat niet nodig terwijl ik daar juist principieel voorstander van ben, zoals ik net al zei. Uiteindelijk denk ik dat hij gewoon jaloers was – hij verdiende een aalmoes met elk optreden, vergeleken bij mijn gage als hoofdrolspeelster. Uiteindelijk heeft hij mij eruit gewerkt op een zeer onaangename wijze. Ik bewonderde Multatuli’s werk zeer en heb me ook zeker door zijn maatschappijkritische literatuur laten inspireren, maar als mens viel hij me buitengewoon tegen. Zoals zoveel mensen in de kunst- en muziekwereld me uiteindelijk tegenvielen.’
Uw boek ‘Mijn Leven’ veroorzaakte toen het uitkwam een enorme rel, niet alleen doordat de ruzie met Multatuli op straat kwam te liggen, maar ook door de talloze andere vetes die erin worden uitgevochten.
‘Nee nee, het boek was geen aanval, ook geen reclame of bluf, maar een verdediging! Welk recht heeft de kunstenaar, die wordt belasterd en die men zijn bestaansmiddelen ontneemt? Ik zeg: ‘Het recht van strijden’. Uit dit boek kan men opmaken hoe ik ben tegengewerkt. Ik heb het opgedragen aan mijn trouwe vriend Publiek, omdat het publiek me altijd heeft gesteund tegen mijn vijanden. Ik nodig alle critici, vrienden en vijanden, geletterden en modemannetjes, prekers en leugenaars, Multatuli en zijn hele hofhouding uit om iets dergelijks te schrijven. Dat kunnen ze niet!’
Uw vertrek naar Indië, kort na verschijning van het boek, wordt wel gezien als een vlucht. Na alle rellen was men u een beetje zat in Nederland.
‘Dat is compleet onterecht. Ik heb bewust gekozen voor een leven in de luwte. In Soerabaja heb ik gedaan waar het me altijd om ging: een zelfstandig bestaan opbouwen, mijn eigen brood verdienen, en anderen te helpen dezelfde doelen te bereiken door les te geven en te inspireren. Ik heb nog wel opgetreden maar ik heb me vooral nuttig gemaakt met het bijstaan van Indo-Europese en Chinese meisjes – niet alleen met zang- en toneelles maar ook met levenslessen, want die heb ik natuurlijk in overvloed. Mijn streven blijft in elke vrouw iets op te wekken waardoor ze meer kan zijn dan een modepop, een bedelaarster of een huismeubel. Ik heb alleen mijn werkveld verplaatst. Ik heb er zes goede jaren gehad.’
In Soerabaja heb ik gedaan waar het me altijd om ging: een zelfstandig bestaan opbouwen, mijn eigen brood verdienen, en anderen te helpen dezelfde doelen te bereiken door les te geven en te inspireren.
Uw vertrek naar Napels heeft u al toegelicht. Keert u ooit nog terug naar Nederland?
‘Ik ben het niet van plan. In Nederland zit men geperst tussen geloof en fatsoen, als een halfgebonden boek tussen twee planken. Nederland is van een eentonige dofheid, terwijl België vol zit met nijdige jaloezie. In Italië is alles een stuk vriendelijker. Hoewel ik me ook kan voorstellen dat we op een zeker moment voor Parijs kiezen.’
Wat zijn uw plannen voor de toekomst?
‘Ik zal nooit de strijd opgeven voor het recht van vrouwen op een onafhankelijk leven. De wereld zal nog veel van mij horen, dat beloof ik u. Niet als artieste, want ik heb niet meer de drang om zelf te schitteren, maar wel als strijdster voor de goede zaak!’