De eerste fietsers verschenen eind 19de eeuw op de weg. Veel voorzieningen waren er voor deze nieuwe weggebruikers niet en echt welkom waren ze evenmin.
Daarom verenigden ze zich in 1883 in de ‘Nederlandsche Vélocipèdisten-Bond’, in 1896 omgedoopt tot Algemeene Nederlandsche Wielrijders-Bond (ANWB). De nieuwe organisatie plaatste wegwijzers en waarschuwingsborden, lobbyde voor de aanleg van fietspaden en probeerde de verstandhouding met lokale autoriteiten, veldwachters en tolbeambten te verbeteren. In 1904 besloot de ANWB, ondanks enig verzet van leden van het eerste uur, ook automobilisten toe te laten.
|