Verantwoording tegenover de kerkelijke gemeenschap

Ook de kerk was vroeger een plaats waar tucht werd uitgeoefend. Binnen de Gereformeerde Kerk bestond het instituut van de censuur.
De titelpagina van een pamflet, waarin werd gestreefd naar vrijheid van denken.
[klik voor vergroting]
Had een lidmaat een zonde begaan die geene geestelijke ergernisse had gegeven, dan mochten andere gemeenteleden hem daarover kapittelen. Was de zonde daarentegen openlijk, dan moest ze ten overstaan van de kerkenraad of de voltallige gemeente worden verzoend.

In dat geval werd hem censuur aangezegd. Daarbij werden drie stappen onderscheiden. Bij de eerste werd vóór de avondmaalsviering over hem gesproken zonder dat zijn naam viel. Bleef hij in het kwaad volharden, dan werd zijn naam wel genoemd. Daarna volgde uitsluiting en werden de gemeenteleden gemaand de schuldige te mijden.

Op de afbeelding de titelpagina van een pamflet, waarin werd gestreefd naar vrijheid van denken.

Weeldewetten

1655 - Burgemeester Tulp van Amsterdam vaardigt weeldewetten uit om ‘het geven van overcostelijcke bruyloftsfeesten en ’tverspillen van excessieve sommen op de particuliere maeltijden’ een halt toe te roepen.

Relevante tijdvakken