J.J.G. Boot (dagboek)

Categorie: Bestuurders
  • Persoonsgegevens
    Naam J.J.G. Boot (dagboek)
    Functie Burgemeester van Wisch
    Nationaliteit Nederlands
    Categorie Bestuurders
    Video
    Incident in Silvolde
    In Silvolde in de Achterhoek komt het tot een confrontatie tussen burgemeester Boot en de lokale NSB, uitgelokt door de ambitieuze NSB'er Borggreven. De Duitse bezetter kiest uiteindelijk voor de burgemeester.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (3 min. 4 sec.)
  • Persoonsgegevens
    Naam J.J.G. Boot (dagboek)
    Functie Burgemeester van Wisch
    Nationaliteit Nederlands
    Categorie Bestuurders
    Video
    Reactie op Duitse invasie
    Nederland reageerde passief op de Duitse inval van 10 mei 1940. Burgemeester J.J.G. Boot zag de Duitsers langskomen. Jan Uitham uit Noorderhoogebrug kreeg vrij van zijn baas en ging zwemmen in een kanaal.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 45 sec.)
  • Persoonsgegevens
    Naam J.J.G. Boot (dagboek)
    Functie Burgemeester van Wisch
    Nationaliteit Nederlands
    Categorie Bestuurders
    Foto
    Burgemeester Boot
    Bron: Detail van foto uit het Staring Instituut, Doetinchem
Voor de gebeurtenissen rond het binnenlands bestuur is de burgemeester van het Achterhoekse dorp Wisch een belangrijke bron: J.J.G. Boot, die later nog zou opklimmen tot burgemeester van Hilversum, hield gedurende de hele bezettingstijd een dagboek bij.
Op 19 juni 1940 noteert hij daarin:

‘De Duitse militairen zijn uit het bestuursbeleid verdwenen na de installatie van Seyss-Inquart. Het is, na alle sombere voorspellingen over een inlijving bij Duitsland, over een Duitse dwarskijker en een NSB-adviseur naast de burgemeester, een hele opluchting te vernemen dat de gemeente vrij blijft en in de provincies een Beauftragte is aangesteld om nauw samen te werken met de Commissaris der Koningin, die voortaan Commissaris der provincie wordt genoemd.’

Zo leek er weer wat rust te zijn ingetreden na de volkomen chaotische meidagen waarin niemand wist waar hij aan toe was. Burgemeester Boot schrijft dat iedereen op het gemeentehuis die 10e mei van het kastje naar de muur liep.

Hij verwachtte ieder ogenblik Duitse officieren, maar die kwamen niet, die hadden kennelijk iets anders te doen. Hij kreeg telefoon van zijn vrouw, die meldde dat de gemotoriseerde troepen langs zijn huis het land in trokken. Citaat uit zijn dagboek van 10 mei 1940:

‘De dag was zo stralend mooi. Niemand deed iets. Vanzelfsprekend! Wat zou men op zo’n uur kunnen doen?! De mensen brachten hun stoelen voor hun huis. Lieten zich zonnen, terwijl de ene divisie na de andere aan hen voorbij trok.’

Zoals meer burgemeesters was Boot er tamelijk gefrustreerd over dat er geen richtlijnen waren uitgevaardigd aan gemeentebesturen over hoe te behandelen bij een vijandelijke inval. ‘We staan wat verwezen met betrekking tot onze bevoegdheden,’ omschrijft hij fraai zijn positie.

Maar kort daarna moet hij toegeven dat er wel degelijk richtlijnen waren verstrekt, en wel drie jaar eerder, in 1937. Alleen …. Boot had ze nooit gelezen. Hij schrijft:

‘In een geheim vakje heeft de gemeentesecretaris een exemplaar gevonden. Ik heb er, bij mijn weten, nooit van gehoord. We hebben de inhoud van het boekje, daterend uit 1937, nimmer in een burgemeesterskring besproken.’

Het gaat om de ‘Aanwijzingen van 1937’, een nogal algemene set instructies, die gebaseerd waren op de militaire bezetting van België vanaf 1914. De termen waren vaag, want er mocht in die tijd niet al te duidelijk in staan dat er een invasie van Duitse kant werd voorzien – dat zou een inbreuk op onze neutraliteit inhouden.

En wat te doen als er een vreemde mogendheid de baas werd die op autoritaire wijze rassendiscriminatie zou gaan toepassen – daarop gaf het boekje al helemaal geen antwoorden. De strekking van de aanwijzingen was vooral: zorg ervoor dat alles zo normaal mogelijk doorgaat en dat de bevolking zo weinig mogelijk merkt van een bezetting.

Welnu, die boodschap heeft duidelijk effect gehad. De mogelijkheid dat bestuurders op enige wijze medewerking zouden weigeren is bijna nergens aan de orde geweest.

Burgemeester Boot in het Achterhoekse Wisch vergadert geregeld met zijn collega’s. Hij vindt dat prettige bijeenkomsten, ze zijn er onder elkaar, ze kunnen elkaar als klankbord gebruiken en er zijn nog steeds geen NSB-burgemeesters tot hun kring doorgedrongen. Maar lang zal dat niet duren, vrezen ze in voorjaar 1941.

Velen verwachten dat de Duitse bezetter op korte termijn Mussert naar voren zal schuiven, als leider van het land. Dan zal de invloed van de NSB in het lokale bestuur snel toenemen. De voorbereidingen zijn al gaande, noteert Boot in zijn dagboek:

‘Er is een opleidingsinstituut voor aspirant-NSB-burgemeesters in het leven geroepen. Het pleit voor het huidige burgemeesterskorps. Slechts enkelen zijn overgelopen. Het is om te lachen als men het programma leest. Drie maanden schriftelijke opleiding. Een week mondeling, plus een reisje naar Duitsland. Daarna volontairen op een secretarie waar NSB-gezinde burgemeesters zitten.’


Maar een paar maanden, in augustus 1941, blijkt de aanval veel radicaler te zijn: verordening 152 van Rijkscommissaris Seyss-Inquart schrijft voor dat per 1 september alle gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders worden ontbonden. Ook provinciale staten worden opgeheven.

Burgemeester worden de enige bestuurders van de gemeente, de wethouders worden assistenten, dus eigenlijk ambtenaren. Het is het einde van de lokale democratie, die het nog een maand of zestien had uitgehouden. Burgemeester Boot is woedend, en diep bedroefd, zo blijkt uit zijn dagboek:

‘Met ontroering en verontwaardiging vernam ik de tijding van het buiten werking stellen der gemeenteraden. Door deze maatregel is het meespreken van de bevolking uitgesloten. Dit is in flagrante strijd met het bezettingsrecht en met de uitspraak van Seyss Inquart. Ons volk zal dit onrecht niet verdragen.’

Boot laat het niet bij een passage in zijn dagboek. Samen met een bevriende arts schrijft hij een woedend pamflet. Hij vindt een lokale drukker bereid het te drukken en krijgt verschillende giften waardoor het ook kan worden verspreid.

Veel haalt het niet uit, maar de burgemeester van Wisch heeft in ieder geval zijn hart kunnen luchten en menigeen, die het uitvoerige en principiële geschrift destijds heeft gelezen, zal er zich door bevestigd hebben gevoeld. Opmerkelijk is wel dat Boot met geen woord rept over de anti-joodse maatregelen die dan overal al voelbaar zijn, ook in de Achterhoek.


Bronnen:
*J.J.G. Boot, 'Burgemeester in bezettingtijd' (Apeldoorn, 1967)
*P. Romijn, 'Burgemeesters in Oorlogstijd'
*B. Evenhuis 'J.J.G. Boot, bestuurder'
*L.E. Bruil Traanboer 'Wisch in bezettingstijd 1940-1945'
*H.L.J. Kolks en B.J. Dorrestijn '1988: Met het oog op Silvolde. 800 jaar Silvolde in woord en beeld'
*www.achtershoekarchief.nl
*www.staringinstituut.nl

 

Links