Edith van Hessen (dagboek)
Categorie: Kinderen-
Persoonsgegevens
Naam Edith van Hessen (dagboek) Functie Joodse scholiere in Den Haag Geboortedatum 1925 Nationaliteit Nederlandse Categorie Kinderen VideoEdith van Hessen Edith van Hessen over haar leven tijdens de oorlog en haar dagboek. Bron: De Oorlog, deel 5 (deels extra materiaal); montage: Hasan Coskun -
Persoonsgegevens
Naam Edith van Hessen (dagboek) Functie Joodse scholiere in Den Haag Geboortedatum 1925 Nationaliteit Nederlandse Categorie Kinderen VideoGevolgen anti-joodse maatregelen De joodse scholiere Edith van Hessen merkte steeds meer van de anti-joodse maatregelen, probeerde positief te blijven en hoopte dat de oorlog snel voorbij zou zijn. Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 38 sec.) -
Persoonsgegevens
Naam Edith van Hessen (dagboek) Functie Joodse scholiere in Den Haag Geboortedatum 1925 Nationaliteit Nederlandse Categorie Kinderen Video'Nu zijn wij Duits' De Haagse scholiere Edith van Hessen beschrijft in haar dagboek de oorlogsdagen, Rotterdam en constateert dat Nederlanders Duits zijn geworden. Bron: De Oorlog, deel 2 (28 sec.) -
Persoonsgegevens
Naam Edith van Hessen (dagboek) Functie Joodse scholiere in Den Haag Geboortedatum 1925 Nationaliteit Nederlandse Categorie Kinderen VideoZorgeloze zomer 1940 Tijdens de ongewone mooie zomer van 1940 ziet Nederland er zorgeloos uit. Ook voor Edith van Hessen gaat alles nog z'n gewone gang. Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 1 sec.) -
Persoonsgegevens
Naam Edith van Hessen (dagboek) Functie Joodse scholiere in Den Haag Geboortedatum 1925 Nationaliteit Nederlandse Categorie Kinderen FotoEdith van Hessen Bron: Bron: jeugdfoto - privé collectie
Het Joodse meisje Edith van Hessen begint in 1938 een dagboek. Ze is dan dertien jaar. Onbezorgd schrijft ze over haar leven in Den Haag, over school, feestjes, jongens. Edith komt uit een intellectueel milieu, ze blinkt uit op school. Ze is vrolijk, optimistisch.
Dat blijft ze in het begin van de oorlog. Op 2 juni 1940 noteert ze, bijvoorbeeld:‘We hadden een heerlijke avond. Vader las voor uit Heine. Moeder, Jules en ik ook. Nina en Paul kwamen langs. We maakten met z’n allen muziek. Het was echt leuk. Parijs is door de Duitsers ingenomen. Hier is alles weer rustig. Maar verder in de wereld…!’
In 1941 beginnen de anti-joodse maatregelen voelbaar te worden, ook voor een schoolmeisje in Den Haag. In de paasvakantie is Edith met een groep medeleerlingen een fietstocht gaan maken, zij was de enige Joodse van het gezelschap. Na terugkomst kijkt ze in haar dagboek terug op een mooie week:
‘Ik zit op mijn bed met een rood verbrand gezicht van de zon en pijnlijke knieën. Afgezien daarvan is alles normaal… behalve mijn geestesgesteldheid. Ik heb behoefte aan een opkikkertje. Je zult moeten toegeven dat het nogal ontluisterend is als je een dorpje binnen rijdt en een bord ziet met: joden hier niet gewenst. Er was een cafeetje in Wilnis, waar we de eerste dag binnen liepen. Alleraardigste mensen. Zij hadden ook zo’n bord maar dat hadden ze in een kast weggestopt.'
De omstandigheden worden langzaam moeilijker. In de zomer van 1941 komen er steeds meer beperkingen voor Joodse inwoners. Ze mogen niet meer naar hun eigen school, er komen speciale joodse scholen. Ook Edith krijgt dat te horen.
‘En jawel hoor, vanavond stond het in de krant; we mogen niet meer naar school. [...?] Zie je nou wel. Met dit nieuws toog ik naar Dolfs huis. Maud was daar ook. Ze was reuze verontwaardigd. Ze vond het erg beroerd en zei dat alle leuke lui nu van school afgingen en dat er dan een soepzooitje overbleef. Enfin, we maakten een knalidee voor een fuif om het einde van de vakantie te vieren en besloten ons niet door de toestand van de wijs te laten brengen.’
Maar de confrontaties worden steeds indringender. Ook op straat. Bij Edith in de straat, voor haar eigen deur:
‘Vandaag liggen de straten bezaaid met pamfletten met flutteksten als: Yankee, Engelsman, Chinees, Bolsjewiek dansen naar de pijpen van de hele jodenkliek, en dat laatste woord in dikke rode letters. Op de lantaarnpaal voor ons huis zijn er ontzettend veel geplakt, op de andere palen in de straat veel minder.’
Edith houdt contact met haar vriendinnen als ze op haar nieuwe, Joodse school zit. Soms gaat ze nog met hen op stap. Maar dat wordt steeds moeilijker.
‘Om twee uur kwam Maud me afhalen en zijn we samen naar het strand gegaan. Maar in de duinen stonden weer nieuwe bordjes: ‘Verboden voor joden’ en ‘Beperkte bewegingsvrijheid’. Daarom stelde Maud voor, als ik niet verder wilde, terug te gaan naar haar huis en daar thee te drinken.’
Edith en haar familie houden het nog een jaar uit. Als in juli de eerste deportatietreinen gaan rijden duiken ze onder. Edith komt in Breda terecht. Ze overleeft de oorlog, maar een groot deel van haar familie niet. Ze vestigt zich in het buitenland. De laatste decennia woonde ze in de Verenigde Staten waar ze in 1997 haar dagboek uit de oorlogstijd publiceerde.
Bronnen:
*Edith Velmans-Van Hessen 'Het verhaal van Edith' (1997)
*Wally de Lang, 'Het oorlogsdagboek van Gabriel Italie'
*Wally de Lang, 'Slotakkoord der kinderjaren: herinneringen aan het Joodsch Lyceum Fisherstraat, Den Haag 1941-1943' (2003)
Over het Joods Lyceum in Amsterdam:
*Dienke Hondius, 'Absent. Herinneringen aan het Joods Lyceum Amsterdam, 1941-1943' (2001)