Beb Vuyk (dagboek)
Categorie: Kampen-
Persoonsgegevens
Naam Beb Vuyk (dagboek) Functie Schrijfster in Jappenkamp Geboortedatum 1905 Sterfdatum 1991 Nationaliteit Nederlandse Categorie Kampen VideoOvergave Japan in kamp Pas 8 dagen na de capitulatie van Japan hoort schrijfster Bep Vuyk in een vrouwenkamp dat de oorlog is afgelopen. Bron: De Oorlog, deel 7 (32 sec.) -
Persoonsgegevens
Naam Beb Vuyk (dagboek) Functie Schrijfster in Jappenkamp Geboortedatum 1905 Sterfdatum 1991 Nationaliteit Nederlandse Categorie Kampen VideoGebrek in kamp Tjideng In het vrouwenkamp Tjideng in Jakarta is gebrek aan van alles. Zoals zeep en eieren, noteert Margaretha Ferguson in haar dagboek. Het kamp wordt ook steeds voller en kleiner: eerst 2.500, dan 5.000 en tenslotte 10.000 kampbewoners. Bron: De Oorlog, deel 7 (1 min.) -
Persoonsgegevens
Naam Beb Vuyk (dagboek) Functie Schrijfster in Jappenkamp Geboortedatum 1905 Sterfdatum 1991 Nationaliteit Nederlandse Categorie Kampen FotoBep Vuyk Bron: De Oorlog, deel 7
Veel vrouwen in de kampen moesten voortdurend verhuizen, de Japanners sleepten hun geïnterneerden van hot naar her. Schrijfster Beb Vuyk, die tot de geïnterneerden behoorde, schreef daarover in haar dagboek.
Vuyk zag één van die verhuispartijen van een jonge vrouw, die met haar zoontje van twee jaar in een transport was beland en uren moest wachten, in de brandende zon:‘Na een poosje haalde ze een pakje rijst te voorschijn en begon het kind te voeren als een ijverige spreeuwenmoeder. Na iedere hap zei ze opgewekt: “Lekker hè, Sjeffie”, met een Limburgs accent.
Ze zette het kind naast zich neer, een handtas als steun in de rug. Ze zoende hem op beide wangen en knuffelde hem: “Leuk, hè, zo’n dagje uit met Nippon.”’
Vuyk was, zoals veel meer anderen, in de ban van de bizarre tegenstellingen in zo’n kamp. De pogingen te overleven, de pogingen decorum te bewaren, maar ook de vuile streken, de strijd om een handje rijst, de roddels, het verraad en de ongekende taaiheid en vechtlust van vrijwel alle moeders.
Beb Vuyk observeert in haar sobere stijl: ‘Leunend tegen een boom zat een moeder met vijf kinderen; zes afgeschilferde emaille kroezen met de oren aan een touw geregen hingen haar als een potsierlijke ketting om de hals.
Even verderop stond een dame. Het was een echte dame, want ze droeg een lange petit-gris bontjas. Een erg chique mantel die tot halverwege haar kuiten reikte. Daaronder waren blote benen zichtbaar met groene stinkende kampwonden vlak boven de enkels.’
Bron:
*Beb Vuyk, 'Kampdagboeken' (Amsterdam, 1989/2005)