Willy Janke

Categorie: Journalisten
  • Persoonsgegevens
    Naam Willy Janke
    Functie Hoofd van de Presse-abteilung van de Duitse ambassade in Den Haag
    Nationaliteit Duitse
    Categorie Journalisten
    Video
    Kranten over begin bezetting
    De Nederlandse kranten reageren positief op de rede van Rijkscommissaris Seyss-Inquart van 29 mei 1940.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 39 sec.)
De Duitser Willy Janke, hoofd van de Presse-abteilung van de Duitse ambassade in Den Haag, hield de Nederlandse pers in de gaten tijdens de bezetting.
En de Presse-abteilung ging heel nauwgezet volgen of de kranten zich wel aan die regels hielden. In de tweede helft van 1940 werkten er al dertig man op deze afdeling, van wie er tien de functie van ‘lector’ hadden: ze moesten de hele dag kranten lezen om te beoordelen of die wel loyaal aan Duitsland waren.

Daarnaast fungeerde het bureau van Willy Janke ook als voorlichtingsafdeling van Seyss-Inquarts rijkscommissariaat. Maatregelen die daar werden genomen, op de zogeheten Chefsitzungen of tijdens Dienstbesprechungen, konden direct worden omgezet in instructies voor de dagbladen.

Dat deed Janke zelf, in overleg met Generalkommissar Fritz Schmidt, de man die door Seyss-Inquart belast was met het beïnvloeden van de publieke opinie in Nederland. De manier waarop was uitermate modern: Janke hield elke dag een persconferentie.

Vaak had hij daarvoor een gastspreker uitgenodigd. Dat konden militaire woordvoerders zijn, maar ook Nederlandse en Duitse diensthoofden die op hun beleidsterrein een toelichting gaven.

Janke zelf besprak vooral de binnenlandse situatie, kondigde maatregelen aan, lichtte die toe en ging ook inhoudelijk in op artikelen die waren verschenen.

Hij deelde berispingen uit over stukken die hem niet bevallen waren, en prees de stukken die hij positief beoordeeld had. Vaak gaf hij gedetailleerde aanwijzingen en wenken ten aanzien van onderwerpen waar de krant aandacht aan moest schenken of waar de journalistiek juist nadrukkelijk niet over mocht schrijven.

Alle kranten stuurden dagelijks een redacteur naar de persconferentie van Janke: niet alleen omdat er nieuws was te halen, maar vooral ook om niet in ongenade te vallen.

De aanwezige journalisten slikten niet alles wat Janke hun oplepelde. Zo had hij een pasklaar artikel met foto’s in de aanbieding, toen er in oktober 1940 Engelse bommen waren afgeworpen boven Haarlem. De aanwezigen protesteerden daartegen, ze wilden zelf de stukken schrijven.

Janke veranderde daarom in dit geval de instructie: elke krant mocht zijn eigen stuk maken, op voorwaarde dat het een uitgesproken anti-Engelse strekking zou hebben. En zo gebeurde het.


Bron:
*'Marcherende journalisten' (Andere Tijden)